Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


Ik heb den titel omschreven als : "een woord over onze levenshouding". Dit beteekent, dat het woord "neutraliteit" door mij als veelzinnig wordt opgevat. Het boekje bevat den tekst van een radio-rede, die bepaaldelijk voor jongeren was bestemd. Het wil het onderwerp dus vóór alles als actueel behandelen.Stemmen des Tijds, maandschrift voor Christendom en Cultuur, jaargang 26, 1937.
Professor Dr. W.J. Aalders over NEUTRALITEIT.
Prof. dr. W. J. Aalders hield een radiolezing over het onderwerp „Neutraliteit". Deze lezing trok sterk de aandacht. De uitgevers Bosch en Keuning verkregen toestemming deze lezing te publiceeren in de Libellen-serie. Binnen enkele dagen vliegt deze libel uit.

Een Libel van Pater HENRI DE GREVE.
Van de hand van den bekenden radiospreker, Henri de Greve, naar wiens „Lichtbakens" door menschen van alle gezindten graag wordt geluisterd, zal binnen enkele dagen een boekje het licht zien: Gods Kans. Dit werkje zal in de bekende Libellen-serie van de firma Bosch en Keuning te Baarn worden opgenomen.
VINCENT VAN GOGH door H.A. Gerritsen Met 16 reproducties.
Libellenserie 175. Uitg. Bosch en Keuning te Baarn. De Hollandsche schilder, aan wiens leven en werk deze Libel is gewijd, werd bij zijn leven slechts door enkelen begrepen. Na zijn dood verwierf zijn werk wereldvermaardheid. De schrijver vertelt ons van het leven van dezen kunstenaar, dat in waanzin dreigde ten onder te gaan, of ook wel is ten ondergegaan, omdat hjj de hand aan zich zelf sloeg na een kleine oneenigheid met zijn vriend, in een periode, waarin na aanvankelijk herstel, de aanvallen terug kwamen. Achterin zijn een aantal reproducties opgenomen van meesterstukken van Van Gogh.
DE DOORTOCHT door Muus Jacobse. Libellenserie 179.
Uitg. Bosch en Keuning, Baarn. Ten allen tijde zijn er dichters geweest en rijmelaars. De dichters bij de gratie Gods, ze spreken na eeuwen nog tot ons. Hun dichtwerken worden nog gaarne gelezen. Ze zijn een bron van rijkdom. Maar de rijmelaars, die „ersatz" gaven, zijn reeds lang verzonken in de vergetelheid. Hun „dicht" droeg het stempel van maakwerk, zinloos vaak en zonder inhoud. We zullen misschien het odium op ons laden het moderne gedicht niet te verstaan, maar zijn toch zoo vrijmoedig op te merken, dat veel van wat tegenwoordig wordt uitgegeven beter in de portefeuille was gebleven. We hebben dit bundeltje doorgekeken en hebben zoo nu en dan de verzuchting geslaakt waarom zooiets nu persé moest gedrukt. Wat te zeggen van een „gedicht" als dit: Toen Noachs' hoog zwart schip de grond weer raakte Kroop hij verbijsterd in het morgenlicht; Zijn mond greep en hij kneep zijn oogen dicht En 't was of hij uit een lange slaap ontwaakte. En rillend rekte hij zich als een paard en hinnikte, dansend in de zonneschijn En hij was dronken van Gods jonge wijn. En strekte zich naakt op de nieuwe aarde. Jafet en Sem zagen het wel en zwegen, Maar Cham, brave burger, kon er niet tegen. En Cham dacht: Wat een rare vent! en lachte. Daarom zal Cham vervloekt zijn al de dagen. Hij zal een teeken op zijn voorhoofd dragen. En alle dichters zullen hen verachten. Ga zulk een „gedicht" nu eens ontleden en ge lacht u tranen, al ware het alleen maar om de „hinnekende" Noach en die vermakelijke verlegenheidsslotzin. Neen, als we zulk zinloos gerijmel lezen zeggen we: Hoe is 't toch mogelijk dat zooiets voor een gedicht moet doorgaan. Nu zouden we Muus Jacobse onrecht doen zoo we naar deze eene „proeve" al de gedichten van deze bundel zouden afmeten. Maar een dichterschap, dat het aan voldoende zelfcritiek mangelt en zulk werk aan de openbaarheid prijs geeft moge zich eerst wel eens terdege bezinnen op de waarde van eigen dichterlijk vermogen, alvorens de publiciteit te zoeken.
Friesch Dagblad, 5-11-1936

Open link naar krant op Delpher
VAN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN. NEUTRALITEIT, door Prof. Dr. W.J. Aalders. Een woord over onze levenshouding. Libellen-serie no. 188. Uitg. Bosch en Keuning, Baarn. 'n Kostelijk boekje, dat we alle Christenen, die, 't zij veelszins nog uit een slechte traditie de „neutrale pers" lézen, in de hand zouden willen geven met een : neem en lees. De neutraliteit aldus de schrijver, gaat gekleed in een grijs pak, ze draagt de kleur van de mist. Neutraal zijn beteekent: losgemaakt uit zijn levensverband, levend-dood zijn. Neutraliteit in den strikten zin des woords is dus niet mogelijk. Tegenover de tegenstellingen in onzen tijd van uitersten is slechts plaats voor sprekende kleuren, niet voor het grijs. Practlsch is neutraal zijn onmogelijk, omdat de mensch nu eenmaal voor een goed deel afhankelijk ls van den kring waarin hij leeft. Wie t.a.v. de tegenstellingen waar of onwaar, goed en kwaad, heilig en onheilig zegt : Daar blijf ik van af, ieder mag daar het zijne van denken, spreekt als een karakterlooze. „Alle hoog opgeven over ruimte van oordeel en verdraagzaamheid en onpartijdigheid beteekent niets, als het gaat ten koste van overtuiging en karakter". „Zoo is dan de neutraliteit uit den booze", nen zin des woords inderdaad grijs, vrijwel kleurloos. Zij ls dan ook zonder kracht en bezieling en daarom onvruchtbaar". „Zoo is dan de neutraliteit in den algemee- aldus clteeren we nog. „Het kan niet en het mag niet mijn beginsel zijn. Ik sta niet op mezelf en leef niet voor mijzelf alleen. Ik heb te maken met wat om mij heen gebeurt. Ik moet opmerken, oordeelen en handelen. Het moet mij ter harte gaan, het doet een beroep op mij. Daarenboven ls het een schijn dat ik neutraal kan zijn. Ik doe ook door na te laten. Als ik alles laat gegaan terwijl ik moet en kan ingrijpen ben ik mede aansprakelijk voor wat er gebeurt". „Er bestaat een wijze en goede neutraliteit. Er zijn dingen, waarmede wij niets te doen hebben, die uitsluitend anderen aangaan. Daar moeten wij afblijven met onze handen en met onze gedachten. Niemand, aldus wijst de schrijver er tenslotte nog op, mag neutraal zijn t.a.v. zichzelf, den naaste, het gezin, de maatschappij, de school, de kerk, de staat. Er bestaat, zooals Dr. Kuyper het eens noemde „een de liefde kwetsende neutraliteit". Een neutraal gezin, is geen gezin, een neutrale school is geen school, een neutrale kerk is geen kerk, enz. Volstrekt onmogelijk is neutraliteit in betrekking tot God. Het is gehoorzaam of ongehoorzaam. Het goede tegendeel van de „onzinnige en onbehoorlijke" neutraliteit, die met God meent te kunnen doen wat men wil — is God stellen in het middelpunt van ons leven. Geen woord, dat de neutraliteit zoo ontmaskert als het woord van Jezus : Niemand kan twee heeren dienen, want hij zal den een haten en den ander liefhebben of hij zal den een aanhangen en den ander verachten". Gij kunt niet God dienen en den Mammon". We hebben al lezende de lust niet kunnen weerstaan uit deze Libel te citeeren. Gaarne aanbevolen. Het bolwerk der „neutraliteit" ook op persgebied moet vallen.
GODS KANS, door H. de Greeve Pr. Libellenserie no. 214. Uitg. Bosch en Keuning, Baarn. Deze Roomsche geestelijke verstaat de kunst onzen tijd te karakteriseeren met pakkende woorden. Zijn bedoeling met dit werkje is er op te wijzen dat bij de menschen geen heil is. Bij God alleen is redding voor tijd en eeuwigheid.
JAOOBUS REVIUS. 'n Bloemlezing uit zijn gedichten, ingeleid door L.M. Hagen. Libellen-serie no. 81. Uitg. Bosch en Keuning. Reeds eerder verscheen een Libel onder bovenstaande titel en met portret van Ds. Revius. Ze bevat een uitstekende keus uit zijn dichtwerk, dat zich inzonderheid ook in dit herdenkingsjaar naar we hopen in veler belangstelling zal mogen verheugen. Naast het ontroerende "'t En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten" komen nog een 15-tal verzen ln dit schoone bundeltje voor.
Friesch Dagblad, 18-11-1936

Open link naar krant op Delpher
Libellen-serie Uitg. Bosch & Keuning, Baarn.
Wij ontvingen van de bekende Libellenserie wederom twee nieuwe deeltjes. Het eerste is een boekje van H. de Greeve pr. „Gods kans"; een levendig betoog, waarin deze uiteenzet hoe juist het huidige kritieke wereldbeeld de menschheid moet brengen tot een verdiept geloof. Het tweede is een geschrift van prof. dr. W.J. Aalders „Neutraliteit", waarin wordt betoogd, dat neutraliteit een in het maatschappelijk leven tegenover God en den medemensch ontoereikende houding is.
De Gooi- en Eemlander, 20-11-1936

