Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


NIEUWE UITGAVEN Met brulfteneugers op stap. Bij de Uitgevers Maatschappij Bosch en Keuning te Baarn verscheen als nummer 16 in de „Libellen-serie" het werkje: „Met brulfteneugers op stap" van de hand van den bekenden folklorist D.J. van der Ven te Oosterbeek. Het is het eerste deeltje van een reeks folkloristische monographieën. De schrijver geeft een uitvoerige beschrijving van het al-oude gebruik van het noodigen ter bruiloft, een gewoonte die ook thans in vele streken van ons land (Achterhoek en Overijsel b.v.) nog bestaat en ook in het buitenland. Het boekje is van zeer vele fraaie foto's voorzien. Wij meenen te weten, dat binnenkort in deze serie zal verschijnen: „Dank voor stank bij Dominé." De bedoeling van een en ander is op deze wijze ten slotte een groot werk tot stand te brengen, bereikbaar voor iedereen, waarin vooral de folklore van Nederland, zooals die thans nog leeft, in woord en beeld uitvoerig geregistreerd wordt. Algemeen Handelsblad, 04-07-1934

Open link naar krant op Delpher
Met Brulfteneugers op stap door D.J. van der Ven. Libellen-serie nr 16. (Bosch en Keuning — Baarn). Wie wel eens iets over de folklore uit het Oosten des lands heeft gelezen, kent ze reeds van hooren zeggen, de „Brulfteneugers". die ter bruiloft noodigen en daarbij allerlei oude en typische gebruiken volgen en in stand houden. Met belangstelling zal men hier dan ook van allerlei nadere bijzonderheden kennis nemen en zich verlustigen in de aardige tafreeltjes, die erbij zijn weergegeven. En niet alleen tot ons Twentsche en Acbterboeksche boerenleven bepaald zich dit boekje, dat den lezer o.a. ook naar Stiermarken en Tirol voert. Het Vaderland, 10-07-1934

Open link naar krant op Delpher
Een andere „Libel" is geschreven door den bekenden folklorist D.J. van der Ven uit Oosterbeek en behandelt het onderwerp: „Met Bruiftenneugers op stap." De heer Van der Ven is niet alleen door en door thuis in de folkloristische wetenschap — welhaast mag het een „wetenschap" heeten, immers, het leert ons belangrijke aspecten van het menschelijk leven in andere, oudere tijden —, doch bovendien verstaat hij de kunst er op èent onderhoudende wijze over te vertellen. Vooral doet hij dat in deze „Libel", die uiteraard populair geschreven is. Typische illustraties verluchten den tekst. Behalve de beschrijving van het oude — hier en daar nog voortlevende — „brulften-neugers" (ter bruiloft noodigen) bevat het boekje een schat van oude dialect-rijmpjes. De Graafschap-bode, 21-09-1934

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster