Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Marie

Donkere tijden in een jongensleven , druk 1, 80 blz.
Dit verhaal is een variatie op de gelijkenis van den verloren zoon. Een oude geschiedenis in een nieuw kleed gestoken. Gerard Frensen toont reeds als kind sporen van een loszinnig karakter. De liefde tot zijn moeder weerhoudt hem echter van veel kwaad. In slecht gezelschap geraakt, komt hij van kwaad tot erger: hij verzuimt zijn werk, en wordt een kaartspeler. Om zijn speelschuld te betalen, besteelt hij zijn moeder, verlaat met haar spaarpenningen het ouderlijk huis en komt in Amsterdam terecht in een dievenbende. Zijn moeder wordt daardoor zoo geschokt, dat haar toch reeds zwak gestel dat niet kan doorstaan. Zij sterft, doch niet zonder den troost als antwoord op haar gebed, dat de verdwaalde nog wel zal wederkeeren. Hij komt ook terug, daar hij aan het kwade gezelschap weet te ontvluchten; doch zijn moeder vindt hij niet meer. Een huiselijke Kerstfeestviering besluit dit zeer goed geschreven verhaal. Het boekjes bevat aangrijpende schilderingen. Vooral in Hoofdst. IV. Het is voortreffelijk uitgevoerd. Mooie plaatjes. Heldere druk. Voor onze jeugd zal dit verhaal een ernstige waarschuwing zijn tegen het zetten van den eersten stap op den weg der zonde. Het is niet "preekerig", maar zal van het begin tot het einde met toenemende belangstelling ook door onze jongens worden gelezen. Sommige passages in dit verhaal zijn niet zonder ernstige bedenking. Op pag. 27 wordt medegedeeld, hoe Gerard aan zijn vader vertelt, wat er op de "clubvergadering" wordt gedaan. Er wordt "een kaartje gelegd of iets dergelijks; een enkele gebruikt een borreltje", enz. We zouden natuurlijk van een Christelijk huisvader verwachten, dat hij onvoorwaardelijk aan zijn zoon het "lidmaatschap" van zulk een club verbood. Maar tot onze verwondering lezen we op pag. 28, waar de vader sprekende wordt ingevoerd: "Zou het niet veel beter zijn, als je hoogstens twee maal per week die avondjes bezocht en verder flink met je studie voortgingt?" Dat is een vlekje, waarop we wel moeten wijzen. Gebeurde zoo iets in de werkelijkheid, dan zou een godvruchtig vader zich gewis en terecht er van beschuldigen, mede de oorzaak te zijn geweest van den val van zijn kind. Ook de teekening der geheimzinnige omgeving in Amsterdam, waar door de politie een huiszoeking wordt gedaan, is een donkere bladzijde in dit anders voortreffelijke werkje. Het komt ons voor, dat onze Schrijvers zulke deuren voor de jeugd gesloten moeten houden. De strekking dezer vertelling is uitnemend. Zij brengt een ernstige waarschuwing tegen verkeerd gezelschap. Een waarschuwing, die niet te vaak kan worden herhaald. Ook doet de schrijfster zien, dat Gods genade den verst afgedwaalden zondaar in den weg van geloof en bekeering vermag terecht te brengen. Onder den zegen des Heeren kan dit boekje een groote roeping vervullen. Vooral in onzen tijd, waarin zoo menig Christenouder diepe smart draagt over een verloren zoon of dochter. Wij achten deze pennenvrucht voor de grootste jongens (ook de meisjes sullen haar gaarne genieten) in het bijzonder geschikt. Wij bevelen het boekje dan ook van harte aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1907

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Marie

Donkere tijden in een jongensleven , druk 1, 80 blz.
Onderwerp : een verloren zoon. Zeer schoon geteekend - natuurlijke verzoekingen. We kunnen ons zulk een jongen voorstellen. Met klimmende belangstelling lezen we het boek, en verheugen ons in het eind. Het stelt ons te leur, dat Gerard zijne moeder niet levend weerziet - maar - 't bevredigt eenigszins, omdat 't nu niet alles goed afloopt. Gerard leert in de kracht Gods overwinnen langs een moeilijken weg. Jammer, dat 't Kerstfeest er bij gehaald moest worden. Taal en stijl zijn goed. Leeftijd boven 12 jaar. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907
Marie

Donkere tijden in een jongensleven , druk 2, 77 blz.
Gerard Frensen, een jongen met een zwak karakter, wordt door slechte vrienden op 't verkeerde pad gebracht. Hij leert drinken en kaartspelen; verliest geld daarmede, besteelt zijn ouders om de speelschuld te dekken en ontvlucht de ouderlijke woning. Zijn zwakke moeder wordt ziek van verdriet; kwijnt weg en sterft spoedig. Gerard heeft zich te Amsterdam bij zijn slechte kameraads aangesloten, die zich schuldig maken aan inbraken. Door de hulp van een oude vrouw weet Gerard nog tijdig te vluchten; die vrouw heeft hem nog reisgeld gegeven voor Rotterdam en het adres van haar broer. Deze laatste is een ernstig christen, die Gerard opneemt en hem werk geeft. Hij wint Gerard's vertrouwen, zoodat Gerard ten slotte zijn hart eens voor hem uitstort. Hij vraagt tevens verlof om naar zijn ouders terug te keeren vooral nu hij genoeg over verdiend heeft om 't gestolen geld terug te betalen. Hij gaat; het feit dat zijn moeder gestorven is, schokt hem diep; zijn vader neemt hem vol liefde weer in huis. Hij komt tot inkeer en wordt een degelijk man. 't Boekje teekent 't gevaar van slechte vrienden. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1919