|
|
|
J.H. van der Lichte Een dappere baanveger, druk 1, 54 blz. | G. K. C. 0. 8 t. d. t. 60 cent. Dat het stelen ook van kleine dingen, die weinig waarde hebben, zonde is, wordt in deze eersteling van een jong auteur goed duidelijk gemaakt. Jammer, dat het thema zoo allergewoonst, oud en versleten is. 't Is alweer het befaamde gelukkige ongeluk, zelfs naar het bekende ijs-gevaar-recept, waardoor het traditioneele pak met levensmiddelen en nog veel meer aan een arme weduwe ongedacht in handen komt. Het kleine voorwerp, dat gestolen werd, is een Kerstboompje: tengevolge van dezen diefstal uit een bosch met duizenden Kerstboomen, wordt aan de weduwe, wier zoon de dief is, door den rentmeester de huur opgezegd. Als baanveger tracht hij wat te verdienen, redt het dochtertje van den baron, wordt uitermate beloond, en de rentmeester wordt ontslagen. 't Ontbreekt er nog maar aan, dat de dief rentmeester wordt in zijn plaats. Met dit alles is tegelijk ons bezwaar tegen dit boekje gegeven. Hiertegenover staat, dat het boekje zeker aantrekt door levendigen inhoud en door vlotte verhaaltrant. 't Raakt ook het onderwerp van de sociale verhoudingen even aan. Dat we beginnen moeten, de schuld bij onszelf te zoeken, is een wijze les. Dat we ze van harte belijden moeten, is uitnemend. Ofschoon de Kerstboom hier geen eerste en zelfs geen eereplaats inneemt, staat hij toch teveel in het centrum van de handeling. Wijl uitdrukkelijk vermeld wordt, dat de Kerstvreugde daarin niet bestaat, en dat met het dooven van den Kerstboom de Kerstvreugde niet weg is, nemen we er vrede mee. Toch ware een waarschuwing tegen veruitwendiging van de Kerstfeestviering door den Kerstboom niet overbodig. Het thema maakt, dat we dit boekje, ofschoon we het aanbevelen, niet met geestdrift kunnen aanprijzen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1926 |