Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


Libellenserie, Bosch en Keuning te Baarn. In de Libellen-serie zijn weer eenige aardige nieuwe werkjes verschenen. No. 131 is een „handleiding voor verzamelaars van postzegels" door G.J. Peelen. Uit de geschiedenis der postzegels en der philatelie wordt hierin het een en ander verteld, terwijl verder de maatregelen tegen vervalsching, de rubriceering en dergelijke aan de orde komen. Dr. W.J.A. Schouten schreef over „De wereld der sterren" (no. 174). Belangrijke astronomische problemen als die van den bouw en de structuur van het heelal, van de afstanden der sterren en de beteekenis van nevels en Melkweg worden hierin op bevattelijke wijze behandeld. No. 193 is van de hand van M. Barendrecht-Hoen en draagt tot titel „De toovertuin der Alpen". Over de flora van de Alpenwereld wordt hierin veel wetenswaardig verteld, terwijl talrijke mooie foto's de weelde van deze wereld in beeld brengen. En ten slotte is er nog No. 192, waarin dr. P.J. Waardenburg, privaat-docent in medische erfelijkheidsleer aan de Rijks-Universiteit te Utrecht, een diepgaande beschouwing wijdt aan het moeilijke vraagstuk van de erfelijkheid bij den mensch. De Gooi- en Eemlander, 28-10-1936

Open link naar krant op Delpher
TER AANKONDIGING. De Erfelijkheid bij den mensch, door dr. P.J. Waardenburg, privaat-docent in medische erfelijkheidsleer aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. No. 192 van de Libellen-serie.
Een populaire uiteenzetting van de leer der erfelijkheid.

Oud-Hollandsche raadsels, verzameld door J.R.W. Sinninghe, met teekeningen van Karel Hoekendijk. Libellenserie no. 116. Uitgave Bosch en Keuning te Baarn. Een bloemlezing Oud-Hollandsche raadsels, getrokken uit een oud handschrift, dat meer dan duizend stuks bevatte. De bewerker heeft de raadsels verdeeld in die over hemel en aarde, over de mensch en zijn bedrijf, over de dieren, over de planten, over stad en dorp, over huisraad en huiselijk leven, bijbelsche raadsels, schertsvragen, en hij besluit met een en ander te vertellen over rechtenraadsels.
Feestbfood in midwintertijd, door D.J. v. d. Ven. Libellenserie no. 204. De bekende folklorist v. d. Ven heeft het in dit werkje over de oorsprong en beteekenis van ons mid-wintergebak. Hij vertelt van zijn verblijf op Sinte Catherijnedag 1920 op de groote Zweedsche hoeve Storgarden, van Karl Erik Forsslund, Zwedens meest nationale schrijver, van de mooie herinneringen daar opgedaan, en hij vindt diezelfde innige huiselijkheid, die sfeer van het stille uitsterven van het oude jaar in de oude eerwaardige boerenhuizen van het Twentsche land. In de moderne groote stadswereld viert men het Oude in het Nieuwe te midden van een wilde uitgelatenheid, maar in de stilte van den buiten kan een ontvankelijk gemoed nog iets aanvoelen van wat er eens moet zijn omgegaan in de menschelijke ziel tijdens de donkerste periode van het jaar. De joeltijd is in wezen een toovertijd, waarin ook thans nog, niet het minst in het bakken van feestbrood, oorspronkelijk magiereligieuze handelingen worden bedreven, ten bate van huis en gezin. Over dit feestbroodbakken geeft de deskundige schrijver dan tal van eigenaardige en interessante bijzonderheden.
Wie speelt er mee? Een serie kleuterspelen uit Grootmoeders tijd. Bewerkt en geïllustreerd door José Marée. Libellen-serie no. 198. Uitgave Bosch en Keuning, Baarn. Een twintigtal aardige kleuterspelen, zooals grootmoeder ze in haar jeugd speelde, meerendeels eenvoudige bewegingsspelletjes, die zoowel binnen als buiten kunnen worden gespeeld. De spelletjes zijn heel geschikt voor de allerkleinste kinderen. De moeders of de „jufs" die deze spelletjes met de kleintjes gaan doen, zullen er ongetwijfeld genoegen van beleven.
Leeuwarder Nieuwsblad, 27-11-1936

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster