Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


Windstilte, verzen van W. Hessels, uitg. Bosch en Keuning, Baarn. Deze bundel is als een der deeltjes van de Libellen-serie eerder aangekondigd. In den bundel Christofoor is de dichter gerekend tot de auteurs van religieuse poëzie, en enkele van zijn gedichten zijn daarin opgenomen. Een dichter van grooten eenvoud en haast naïeve oprechtheid is deze jongere, wiens versificatie niet steeds vlekkeloos is. Kenmerkend is b.v. deze strofe uit „Johannes Kepler":
Een bronzen toon van stroomend harpgeluid zong in zijn binnenst de muziek der sferen; der wereld warring kon zijn ziel niet deren, niet overstemmen haar sereene fluit. De laatste twee regels zijn kennelijk „bijgerijmd" bij de schitterende eerste. Eveneens een vulling komt voor in den eersten regel van deze drie:
Maar toen hij in een wonderbaar doorschouwen de wetten van den kosmos zag ontvouwen, wist hij verrukt: hij had God zelf ontmoet. Heel fijne dingen komen voor in dezen bundel, zooals „Het Kind":
Wonderlijk is het kind verbonden met de dingen; zachte schaduw van bladen op den grond, en een kleine ritselende tros seringen.... En ook dingen van beeldend zeggen: Het slapend park met gladgeschoren perperken, gevlekte reeën tusschen zwaar geboomt, een laantje ranke schilferwitte berken, een vijver, waar een enkle zwaan op droomt.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 01-12-1934

Open link naar krant op Delpher
TER AANKONDIGING. Libellen. In de Libellen-serie, een uitgave van de firma Bosch en Keuning te Baarn, waarvan we onlangs de eersten aankondigden, is nog heel wat goeds en aardigs verschenen. De bekende folklorist, de heer D.J. van der Ven, schreef er een paar, n.l. "Van Nederlandsche luilakken" en "Dank voor slank bij dominee". Dit laatste doelt op en oud volksgebruik waarbij dominee een feestmaaltijd aanbiedt als dank voor de gratis mest, die de boeren hem voor zijn tuin leverden. Gedichten-bundel zijn er vier, n.l. „Transparanten" van Jo Kalmijn—Spierenburg, "Windstilte" van W. Hessels, een bloemlezing uit de werken van Jan Luyken en nog een bloemlezing uit 't werk van Jacobus Revius. Vooral de beide laatste libelletjes ziju zeer de moeite waard. Noemen wij verder nog een stukje uitstekend proza van dr. P. Stegenga Azn. over „Het geprek bij de Bron". In no. 40 van de Libellen-serie schrijft de bekende schrijfster Wilma over „Maria, de Moeder van onzen Heer en haar beteekenis voor deze tijd". Jammer is het, aldus Wilma, die met veel talent over dit teere onderwerp schrijft, dat wij protestanten uit reactie tegen Rome nooit iets met Maria hebben gedaan, of, wat misschien nog erger is, haar practisch hebben teruggeschoven naast de-vrouw-als-iederander, al geven we theoretisch nog wel toe, dat ze de meest begenadigde is onder de vrouwen; het staat eenmaal in de Bijbel. We hebben Maria genegeerd, tot groote schade voor ons, Protestantsche Christenen. Ds. W.A. Zeviidner handelt in no. 42 van de Libellen-serie over: „Boete", waarin hij de biecht van de R.K. kerk bespreekt. Naar aanleiding hiervan zegt hij: Vurig bid ik God, dat ik de tijd nog mag beleven, waarop vóór het Heilig Avondmaal de kerk de gelegenheid moge openen tot persoonlijke biecht met de blijde verkondiging der schuldvergeving door het verzoenend sterven van Christus in Zijn opstanding. In no. 22 van genoemde serie behandelt dr. ir. H.G. van Beusekom: „Zending in een veranderde wereld". Vrienden van de zending zullen dit belangrijk geschriftje met groote belangstelling lezen. No. 37 van de Libellenserie is speciaal voor vrienden van het natuurleven. Hierin schrijft T. van Bentham Jutting over: "Het Indisch dierenleven". De verhandeling is boeiend en verrijkt de kennis omtrent de natuur in Indië zeer. Foto's verluchten de tekst. In no. 64 van de Libellen-serie vertelt mr. E. Rusman, welke vluchten de Nederlanders in de loop der jaren naar Ned.-Indië hebben gemaakt, waarbij de vlucht van de Uiver natuurlijk niet vergeten wordt, al vloog die door naar Australië. Tal van fraaie foto's zijn bij het verhaal geplaatst. No. 23 van genoemde serie: „Windstilte , bevat gedichten van W. Hessels. Wie belang stelt in het werk van de jonge Protestantsche dichters, vergete niet dit gedichtenbundeltje te lezen. Leeuwarder Nieuwsblad, 08-12-1934

Open link naar krant op Delpher
Verzenbundels in de Libellenserie. Windstilte, verzen van W. Hessels. Transparanten, verzen von Jo Kalmijn-Spierenbrug. Jacobus Revius, een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld en ingeleid door L.M. Hagen, Jan Luyken, een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld en ingeleid door M. Kamphuis. Ziehier een viertal verzenbundels, uitgegeven in de bekende Libellen-serie van de fa. Bosch & Keuning te Baarn. De beide eerste bundels zijn van levende poëten, de andere twee van middeleeuwsche dichters. Hun werk is door bevoegde litteratoren ingeleid en voorzien van een portret. De Libellen-serie geeft elk wat wils en ook de liefhebbers van verzen hebben maar uit te zoeken.Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant, 12-12-1934

Open link naar krant op Delpher
Jo Kalmijn—Spierenburg: TRANSPARANTEN. Libellenserie Nr. 29. Bosch & Keuning, Baarn. Mevrouw Kalmijn heeft waarschijnlijk het gevoel, dat zij een zeer goed dichteres is. Maar zij is het daarom nog niet. Zij spreekt van "d' ontsteltnis om de groote eenzaamheid, die aan het leven spoelt zoo zeeëwijd." Haar poëzie is „geheel doorzichtig en gansch brekelijk, en teeder onuitsprekelijk." Haar hart kan „het bloeien niet verzuimen." Zij ging „Beducht de strakke landen langs", omdat het volgend rijmwoord was „gerucht". Ja, en toch kunnen deze versjes wel héél goed bedoeld zijn.
W. Hessels: Windstilte. Libellen-serie Nr. 23. Bosch & Keuning, Baarn. Dit bundeltje verzen, simpel en zuiver, zal hopenlijk velen welkom zijn. Hessels is niet iemand van groote woorden of schrille, gezochte beelden; zijn eenvoud is ook niet aangeleerd, geen pose van dichterlijkheid. De tegenpolen spontaniteit en bezonkenheid vereneigen zich in zijn werk. Hij verheft zich niet tot een stoutmoedige vlucht; hij strompelt evenmin voort over den weg van preciese werkelijkheid, zooals vele moderne dichters dat bij voorkeur doen. Hij tracht de reflex van een beeld op zijn ziel, te vangen in verzen, die meestal stille overpeinzingen zijn.
Nieuwe Apeldoornsche Courant, 06-04-1935

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster