|
|
|
Johanna Een berengeschiedenis, druk 1, 40 blz. | Op de Zondagsschool wordt verteld van de jongens te Bethel, die door beren worden verscheurd. Kort daarna komen er berenleiders op de markt, die een paar getemde beren bij zich hebben. Voor Hugo en Henkie een groot genot. We maken een voorstelling mede; ons oog wordt getroffen door een idioot, dien de straatjongens dwingen, om daarna voor beer te spelen; vervolgens zien we een bloederig straattooneel, als de idioot op een scherpen steen valt; eindelijk een schriktafereel in een bedstede, waar de twee jongens den op den trap komenden "Sultan" (een hond) voor een losgebroken beer houden, en dan roepen in hun angst tot " den lieven Heer" ; en Hem beloven, mallen Driekus iets te zullen geven. Ze geven hem een van de dekens uit hun bed, met toestemming der moeder. Van alles en nog wat beleven wij dus hier. De kinderen zullen bij het zien van de plaatjes natuurlijk aanstonds nieuwsgierig worden; een dansende beer en een aan een touw-gebonden idioot, dat trekt; daarbij is het verhaal vlot geschreven en boeiend verteld. Toch hier en daar wat slordig: b.v. al dadelijk in het begin: "die netjes over de slaapplaats van het tweetal was uitgebreid geweest, van haar plaats geraakt." Ook is de stijl niet goed verzorgd. De strekking van deze berengeschiedenis is zoek; 't is er op uitgeloopen, dat een mishandelde idioot, voor twee jongens en dat nog wel door nachtelijken angst, voorwerp van medelijden en barmhartigheid wordt. Misschien wil de Schrijfster laten uitkomen, dat God het gebed ook van kinderen hoort; en dat wij volbrengen moeten, wat wij den Heere beloven. Doch alles ligt in dit verhaal te veel overhoop, om deze gedachte tot haar recht te doen komen. De zonde, die er ligt in het bespotten en plagen van een ongelukkigen idioot, komt niet genoeg uit. Van spijt en vergeven wordt gesproken, maar van schuldvergeving om Jezus' wil is geen sprake. Schuld is niet goed te maken met iets aan den ongelukkigen Driekus te geven. De teksten en psalmversjes komen er bij, om een Christelijk vernisje aan het weinig beteekenend verhaal te geven. Het Christelijke zit er niet in. Halve kermispret, straatschenderij, sidderen in een bedstede etc., zoo'n mengelmoes in een kort bestek, en dan daarbij nog dat religieus sausje. 't Is een zuur mengsel, slecht voor kindermagen! Zonder aarzeling leggen wij dit boekje als geheel onbruikbaar ter zijde. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1916 Open Jachin-boekbeoordelingen. |