Libellen-serie Bosch Keuning
       

Algemeen


CD


Wilt u nadere informatie ontvangen, bijvoorbeeld het overnemen van dubbel-exemplaren, of andere opmerkingen doorgeven, stuur een e-mail naar Rens Strijbos
Van de Libellen-serie is een complete catalogus verschenen samengesteld


door Joop Groenendijk te Eerbeek en Rens Strijbos te Renkum. Tevens is een CD-rom samengesteld met een uitgebreide versie van de catalogus. Op de CD-rom staan zogenaamde pdf-bestanden welke te lezen zijn met Acrobat Reader.


Alle bestanden op de CD zijn ook over te halen door op alle volgende verwijzingen te klikken
Start het overzicht op door te beginnen bij menu.pdf
Haal over bestand menu

Haal over catalogus 4 per blad

Haal over catalogus 1 per blad

Haal over uittreksels uit J.M.N.L.

Haal over reproducties

Haal over varia

Libellen-serie

In 1934 begon de uitgeverij Bosch & Keuning met het uitgeven van een serie boekjes in de zogenaamde Libellen-serie. Eind 1939, begin 1940 verschenen de laatste deeltjes van deze serie. De boekjes waren via de boekhandel te koop, waar ook voor belangstellenden een uitvoerige brochure te verkrijgen was. De prijs van de boekjes was vastgesteld op 45 cent voor één nummer, voor 4 nummers daalde de prijs naar 40 cent per stuk en bij de koop van 8 of meer nummers werd de prijs verlaagd tot 35 cent per stuk. Voor dubbele nummers golden dubbele prijzen. Toen er drievoudige nummers verschenen, golden daarvoor drievoudige prijzen. Voor gebonden exemplaren werd 55 cent extra berekend en voor een slappe band 35 cent extra. Deze prijsstelling is in de loop der jaren niet veranderd. Veel informatie is te halen uit deze met regelmaat verschijnende brochures van verschenen en in voorbereiding zijnde boekjes. In een van de laatste brochures staan aangepaste prijzen, nl. 47½ cent voor enkele banden en 95 cent voor dubbele banden. Overigens, deze prijzen zijn nergens aangetroffen op de binnenzijde van de boekjes, daar staan steeds de oorspronkelijke prijzen vermeld. In juni 1934 zijn er zo'n 16 nummers verschenen en 21 nummers in voorbereiding. De eerste maanden hierna verschijnen er in snel tempo nieuwe nummers. Een groot succes wordt nummer 26 over de spelling-Marchant, in één maand tijds werden er meer dan tienduizend van verkocht. Het boekje is dan ook vele malen herdrukt, tot 19 keer toe. De onderwerpkeuze van de boekjes was zeer breed. Op de omslag van deze catalogus is de voorkant van een brochure verwerkt waarop duidelijk het hele spectrum staat aangegeven.



Wanneer een groot aantal boekjes verschenen is brengt de uitgeverij een brochure uit die hierboven staat afgebeeld. Bosch & Keuning meldt erin dat de kern van de Libellen-serie gevormd wordt door boekjes op de terreinen Letteren en Kunst, Geestelijk Leven en Practische Onderwerpen. Er valt te lezen: 'Zoekt u maar uit...! Dit zijn de libellen, waarmee wij de grootste successen geboekt hebben! Er zijn méér libellen, maar deze vormen de kern. Wij deelden ze in drie groepen in, elk bestaande uit 50 deeltjes: letteren en kunst, godsdienstig leven en practische onderwerpen. Er is zóóveel verscheidenheid van libellen, dat het onbeperkt geldt: er is keus voor u bij!"' Verder staan er in deze brochure 8 handwerkboekjes, 7 boekjes over voeding en hygiëne, 9 zogenaamde huiselijke boekjes, 6 boekjes over de natuur, 3 kinderboekjes, 3 boekjes over opvoeding, 4 over sport en spel, 3 boekjes voor zelfstudie, 2 boekjes met caricaturen en 5 in de rubriek diversen. En uiteraard wordt er melding gemaakt van de twee standaardwerken met betrekking tot de Bijbelse Geschiedenis, 22 delen, en de Geschiedenis van Nederland, 8 delen, van de hand van D.J. Baarslag Dzn.
De boekomslagen zijn vaak zeer fraai uitgevoerd. De omslag veranderde soms per druk. De omslagen van de laatste drukken zijn het meest verzorgd. Op deze website zijn naast de afbeeldingen van de laatste druk, ook afbeeldingen van eerdere drukken opgenomen wanneer deze verschilden van de laatse druk. Op de achterkant van alle boekjes staat de tekst "met een boekske in een hoekske", naar een uitspraak van Thomas à Kempis: "Ik heb in alle dingen ruste gezocht, maar die nergens gevonden als met een boekske in een hoekske". De brochures van Bosch & Keuning staan vol motto's om de lezer aan te moedigen tot kopen. Als afsluiting van deze inleiding staan er een paar vermeld om de lezer aan te moedigen tot verder lezen. Het laatste motto is een realiteit gebleken voor de beide samenstellers van de catalogus.

gezelligheid gezocht - 'n libel gekocht

laat libellen het u vertellen

's daags uw werk - 's avonds uw libel

libellen onderhouden de vriendschap

Ga naar Libellen-serie

Bandontwerpen

De eerste drukken van alle boekjes t/m nummer 27 en de boekjes 29,36,45 bezitten alleen een monogram gesigneerd met MB, hogere drukken niet meer, tenminste niet op de voorkant. Soms nog wel aan de binnenkant. Zo heeft de 2de druk van nr. 2 op de omslag KH staan, maar aan de binnenkant MB. Klaarblijkelijk is MB opgevolgd door KH en waren de boekjes 29,36 en 45 toen al klaar. MB blijkt de kunstenaar Johan Briedé te zijn en KH Karel Hoekendijk.
De meeste bandontwerpen van de Libellen-serie zijn gemaakt door Karel Hoekendijk. Op grond van het monogram K.H. op de band kunnen meer dan 120 ontwerpen aan hem worden toegeschreven. Karel Hoekendijk was een veelzijdig mens.



Naast het maken van boekomslagen en wandschilderingen, schreef hij verslagen over zijn reizen in Italië in de bladen de Libel, maandschrift voor deze tijdi en de Jonge Vrouw, uitgaven van Bosch & Keuning. Een tekening van hem bij een van deze reisverslagen staat hierboven afgebeeld. Op latere leeftijd werd hij zendeling-evangelist en schreef hij boeken als Langs de weg; charismatische verkondiging in Batak-land (1977). Deze twee perioden in zijn leven worden verduidelijkt in de volgende twee krantenberichten. In de krant West-Vlaanderen van 22 februari 1947 staat een verslag van een bezoek aan hem. Wij nemen het ongewijzigd hieronder op.

Welke Deskundige treedt op als Aestetisch Adviseur van de Aero-Fair? Verleden week hebben wij gemeld, dat de artistieke verzorging van de, dit jaar in Den Haag, te houden AERO-FAIR is opgedragen aan Karel Hoekendijk. Wij hebben den bekenden schilder eens bezocht en hem ertoe kunnen brengen zijn palet eenigen tijd te laten rusten teneinde ons een en ander van zijn artistieke loopbaan te vertellen. Karel Hoekendijk vertelde ons, dat hij vele jaren voor uitgevers boeken heeft verzorgd, niet alleen typografisch en illustratief, maar ook uiterlijk. Zoo ontstonden duizenden goede en bekende covers van zijn hand. Hoe bent U tot dit werk gekomen? vroegen wij. Hoekendijk's antwoord luidde: Dit werk lag mij, omdat ik typisch versierder ben. Ik prijs mij gelukkig met een decoratief talent. Druktechnische mogelijkheden noopten hem spaarzaam met kleur om te gaan en meestal de teekeningen in zwart-wit uit te voeren. Het is begrijpelijk, dat mettertijd het verlangen werd geboren naar grooter, forscher formaten, meer kleur, minder gebondenheid om de vleugels der verbeelding wijder te kunnen uitslaan. Hoekendijk is toen begonnen met het maken van cartons voor gobelins, die een bevriende relatie weefde. Zoo ontstonden fraaie wandtapijt-ontwerpen, zooals de Vliegende Hollander, Jeanne d'Arc, Exotisch Paradijs, Fluitspeelster, Pastorale. De wandschildering boeide altijd reeds zijn aandacht. Op verschilende reizen door Italië - 't land met zijn prachtige fresco's - werd zijn belangstelling voor wandschilderingen gewekt. Zoo kwam Hoekendijk ertoe, na terugkeer uit Italië, een reeks decoratieve paneelen te ontwerpen voor een groot gebouw te Utrecht, voor 't bestuursgebouw van een Verkoopsorganisatie te Amsterdam, een wandschildering voor het Centraal Station te Utrecht en voor verschillende kantoorgebouwen. Vorig jaar vervaardigde Karel Hoekendijk een groot raam, waarin hij in glas de legende etste van Sint-Maarten, een heerlijk werk in prachtige materie, welker mogelijkheden hij volledig wist uit te buiten.
In de directie-kamer van een bekende brouwerij werd het paneel geplaatst in een speciaal door een kundig architect ontworpen encadrement van wit marmer. Thans heeft Hoekendijk juist een grooter opdracht voltooid, een tweetal recreatie-zalen in de Erdal-Fabrieken te Amersfoort, die hij versierde met wandschilderingen. De afmetingen der muren waren groot, de oppervlakte van de te beschilderen wanden bedroeg te samen 120 m2. De opgave was, een voor fabrieksarbeiders begrijpelijke en boeiende voorstelling, een gemakkelijk aansprekende strekking. Hoekendijk schilderde voor de zaal van de fabrieksarbeidsters een boerenbruiloft, een dansfeest, een vroolijke opwekkende compositie, met lachende, dansende en drinkende boeren en boerinnen, met vroolijke landschappen, kortom, een wereld van blijdschap en zorgeloosheid, de juiste sfeer voor vermoeide menschen, die recreatie zoeken. In de mannenzaal schilderde Karel Hoekendijk op een der wanden de vier seizoenen en op de andere een fraai stadsbeeld, een synthese van Amersfoort met een marktfragment. De arbeiders, die het ontstaan van deze schilderingen dagelijks met hun belangstelling volgden, gaven dikwijls blijk van hun ingenomenheid.
Wij hebben van Karel Hoekendijk ook moderne, min of meer problematische ontwerpen gezien, die het goed doen op den blanken wand, maar in Amersfoort toonde hij met zeer eenvoudige en gemakkelijk aansprekende motieven smaak en artisticiteit te vereenigen. Het moet mogelijk zijn, zegt Hoekendijk, de schoonheid te brengen tot de allereenvoudigsten, de analphabeten op het gebied der schoone kunsten. Kenmerkt dit niet het ware meesterschap? Elke schildering, aangepast aan zijn bestemming, lettend op het publiek, waarvoor het speciaal bestemd is, zonder ooit concessies te doen aan den goeden smaak, maar steeds boeiend, zinvol en artistiek verantwoord. Hoekendijk is steeds weer blij in de gelegenheid te zijn, schoonheid te brengen aan allen, een taal te spreken, die velen verstaan en niet verkondigen en te afficheeren, zonder rekening te houden met anderen, ivoren torens acht hij verwerpelijk, de kunstenaar moet zijn kunst dienstbaar maken aan het volk, de taak van den kunstenaar is een dienende. Hoekendijk heeft zich door de jaren een eigen schilderstechniek eigen gemaakt, een gemakkelijk aangezette toets, licht en speelsch, terwijl hij altijd den muur eerbiedigt, het wezen van het gebouw en zijn bestemming.


In een krantenbericht van juni 1982 staat een bericht over de opening van het christelijk conferentieoord "De Bron". Hieronder is het opgenomen.

Karel Hoekendijk terug in oude stiel
Even leek hij helemaal terug in zijn oude beroep: kunstschilder. In het dezer dagen te openen stiltecentrum van het christelijke conferentieoord "De Bron" brengt zendeling-evangelist Karel Hoekendijk (78) een reusachtige wandschildering van zeven bij vijf meter aan van een rijkelijk sproeiende bron, die overgaat in een regenboog. Een kleurrijke creatie, vol symboliek. Zijn wekenlange artistieke arbeid wil overigens niet zeggen, dat hij met prediken is gestopt. Over enkele maanden vertrekt hij naar Nieuw-Zeeland. Daar vestigt hij zich voorlopig om zijn zendingswerk in het gebied van de Stille Oceaan beter te kunnen doen.
Voordat Karel Hoekendijk in de jaren vijftig de beweging "Stromen van Kracht" stichtte, werkte hij jarenlang als beeldend kunstenaar. Hij was geruime tijd hoofd van de visuele dienst van het departement van cultuur in het toenmalig Nederlands-Indië. De wijze waarop hij in 1954 van een hartkwaal genezen werd, bracht hem ertoe voortaan de boodschap van vergeving, verlossing en lichamelijke genezing uit te dragen in binnen- en buitenland. Vreemd was het zendingswerk hem overigens niet. Karel is de zoon van de vrije evangelische zendeling ds. C.J. Hoekendijk. Zijn broer was de vermaarde hervormde theoloog prof. Hans Hoekendijk die in 1975 overleed. Evangelist Ben Hoekendijk van de One Way Days is een zoon van Karel Hoekendijk. Een andere zoon, Frans, leidt het centrum "De Bron", waarvoor Karel Hoekendijk de wandschildering maakt. Dezer dagen wordt De Bron namelijk opnieuw met een gebouw uitgebreid. Dat heet "Makor" (Hebreeuws voor "bron"). Het heeft naast een stiltecentrum ook een conversatiezaal en 27 kamers.




Een veel kleiner aantal bandomslagen is gemaakt door Jacob Nuiver. Zijn monogram J.N. prijkt op 7 bandomslagen (nr. 133, 195, 197, 205, 206, 213, 214).



Zijn vakmanschap blijkt uit een prachtig ontwerp zoals dat afgebeeld staat in de Kampioen van 3 oktober 1925 en een ontwerp voor het tijdschrift de Jonge Vrouw, een uitgave van Bosch & Keuning. Deze ontwerpen zijn hierboven en hiernaast weergegeven. In het tijdschrift Boekenpost van mei/juni 1996 is een korte biografie van hem opgenomen samen met nog een aantal prachtige ontwerpen. We nemen het volgende hieruit over.

Jacob Nuiver werd op 1 oktober 1892 geboren in Groningen in een gezin van zeven kinderen. Zijn vader was eigenaar van een boekbinderij, zodat zijn jeugd reeds verbonden was met het vak dat later zijn hoofdberoep zou worden, namelijk dat van lithograaf en grafisch sierkunstenaar. Op 14-jarige leeftijd begon hij als leerling-lithograaf bij drukkerij Casparie; 's avonds vulde hij deze praktijk aan met theorielessen aan de Academie Minerva. Daarna werd het leerproces vervolgd bij diverse steendrukkerijen van naam, o.a. in Amsterdam bij Gebr. Braakensiek en Van Leer & Co, in Deventer bij De IJssel en daarna weer in Amsterdam bij Blikman & Sartorius en nog zeven maanden bij drukkerij Desquerrois. Vervolgens solliciteerde hij met succes naar een functie op de drukkerij van de Topografische Dienst in het voormalige Nederlands-lndië, waar hij gedurende de periode 1919-1921 verbleef. In 1921 vestigde Jacob Nuiver zich als zelfstandig freelance ontwerper. In de periode 1929-1932 werkte Nuiver bij Philips in Eindhoven op de reclame-afdeling. Hij verliet deze stad weer om terug te keren naar Amsterdam in verband met een part-time vaste baan bij papiergroothandel P. Proost & Zoon. Daarnaast werkte hij voor vele andere opdrachtgevers. Tot na de oorlog werd deze situatie voortgezet, doch de oorlogsperiode was een duidelijke aanslag op zijn enorme werklust en gezondheid. Ten gevolge van een hartaanval stierf deze all round vakman op 27 juni 1953.



Zeker zes bandontwerpen staan op naam van Piet Marée. Hij was (mede-)auteur van de bijbehorende boekjes. Piet Marée verzorgde ook bandontwerpen voor andere series van Bosch & Keuning. Hiernaast staat een prachtig ontwerp op de band van het boek Hou je roer recht. Een biografie over hem werd uitgegeven in 1994 door de Koninklijke Bibliotheek onder de titel Van beroep Piet Marée. We nemen hieruit een aantal korte fragmenten over.

Piet Marée is in 1903 te Gouda geboren. Zijn vader is eigenaar van een grote smidse. Van jongs af tekent Piet Marée al. Zijn talent wordt door zijn vader op waarde geschat en zo krijgt hij privé schilder- en tekenlessen van meester Bosch. Zijn eerste betrekking krijgt hij bij uitgeverij Van Goor in Gouda. In enkele jaren weet Marée op te klimmen tot grafisch ontwerper-illustrator. Eind jaren twintig komt hij in Den Haag terecht door met zijn werkgever Van Goor mee te verhuizen. Al snel werkt Piet Marée als boekenmaker. Zijn werk trekt de aandacht, doordat hij zwart-wit foto's gaat toepassen als illustraties. De foto's worden meer en meer versneden en doorsneden en de combinaties uitgebreid met getekende elementjes in zijn bijna typografische tekenstijl. Ook werkt hij als redacteur en vormgever bij de Haagsche Post. In dezelfde periode begint hij zijn activiteit als maker van spellen- en knutselboeken. In 1950 emigreert Piet Marée naar Australi&235;, Tasmanië. Hij neemt zijn assistent mee en gaat na een korte onderbreking door met het uitgeven van boeken. Zijn knutsel- en puzzeladviezen breidt hij uit met tips over woninginrichting en tuinaanleg. Bij terugkeer, na zo'n vijf jaar, vestigt hij zich op een aantal adressen in Zeist en Utrecht en start zijn nieuwe bedrijf Piet Marée Productions. De studio produceert nu massaal boeken in het kielzog van het in zwang rakende pocketboek. Daarnaast ontwikkelt zij ook spellen, speelgoed en allerlei reclamemateriaal.



Zeker één bandontwerp is van J. de Vries zoals aangegeven wordt op de binnenzijde van het titelblad van het boekje over Colijn (nr. 171-172). Bij Bosch & Keuning verzorgde hij ook bandontwerpen voor andere series. Hij werkte ook voor de uitgeverij J.H. Kok te Kampen. Een bandomslag voor het boek Asuncion, het Spaansche sprotje van J.K. van Eerbeek, is hierboven opgenomen.



Twee bandontwerpen (nr. 150, 268) kunnen toegeschreven worden aan Jan Altink. Deze schilder heeft veel mooie schilderijen gemaakt van het Groningse landschap. Hij was medeoprichter van 'de Ploeg', samen met Wiegers, Werkman en Dijkstra. Een zelfportret van Jan Altink staat hierboven afgebeeld.

Het bandontwerp van de serie De groote historie van een klein land is van Meischke. Verder siert een tekening van Hahn de omslag van nr. 216/217: Kuyper in de caricatuur, van Góth haar boekje nr. 49 en van Ton van Tast de omslag van nr. 26: Niet zóó, Maar zó. Tenslotte, het bandontwerp van nr. 138 is gemaakt door een ontwerper met monogram FM. De naam van deze ontwerper is nog onbekend.