Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


Libellenserie, Bosch en Keuning te Baarn. In de Libellen-serie zijn weer eenige aardige nieuwe werkjes verschenen. No. 131 is een „handleiding voor verzamelaars van postzegels" door G.J. Peelen. Uit de geschiedenis der postzegels en der philatelie wordt hierin het een en ander verteld, terwijl verder de maatregelen tegen vervalsching, de rubriceering en dergelijke aan de orde komen. Dr. W.J.A. Schouten schreef over „De wereld der sterren" (no. 174). Belangrijke astronomische problemen als die van den bouw en de structuur van het heelal, van de afstanden der sterren en de beteekenis van nevels en Melkweg worden hierin op bevattelijke wijze behandeld. No. 193 is van de hand van M. Barendrecht-Hoen en draagt tot titel „De toovertuin der Alpen". Over de flora van de Alpenwereld wordt hierin veel wetenswaardig verteld, terwijl talrijke mooie foto's de weelde van deze wereld in beeld brengen. En ten slotte is er nog No. 192, waarin dr. P.J. Waardenburg, privaat-docent in medische erfelijkheidsleer aan de Rijks-Universiteit te Utrecht, een diepgaande beschouwing wijdt aan het moeilijke vraagstuk van de erfelijkheid bij den mensch. De Gooi- en Eemlander, 28-10-1936

Open link naar krant op Delpher
TER AANKONDIGING. De wereld der sterren, door dr. W.J.A. Schouten, libellen-serie no. 174, uitg. Bosch en Keuning, Baarn.
Deze libel voert ons in de wonderwereld van de sterren; zij vangt aan met een korte historische beschouwing, die eindigt met de opmerking dat het heel veel geduld, volharding en toewijding heeft gekost om door te dringen in de geheimen van het heelal. Dan volgt een beschrijving van de moderne uitstekende hulpmiddelen, waarvan speciaal de Amerikaansche sterrenwachten zijn voorzien, kijkers waarmee men wel meer dan 100 millioen sterren kan waarnemen. Daarna spreekt de schrijver over de afstand der sterren en de berekening daarvan, en hij besluit dit gedeelte door aan te geven, dat in ons sterrenstelsel, het Melkwegstelsel, 900 milliard sterren voorkomen. Om van dit getal een begrijpbare voorstelling te maken, vertelt hij dat wanneer de sterren van dit stelsel verdeeld werden onder de aardbewoners, volwassenen en kinderen, ieder er 150 zou ontvangen. Heel in 't kort volgt daarna nog een beschrijving van de spiraalnevels, die buiten ons sterrestelsel in de wereldruimte zweven, spiraalnevels waarin de sterrenkunde sterrenverzamelingen ontdekt heeft, die zich aan ons oog als nevels voordoen, omdat zij zich op een zeer groote afstand van one zonnestelsel bevinden. „Met de 100-duims kijkers van de Mount Wilson sterrenwacht zijn wel een 2 millioen spiraalnevels zichtbaar. Deze moeten alle als ver verwijderde sterrenstelsels beschouwd worden. De verstverwijderde spiraalnevel die tot dusver bekend is, bevindt zich 140 millioen lichtjaren van ons zonnestelsel." Zoo vertelt de schrijver, beknopt maar begrijpelijk, van de wereld der oneindigheden, waarin zonnestelsels en sterren-hoopen wenden en keeren. onder welke onze aarde naar haar grootte, slechts is een druppel in de oceaan van de melkweg, maar die — naar de schrijver opmerkt -— door God is aangewezen om een bijzondere rol te spelen in de wereldhistorie. Zij is de woonplaats der menschen.
Leeuwarder Nieuwsblad, 17-12-1936

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster