Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Phé Wijnbeek

Droomeliesje, druk 1, 47 blz.
meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van 6 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Het verhaal vertelt ons van een lief, knus huisgezin, met een klein meisje, dat zeer week, eenzijdig wordt opgevoed. Altijd bij moeder is "Droomeliesje" en voelt zich daar alleen thuis. Eindelijk krijgt ze een broertje en dat geeft een wending in haar denken, haar leventje wordt nu anders. Algemeene op- of aanmerkingen: Zeer matig aanbevolen voor de kleinste leerlingen. Bij gebrek aan betere bruikbaar.
Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1934

Open Boekbeoordeling.
Phé Wijnbeek

Droomeliesje, druk 1, 47 blz.
G. K. 0. 8 t. d. t. 25 cent. Dit boekje is geheel "anders" dan andere. Reeds de opdracht op het titelblad "Voor M." legt daarvan getuigenis af. Dat iemand zijn dissertatie aan "M." zou opdragen, zou niet vreemd zijn immers de promotie beteekent het bereiken van een vurig begeerd en met zwoegen bereikt levensideaal. Maar dat een kinderschrijfster zoo doet, is nooit eerder vertoond en o.i. ook geheel buiten de orde. Want deze opdracht beteekent een raadseltje, dat geen kind oplossen kan. Het beschrijft in eigen stijl, bijna in een "zoete voois" de dagdroomen van een gevoelig meiske van een jaar of drie vier. Ze wordt door haar moeder geleid in een droomenland, waar de behangselfiguren, de poppen, de bloemen enz. verhaaltjes fluisteren en haar leven komen vullen met poëtische fantasie. Met andere kinderen spelen gaat niet: ze is daarvoor te verlegen. Later gaat ze naar Opa en Oma, waar ze door Oom Wim op haar gemak gezet wordt. Als ze weer thuiskomt, is er een broertje, dat straks een groot deel van haar kleine attentie inneemt en dat haar weer brengt tot het beleven van de werkelijkheid. De stijl is aanmerkelijk beter dan van vele soortgelijke boekjes. Het verhaaltje is Christelijk, in zoover telkens de naam van " den lieven Heer" genoemd wordt als de gever van zon en bloemen en van alles goeds. Er komt ook in dit boekje iets voor van bidden. Als alle fantasie gaat ook hier de verbeelding soms te ver, bv. "de lieve Heer heeft het blaadje gemaakt, en als het groot is, zal het den Lieven Heer altijd danken er voor." " De Lieve Heer houdt vast veel van de zon". Waarom heeft de schrijfster de woorden niet in lettergrepen afgedeeld? Het spijt ons, dat we dit wèl origineele boekje voor onze Zondagsschool niet kunnen gebruiken. 't Zou heel geschikt zijn voor den Protestantenbond. 't Voornaamste ontbreekt er volkomen in.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1934