|
|
|
Wilha. Riem Vis Edelman en bandiet, druk 1, 110 blz. | Geïll. gecart. omsl. 3 zw. Pl. 50 ct. Lectuur, die de uitbreiding van 't Evangelie behandelt onder de Heidenen, is voor onze jongelui, vooral in onzen tijd van meer opgewekt zendingsleven, een uitstekend ding. De Schrijfster heeft daarom met dit boekje wel een goede gedachte verwezenlijkt, te meer wijl ze op den bodem der Schrift blijft. Het verhaal heeft ten doel de intrede en den voortgang van het Christendom in Japan te beschrijven. De hoofdpersoon is de heidensche jonge edelman Akri, wien al zijn goederen ontnomen zijn, die daarna ook uit zijn betrekking ontslagen wordt en, de wanhoop nabij, zich bij een roovertroep aansluit. Hij komt echter in aanraking met een Christen-Japannees. die hem op den goeden weg leidt. Nu verlaat hij de rooversbende en wordt ten slotte in het bezit van al zijn goederen hersteld door heer Simosa, die ze onder zich heeft en ook Christen geworden is. En Akri, en Simosa en de zendeling Haki (om hem zoo eens te noemen) besteden hun verder leven, om hun landgenooten met het Evangelie der zaligheid bekend te maken, velen ten zegen. Het boekje is netjes uitgevoerd. Het verhaal geeft iets anders dan de eenigszins sensationeele titel zou doen vermoeden. Voor kinderen is het niet eenvoudig genoeg. Niet alleen om de vreemde Japaneesche namen, die het onthouden moeilijk maken, doch ook om het groot aantal tafereeltjes en hoofdpersonen. Men moet met veel aandacht lezen, om het een uit het ander te houden. Wijl het liefde voor de zending wil wekken, kan het worden aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1912 |
Wilha. Riem Vis Edelman en bandiet, druk 1, 110 blz. | In dit aardige verhaaltje wordt ons de verbreiding van het Evangelie in Japan medegedeeld. De geschiedenis van Akri, die ten gevolge van de eigenaardige Japansche wetten uit de bezitting zijns vaders wordt verdreven, zich in wanhoop aansluit bij de bende der Ioninen, doch uit de handen van een bekeerden Japannees het »wonderbare Boek« ontvangt en daardoor zelf tot grooten zegen wordt, zal ongetwijfeld den jeugdigen lezer boeien en hem geestelijk bouwen. Taal en stijl zoowel als het uitwendige van het boekje zijn uitmuntend verzorgd. Het is aan te bevelen voor 12 à 14-jarigen. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912 |