Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


Ds. W.J. Kooiman, Jacobus Revius. Zijn leven -- zijn lied. Baarn, Bosch & Keuning (1936). (Libellen-serie,no. 195).
Jacobus Revius. Een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld en ingeleid door L.M. Hagen. Baarn, Bosch & Keuning (1935). (Libellen-serie, no. 31)

Het eerherstel van Revius is te danken aan het theologische proefschrift van Dr. E.J.W. Posthumus Meyes en vooral aan de letterkundige dissertatie van Dr. W.A.P. Smit, die ook een heruitgave van zijn gedichten bezorgde. De beide bovengenoemde "Libellen", waarvan de eerste het licht zag in de Novembermaand waarin wij herdachten dat Revius voor 350 jaar te Deventer geboren werd, brengen geen nieuwe gegevens en belichten de persoon en het werk van deze dichter ook niet op een andere wijze dan tot dusver geschiedde: zij bedoelen slechts deze zeventiende-eeuwse Calvinist ook in deze tijd in wijdere kring bekendheid te geven. Het boekje van Ds. Kooiman citeert dan ook telkens uit Revius' poëzie, waaruit Mej. Hagen een met zorg gekozen bloemlezing samenlas. Men vindt hierin de meest bekende gedichten bijeen, het sonnet "'t En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten", het Avondgebed, de Postillon en tal van andere meer of minder bekend gebleven liederen. De woordverklaring is in dit bundeltje wel wat al te sober gehouden; niet iedereen zal zo direkt weten wat "Strymonis' fonteine" is of wat een woord als bootse betekent. De schets van Ds. Kooiman, oorspronkelijk een lezing, is met drie afbeeldingen verlucht.
Stemmen des Tijds, maandschrift voor Christendom en Cultuur, Jaargang 26, 1937.
Verzenbundels in de Libellenserie. Windstilte, verzen van W. Hessels. Transparanten, verzen von Jo Kalmijn-Spierenbrug. Jacobus Revius, een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld en ingeleid door L.M. Hagen, Jan Luyken, een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld en ingeleid door M. Kamphuis. Ziehier een viertal verzenbundels, uitgegeven in de bekende Libellen-serie van de fa. Bosch & Keuning te Baarn. De beide eerste bundels zijn van levende poëten, de andere twee van middeleeuwsche dichters. Hun werk is door bevoegde litteratoren ingeleid en voorzien van een portret. De Libellen-serie geeft elk wat wils en ook de liefhebbers van verzen hebben maar uit te zoeken. De boekjes zijn keurig verzorgd.Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant, 12-12-1934

Open link naar krant op Delpher
Drie oude dichters besproken. L.M. Hagen: „Jacobus Revius" M. Kamphuis: „Jan Luyken". H. A. Mulder: „Heiman Dullaart". Uitg. Bosch en Keuning, Baarn.
In de bekende Libellen-serie verschenen bovenstaande drie bloemlezingen over drie bekende Nederlandsche dichters, die alle drie van beteekenis zijn geweest voor de litteratuur van ons land. L.M. Hagen schreef in zijn boekje o.a. over Revius : „De oude wraakpsalmen leven in hem, en waar hij, dag in, dag uit, moet hooren van nieuwe misdaden, nieuwe moorden, waar de brandstapels gloeien en schavotten kraken, daar kan het niet anders of de haat gaat branden in zijn vurig gemoed. Niet in de eerste plaats om zijn volk, dat zieltogend ligt in de greep van den vijand, maar omdat de Eer en de Naam des Heeren dag aan dag daardoor wordt gesmaad en gelasterd. — Zoo zijn zijn strijdliederen te verklaren, die deels zijn geïnspireerd op de wraak- en de boetepsalmen van zijn bijbel, deels op de geuzenliederen, die hij het volk hoort zingen in de straten. Zoo staan dan deze wraakliederen niet in tegensteling met zijn godsdienst, maar worden ze er geheel uit verklaard. Revius is ook hierin man van zijn tijd. En nadien zijn vele eeuwen verloopen. Wij zijn de dingen inderdaad anders gaan zien en dat behoeft het begrijpen van Revius' standpunt nog niet uit te sluiten. Maar Revius is niet mensch in den diepen zin van 't woord. Van menschelijkheid die is van alle tijden. De stem van het hart, die de eeuwen door dezelfde is, de roep om genade, om liefde, om ontferming. Die de eeuwige waarheden belijdt: zonde, genade, verlossing, dankbaarheid. Zeker, er is verschil. In opvatting, in denkwijze, in gevoel, maar daarboven uit gaat de eenheid. Het direct contact tusschen een hart en een ander hart, die zich beide één weten in God."
De Noord-Ooster, 16-02-1935

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster