Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



P. Lyklema

Een droeve en een blijde Kerstdag of de macht van het voorbeeld, druk 1, 71 blz.
Geill. Gekt. omsl. met 2 gekl. pl. Prijs 40 cent. Dirk, de scharenslijper, neemt zijn zoon, die toch altijd verzuimde, van school. Dirk is een dronkaard, zijn zoon Hein wordt de schrik van de buurt. Op een Kerstdag wordt Dirk door een trein overreden. Hein komt bij twee vrome oude luitjes in huis. Hun voorbeeld, hun liefdebetoon, hun eenvoudig onderricht, roepen bij den jongen betere gevoelens wakker. Op een keer gaat Hein uit nieuwsgierigheid op een stoomboot, doch als hij er op is, vaart de boot ongemerkt weg. Daar Hein geen geld heeft, wordt hij bij de eerste aanlegplaats aan land gezet, raakt aan het dwalen, ontmoet een krankzinnige, valt in handen van een goddeloozen kermisreiziger, wordt mishandeld, maar weet eindelijk den kelder te ontvluchten in gezelschap van een meisje, dat ook was opgesloten. Ze varen in een bootje weg, en komen terecht bij een burgemeester, Strandvonder, die de broer van Heins weldoener blijkt te zijn. Alles komt nu terecht. Hein wordt eindelijk burgemeester en Saartje, zijn metgezellin, wordt zijn vrouw. Romantisch genoeg dus. Ziedaar den korten inhoud van het allerwonderlijkste verhaalje, zóó rijk aan griezelige gebeurtenissen, dat men er akelig van zou worden. Voor onze kinderen is het dus geheel ongeschikt. De droeve Kerstdag is de dag van Dirks droeven dood. De blijde Kerstdag is die, waarop de broeders elkaar weervinden. Dat één der personen van 't verhaal een Kerstzegen ontvangt, blijkt niet. Van het Kerstevangelie geen sprake. "De macht van het voorbeeld" is de tweede titel. Duidelijk blijkt de invloed van 't slechte voorbeeld. Het goede voorbeeld weerhoudt Hein echter niet, om te luisteren naar de verleidende stem van een gewetenloos man. - Van de nood-zakelijkheid der bekeering, van zondevergeving, van den eenigen Zaligmaker geen Sprake. Behalve hierdoor, laat het verhaal ons ook onbevredigd, omdat vele verwachtintgen in de eerste helft opgewekt, onvervuld blijven en alles zoo plotseling afloopt. Hier en daar is het verhaal wel boeiend, maar in 't laatste gedeelte is het veel te afwisselend en niet genoeg uitgewerkt. Op vele plaatsen is de stijl bovendien houterig en stijf. Ook stieten we op beslist onjuiste uitdrukkingen. Zoo vonden we b.v. "met hangende pootjes" naar school (bl. 39) voor "met tegenzin", "mooi weer spelen" (bl. 70) voor " vragen, bedelen." De beide uitdrukkingen hebben een andere beteekenis dan er hier aan gegeven wordt. Uit het verhaal zelf valt de strekking in het geheel niet op te maken. Ware het niet, dat zij op het titelblad te lezen stond, wij zouden haar niet kunnen. aangeven. Doch ook zoo kleeft aan de gedachte iets bedenkelijks, n.l. alsof een "goed voorbeeld" genoeg zou zijn. Bovendien komt de macht van het voorbeeld hier ook nog te weinig uit. Er is in dit verhaal veel voor de zenuwen, weinig voor verstand en hart. Daarom kunnen wij het niet aanbevelen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911

P. Lyklema

Een droeve en een blijde Kerstdag of de macht van het voorbeeld, druk 1, 71 blz.
Dit boekje vertelt, hoe de verwilderde Hein, zoon van »Dirk den Scharensliep« door »de kracht van een goed voorbeeld« (zoo is de titel van Hoofdstuk VI) beter gezegd: door den invloed van het christelijke gezinsleven een heel andere jongen wordt. Sommige hoofdstukjes zijn bijzonder aardig verteld, bijv. Hs. IV: Bij »Oude Jan« aan huis en 't bovengenoemde Hs. VI. Die ademen bovendien zulk een aangenamen gezond-christelijken geest, dat de lezing er van voor aankomende knapen en meisjes zeer nuttig kan zijn. Eén ding is echter jammer. In 't vervolg van 't verhaal worden de gebeurtenissen hoe langer hoe meer buitengewoon, onnatuurlijk, fantastisch. In Hs. VIII begint het al, als Hein bij vergissing met de stoomboot meegaat. In IX en X moeten »Simpele Jaap« en »Dronken Joe« het prikkelende van de lectuur verhoogen; zoo'n paar figuren zouden wij liever in een kinderboek niet zien. Vooral met den eerste moet men diep medelijden hebben, maar of de jonge lezers dat zullen voelen? Hij schijnt alleen als décor dienst te moeten doen. Dan wordt het een opeenstapeling van onwaarschijnlijkheden; de tocht met de roeiboot, die met eb de rivier uit- en de zee indrijft, terwijl de kinderen eindelijk terechtkomen juist bij den broer van Heins pleegvader, bekroont deze wonderlijke, avontuutlijke historie, die werkelijk al te »gezocht« is, of 't althans ten slotte wordt. Geheel onberispelijk is de taal niet. Op blz. 5 leest men: »Dat dit zoo was, kwam daardoor dat ...« Op blz. 6 niemand wenschte graag naast »Lowenwind« te zitten. Op blz. 37: »eindelijk schoven de menschen elk de breede kerkdeuren uit.« De bladzijden 68-70 zijn op houterige, onnatuurlijke wijze geschreven, zoodat men 't boekje ten slotte onvoldaan uit de handen legt. De schrijver heeft het te mooi gemaakt, te romantisch, tot bij het buitenissige af. Op deze wijze wordt de smaak licht bedorven. Niet zeer aan te bevelen. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911