|
|
|
H.A. Wijmans Domme Sytse, druk 1, 61 blz. | G. K. C. 0. 10 t. d. t. 60 cent. Syste is op school zeer achterlijk, waardoor hij bij meesters en leerlingen den naam van domme Sytse heeft gekregen. De jongens plagen hem veel, zoodat hij groot verdriet heeft, en de meester begrijpt hem niet. Toch is er iets flinks in Sytse, waar hij alles wil doen om z'n ouders te helpen en hij lijdt meƩ, als Vader, die visschor is, na een storm op zee niet weerkeert. Gelukkig komen z'n Vader en z'n broer weer veilig terug al is er ook groote schade geleden. Een groot verdriet heeft Sytse als hem zijn sneltje (een vischtuig) en zijn geep (een soort snoekachtige visch) worden afgestolen, maar door den nieuwen meester, die beter paedagoog is dan de oude, komt alles terecht. Sytse gaat nu graag naar school en de invloed van den nieuwen meester doet een beteren geest onder de kinderen heerschen. Als Syste eindelijk van school gaat, kan de meester zeggen: niet domme Sytse, maar flinke Sytse. Dit jongensverhaaltje is heel aardig verteld. De tegenstelling evenwel van meester Botman en meester Bonda is meer een les voor de onderwijzers dan voor de kinderen. Het is zelfs twijfelachtig of het wel goed is, voor de kinderen een onderwijzer te teekenen, die zoo onpaedagogisch is als meester Botman en over wiens vertrek ze ten slotte allemaal blij zijn. Uitgenomen deze opmerking kunnen we overigens den inhoud wel goedkeuren. De strekking valt wellicht in dezer voege te formuleeren: Oordeel niet naar den schijn. Want ook in een dommen jongen kan meer zitten, dan ge vermoedt; er kan ook ijver zijn, waar de oppervlakkigheid niet dan luiheid ziet. De zonden van leugen, dieverij en plagerij, die bij kinderen voorkomen, worden bestraft. Ze moeten gelaten worden om Gods wil (blz. 36). Waar van schuld en zonde sprake is, had ook gewezen kunnen worden op de vergeving om Jezus wil. Nu komt de naam van onzen Heere Jezus Christus in het boekje niet voor, en wordt een krachtig middel tot evangelisatie gemist. De teekeningen van Poeder bevallen ons wel. Onze hoofdaanmerking bovengenoemd heeft een matige aanbeveling ten gevolge. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1927 |