Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


De Libel-serie van Bosch en Keuning te Baarn.

Deze serie geeft in snel tempo een aantal belangrijke boekjes uit, die aantrekkelijk zijn door vorm en inhoud. Wij kunnen ze niet alle afzonderlijk aankondigen, maar gaarne schrijf ik eenige titels over van de sinds de laatste maanden verschenen deeltjes:

Belijdenis. Een sonnettenkrans van zon en zee en ziel door KAREL J. VAN DORP.
Gods kans, door H. DE GREEVE, Pr.
Verloving door Dr. G. BRILLENBURG-WURTH.
Karel Barth's aanval op deze wereld, door Ds. R. DIJKSTRA.
Wisselingen in het wereldverkeer, door Dr. H. COLIJN.
Teksten en termen.Misbruikte Bijbelwoorden verklaard door Ds. A.P. HEINER.
Geloof, hoop en liefde, deze drie, door Ds. J.C. HELDERS.
Uit het dagboek en de brieven van Willem de Clereq. Bloemlezing samengesteld en ingeleid door J.F. VAN HASELEN.
Leven met Christus, door Ds. H.A. WIERSINGA.
Voor onze zieken door Dr. J.H. GUNNING JHzn.
Aan het einde der reis, door idem.
Stemmen des Tijds, maandschrift voor Christendom en Cultuur, Jaargang 26, 1937.
Toegezonden boeken.
Geloof, Hoop en Liefde, deze drie . . ., door ds. J.C. Helders. Uitg. Bosch en Keuning. Baarn.
In de Libellen-serie is een opwekkend boekje van de hand van ds. J.C. Helders verschenen, onder den titel: „Geloof, Hoop en Liefde, deze drie .. . In vier hoofdstukken ontwikkelt de schrijver troostrijke gedachten voor hen — de velen — die in deze scheefgetrokken wereld aan het vademecum voor den Christen zijn gaan twijfelen of zijn beteekenis niet meer verstaan. Onder den titel "Geloof" zegt schr., dat de beantwoording van de vraag wat wij onder geloof verstaan niet van belang, maar dat de beantwoording van de vraag, wat Jezus geloof noemt, levensbeslissend is. Het geloof is het rekenen op den Heer, het bergenverzettende geloof. God gelooft, dat wij zoo zijn of zoo kunnen worden, dat Hij ons zegenen kan. God hoopt, dat wij zoo zijn of zoo willen worden, dat wij zijn zegen willen ontvangen. Dat is het motief van het tweede hoofdstuk "Hoop". In het derde "Liefde" treedt schrijver in het tijdbeeld, dat hij in enkele zinnen scherp schetst, na eerst te hebben opgemerkt, dat het wel heel moeilijk is over liefde thans iets te zeggen. Liefde onder de volkeren, onder de volksgenooten ? Met een vraagteeken. Haat en geweld, die ontstaan zijn uit zelfzucht, over heerscheerschen. Maar toch: "God kan en wil en zal zegenen. Wij kunnen dat niet ongedaan maken. Dat is een geweldige gedachte". In het laatste hoofdstuk "Kinderen Gods", dat men de toepassing of vervulling der voorafgaande zou kunnen noemen, zet schrijver uiteen hoe de menschheid, in haar armoede, niets wezenlijks kan bereiken zonder de hulp van den „Vader".
Haagsche courant, 24-11-1936

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster