Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



J. van Westenbrugge

Een jongen, die durfde, druk 1, 99 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10~14 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Jaap Brouwer heeft appels gestolen. Bij een poging om te ontvluchten valt hij in een sloot. Tegelijk valt hij ook in handen van veldwachter van Dijk. Zoo wordt hij naar den burgemeester gebracht, die hem beveelt om de appels terug te brengen. Sinds staat hij bij van Dijk in een slecht blaadje. Als Jaap een kind uit het water redt, denkt de veldwachter, dat hij er het kind eerst in heeft geduwd. Jaap werd ernstig ziek vanwege de groote inspanning. Gelukkig herstelt hij weer. Dan krijgt hij een mooi geschenk voor zijn heldendaad. Tijdens zijn ziekte hebben de burgemeester en de veldwachter wel hun belangstelling getoond. De laatste maakt zijn excuus, omdat hij door zijn praatachtigheid aanleiding gegeven heeft tot valsche beschuldiging. Algemeene op- of aanmerkingen: Een heel aardig jongensboek. Er worden wel wat lange uitweidingen gemaakt over kleinigheden. Jaap denkt nogal eens niet als kind, maar als volwassene. Het ademt wel een christelijken geest. Nieuwe spelling. Het woord Heer wordt gebruikt.
Conclusie: aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.
J. van Westenbrugge

Een jongen, die durfde, druk 1, 99 blz.
G.K.C.O. (Cart. band). 11 t.d.t. 't Is waar, dat de kunst moeilijk is en de kritiek gemakkelijk, maar 't is toch ook waar, dat het gegeven van dit boekje zóó volstrekt afgeduimeld is, dat ieder het verloop in groote lijnen al voelt aankomen. Jaap Brouwer is een echte kwajongen, vol streken, maar met een eerlijk hart. Hij heeft appels gestolen en wordt op heeterdaad betrapt. Veldwachter Van Dijk, een zeer wantrouwend man, brengt hem naar den burgemeester, die Jaap echter met een ernstige bestraffing laat loopen. Later toont Jaap z'n goede hart en z'n durf, door een klein jongetje, dat in 't water is gevallen en dreigt te verdrinken, van een wissen dood te redden. 't Gevolg is echter, dat hij zelf ernstig ziek wordt. Velen toonen nu hun waardeering en medeleven, inzonderheid de ouders van het geredde kind. Jaap herstelt langzamerhand en komt ook met veldwachter Van Dijk weer in een goede verstandhouding. Een bezoek aan een woonwagenkamp is door het verhaal heengevlochten en geeft een aardige afwisseling. De typographische verzorging is zooals we dat van Meinema gewoon zijn, best papier, keurige illustraties. Alleen past de bandteekening niet bij die van blz. 36. Ze beelden hetzelfde moment uit, maar een kind zelfs ontdekt terstond, dat de eene teekening met de andere in strijd is. Dit verhaal maakt wel duidelijk, dat Jaap vergeving noodig heeft voor bedreven kwaad. Als hij ziek te bed ligt en vreest te moeten sterven, terwijl zijn geweten hem beschuldigt van allerlei zonde, komt moeder en wijst hem op den Goeden Herder, van Wien hij toch graag een schaapje wil zijn. „Moeder ging nog een poosje zoo door," vertelt de schrijver. Waarom vertelt de schrijver nu niet, hoe en met welke woorden moeder voortging ? Waarom hier niet — op kinderlijke wijze — gewezen op het schulddelgend lijden van Christus? Dat missen we hier. En als het straks ernstig is met Jaap, en Vader en moeder beiden bij het bed zitten, angstig en bezorgd, wordt van een gezamenlijk gebed niet gesproken. Dat was o.i. hier zeer op z'n plaats geweest. Om dit belangrijk tekort geschiedt onze aanbeveling onder reserve.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938