|
|
|
W. Ziethe Dertien oogen, druk 3, 16 blz. | In dit boekje wordt de geschiedenis verteld van den soldaat Hendrik Lichtenberg, die door zijn dapper en goed gedrag in hooge gunst stond bij den Grooten Keurvorst, doch de jalouzie had opgewekt van een anderen soldaat, Rudolf. Midden op straat wordt Hendriks verloofde vermoord. Hendrik en Rudolf worden beide beschuldigd. Een godsgericht moet ten slotte beslissen. Wie de hoogste oogen werpt met twee dobbelsteenen is onschuldig. De ware schuldige werpt het eerst: twaalf oogen. De onschuldige werpt daarna - 13; want een der dobbelsteenen is gebroken en de beide stukken wijzen zes en één aan. Natuurlijk gaat nu de onschuld vrij uit, en ontvangt de schuldige zijn rechtvaardige straf. De vertelling is in rustigen stijl geschreven. Wat ouderwetsch romantisch. Dat er een leiding Gods bestaat in het menschenleven, en dat de Heere vaak van geringe middelen gebruik maakt om Zijn raad te volbrengen, komt wel tot zijn recht. Toch hebben we tegen dit boekje eenige bezwaren. Waarom moet reeds in een kinderboekje voor de jongste leerlingen bestemd, bijna dadelijk een meisje optreden, dat trouwt met den held? In de kinderlectuur vlechte men geen "liefdeshistorie" in. De kinderen doorzien niet den samenhang van de schalmen uit den verhaalketen. Ze weten niet recht wat minnenijd is, en nog veel minder, wat een godsoordeel wel mag zijn. Vandaar dat het boekje meer geschikt is voor jongelieden. Wij hebben bedenking tegen dergelijke romantische ontknoopingen, wijl zoo licht de indruk wordt gewekt, dat Gods leiding uitsluitend in buitengewone dingen van onverwachts ingrijpen openbaar wordt. De Schrijver eindigt met het woord van Job: "God zal dien bevrijden, die onschuldig is (Hoofdst. 22:30). Intusschen staat er juist het tegenovergestelde: Hij zal dien bevrijden, die niet onschuldig is. Wij achten dit boekje noch door zijn inhoud, noch door zijn vorm geschikt voor jonge kinderen. Voor de oudste leerlingen kan het onder voorbehoud worden aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1916 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
W. Ziethe Dertien oogen, druk 4, 16 blz. | Hendrik, die onder vanen van den groote Keurvorst dient en zich in diens bijzondere gunst mag verheugen, heeft een vijand in Rudolf, die hem zijn geluk niet gunt. Deze doodt zelfs de verloofde van Hendrik en de verdenking van den misdaad te hebben gepleegd, rust op beide jongemannen. Als het verhoor geen opheldering oplevert, moet het lot beslissen. Rudolf, de schuldige, werpt twaalf oogen. Iedereen heeft medelijden met Hendrik, want meer zal hij toch niet gooien. Maar het wonder geschiedt. Als hij de dobbelsteenen werpt, breekt een daarvan in twee helften. Een zes en een één liggen naar boven gekeerd, terwijl ook de andere steen zes punten aangeeft. "Dertien oogen" roept de heraut en een juichtoon klinkt uit de monden van de vele vrienden. De schuldige daarentegen bezwijkt onder dit getuigenis en bekent zijn misdaad volledig. Versierd met één plaatje; wat uit den tijd; geschikt voor den middenleeftijd, matig aanbevolen. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1921 |