Open link naar krant op Delpher
„Neutraliteit", een woord over onze levenshouding, door prof. dr. W.J. Aalders. — Uitg. Bosch en Keuning, Baarn.
In een overzichtelijk, helder geschreven boekje, in de bekende Libellen-serie, schrijft de bekende Groningsche hoogleeraar Aalders over "neutraliteit". Hij vraagt of het den mensch mogelijk is neutraal, onzijdig of onpartijdig te zijn. Onder eenige restrictie beantwoordt hij die vraag ontkennend. Aangezien ieder mensch behoort tot een bepaald levensverband, gezin, maatschappij, school, kerk, staat, kan hij niet neutraal zijn. Met Kierkegaard wijst prof. Aalders de neutrale, contemplatieve houding af. En tegenover de uitersten van dezen tijd valt het moeilijk neutraal te zijn. Neutraliteit is grijs, vrijwel kleurloos, zonder kracht en daarom ook onvruchtbaar. Ook principieel is neutraliteit uit den booze. Het leven moet een daad zijn, tenminste worden. Men kan niet neutraal zijn tegenover den „naaste", dengene die vlak naast ons staat, die recht heeft op hulp. Er zijn ook dingen, waarmede wij niets te maken hebben, omdat zij uitsluitend anderen aangaan. Daarbij hebben wij te letten op het zeer dichtbij of ver af ligt. Kon men vroeger tegenover den Staat min of meer onverschillig staan, tegenwoordig gaat dat niet meer, nu de Staat op velerlei levensgebied treedt. En tenslotte: wat het meest weegt, in onze betrekkingen tot God is neutraliteit onmogelijk. God moet het middelpunt zijn, zoodat alles afhangt van de betrekking, waarin wij tot Hem staan.
Haagsche courant, 20-11-1936

Open link naar krant op Delpher
H. de Greeve Pr. Gods kans, uitg. Bosch en Keuning, Baarn, Libellenserie no. 214. (1936). f 0.45. Zooals 't in de natuur is, waar de eene libel fijner en teerder van kleur is dan de andere, zoo is 't ook in het libellenrijk van de firma Bosch en Keuning. Wie van den uitgever het boekje van prof. Aalders en van Pater de Greeve tegelijk op zijn tafel ter recensie krijgt en de boekjes in deze volgorde ter hand neemt moet wel een aanmerkelijk verschil constateeren tusschen die beide geschriften, die beide handelen over onze huidigen dag en de levenshouding daarbij in te nemen. De Heer de Greeve is veel breedvoeriger dan prof. Aalders, maar aan qualiteit staat de publicatie over „Gods kans" verre achter bij het krachtig en boeiend pleidooi over de neutraliteit. In felle, vaak al te schreeuwende kleuren teekent de auteur de lichtzinnigheid en geldkoorts van den naoorlogschen tijd om vervolgens stil te staan bij den dreigenden ondergang, waarin we nu bevangen zijn. 't Geheel wordt breedvoerig geïllustreerd met 't vertellen van een film, die pr. de Greeve eens zag: „de ondergang van de Atlantic". Dit boekje is, in tegenstelling tot het geschriftje van prof. Aalders echt „volkstülich" geschreven, maar het is tevens te weinig ernstig, te luidruchtig, er is te weinig besef van gemeenschappelijke schuld en te weinig deemoed. Zoodoende komt er van het positieve: „Gods kans" niet veel naar voren; de uiteindelijke tendenz van de breedsprakige schildering der huidige wereldmisère is deze: „Als de menschen tegenvallen, valt de hemel mee. Bij de menschen geen baat? Dan blijft God over"! Wij kunnen een dergelijke opportunistische Godswaardeering weinig aantrekkelijk vinden. Dit boekje spreekt niet werkelijk tot het persoonlijk geweten van den lezer, en daar ligt toch o.i. „Gods kans"! Als dit de eerste R.K. publicatie is in de Libellen-serie dan is met dit boekje geen gelukkig begin gemaakt.
Prof. Dr. W.J, Aalders, Neutraliteit. Een woord over onze levenshouding, uitg. Bosch en Keuning, Baarn, Libellenserie no. 138 (1936) f 0.45. Dit is een kort maar krachtig betoog om in de levenshouding alle neutraliteit te laten varen en het tot een beslissing in het leven te laten komen. Onze tijd heeft dringend behoefte aan zulke korte, en kernachtige vertoogen; in de algemeene chaos, waarin we dreigen meegesleurd te worden hebben we geestelijke leiders noodig, die ons door hun moedgevend, ter verantwoording roepend woord voor vertwijfeling en onverschilligheid en defaitisme bewaren. Een van die aangewezen leiders is de man, die zoo suggereerend schreef over „den nood des tijds": prof. Aalders. Zijn stijl is vaak afgemeten, scherp en precies, hij voert een gesprek met U, zijn lezer, waarin geen woord teveel gezegd wordt, er wordt een greep op Uw ziel gedaan, een aanklacht en een opwekking tegelijk; ge móógt niet neutraal zijn: ten opzichte van Uzelf niet, Uw medemensch niet, Uw gezin niet, de school niet, de kerk niet, de staat niet, God niet. Zoo is dit gesprek inderdaad een aangrijpend gesprek, hartstochtelijk, het gaat er om „te zijn of niet te zijn". Inderdaad: de nood is groot, vooral de geestelijke nood, de nood der neutraliteit. Laat ieder met aandacht luisteren naar dit aangrijpend verhaal en tot een beslissing laten komen over eigen leven. H. v. O.
Bredasche Courant, 28-11-1936

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster