|
|
|
Ida Keller Een klein woord, maar van groote kracht, druk 1, 78 blz. | Geïll. Omsl. in kleuren. Gecartonneerd. 1 gekleurd en 2 zwarte plaatjes. Prijs 35 ct. Arthur Serge, de oudste zoon eener weduwe, verlangt naar zee. Moeder heeft vele bezwaren. Ze hield hem liever thuis, maar Arthurs verlangen komt telkens weer boven. Moeder tracht hem een betrekking te bezorgen, waardoor, naar zij hoopt, die trek naar zee wel over zal gaan. Zoo komt hij bij zijn oom, een bloemkweeker te Vlissingen. Eerst gaat het goed; maar hij raakt in kwaad gezelschap, dat hem eindelijk overhaalt, om toch naar zee te gaan, zonder voorkennis zijner moeder. Het zeeleven bevalt hem echter niet. Hij ontsnapt van het schip en tracht door harmonicaspelen in zijn onderhoud te voorzien. Ten slotte geraakt hij bij een arme weduwe, Virginie, die hem zeer vriendelijk behandelt, en hem weet te bewegen, tot zijn moeder terug te keeren. Weldra is dan zijn leed geleden en de blijdschap in het gezin teruggekeerd. Twaalf jaar later wil Arthur Virginie, die in Italië woont, met moeder, broers, zusters en oom gaan bezoeken. Zij gaan wel op reis, maar of zij haar nog ontmoet hebben, wordt niet verteld. In dit opzicht een onbevredigend slot. Het onderwerp: "Een jongen, die naar zee wil, stil weggaat en berouwvol terugkeert" is niet nieuw. Het verhaal in dit genre is echter niet onaardig. Toch komt er hier en daar iets in voor, dat minder natuurlijk is, ja, het kenmerk van onwaarschijnlijkheid draagt. Het kleine woord, maar van groote kracht, n.l, "Kom", wordt wel wat opzettelijk te pas gebracht, ofschoon in de geestelijke aanwending, die er van gemaakt wordt, een recht Christelijke gedachte ligt. In de geestelijke gesprekken, die in het verhaal voorkomen, komt wat te veel uit, dat de Schrijfster haar gedachten den sprekenden personen op de lippen legt. Ofschoon het verhaal nogal boeiend geschreven is, is de godsdienstige voorstelling, die er in voorkomt, niet bijzonder in den kindertoon en soms boven hun bevatting. Als gezegd wordt, dat Pico, de jongste zoon van moeder Virginie, door haar woord geëlectriseerd wordt, is dit misschien voor de jeugdige lezers en lezeressen minder duidelijk. Het boekje heeft een goede strekking. In 't verhaal komt uit, dat het volgen van eigen wil tegen den uitdrukkelijker wensch van vader of moeder, meestal in gevaar en ellende brengt. Het geloof der ouders wordt in hetgeen hun wedervaart met hun kinderen, soms ernstig beproefd, doch op het gebed schenkt de Heere, zij het ook langs ongedachten weg, soms bijzondere verhooring. Niet het minst legt de Schrijfster er den nadruk op, dat het noodzakelijk is, aan de roepstem des Evangelies gehoor te geven, om te deelen in de zegeningen des heils, die Christus heeft verworven en de Heere uit genade wil schenken. Zeker worden ook niet zonder bedoeling in 't verhaal ingevlochten de goede zorg van Mevrouw Serge voor haar dienstmeisje en wederkeerig haar medeleven in de lotgevallen van haar Mevrouw. Wijl dit boekje onder Gods zegen nut zal kunnen stichten, aarzelen we niet, het hartelijk aan te bevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1912 |
Ida Keller Een klein woord, maar van groote kracht, druk 1, 78 blz. | Arthur, oudste zoon van een fatsoenlijke maar behoeftige weduwe te Rotterdam, wil tegen moeders zin naar zee. Ze zendt hem naar zijn oom op de kweekerij bij Vlissingen, waar hij, telkens in verzoeking, eindelijk vlucht, geholpen door een Belgischen loods, die hem te Antwerpen voor een broer laat doorgaan en hem zoo als kajuitsjongen doet aanmonsteren op een boot van de Norddeutsche Lloyd. Men hoort niets van hem, daar ook de Belgische loods, ontdekking vreezend, de vlucht neemt naar Engeland. (Ieder voelt, dat zoo iets niet gebeuren kàn, maar in 't boekje gebeurt het allemaal). Plotseling komt Arthur in een Italiaansche Waldenzen hut op 't allerongedachtst voor onze verbaasde blikken weer te vcorschijn; tot elks verbijstering heeft hij geen moed, om na al zijn wederwaardigheden aan zijn moeder te schrijven, schoon hij diep berouw heeft; en als de Waldenzenvrouw Virginie hem niet terecht gebracht had, dan had misschien zijn moeder hem nooit weergezien. Als men daarop let, is 't geen wonder, dat hij met zijn moeder samen later geld opspaart, om een reisje naar Italië te doen. Dat is de korte inhoud van een verhaal, dat de kinderen wel lezen zullen. Zonder gebreken is dit boekje o. i. niet. Zooals men reeds begreep, is de opzet er van wel wat onwaarschijnlijk. En al slikken de kinderen dat wel, 't is toch o. i. een min of meer ernstige fout. We hebben in dit boekje zoo'n moederszoontje, dat uit huis een Bijbel meekrijgt, waarin zijn sinds overleden vader en zijn brave moeder beiden hun naam zetten, waarin zijn zusje een leesteeken en zijn broertje een kastanjeblad legde, en dien hij niet eens uit zijn koffer pakt! 't Is een mooi exemplaar van een jongen! Ook de stijl is alles behalve onberispelijk, de beeldspraak soms valsch, bv. blz. 7. We dwepen niet met dit soort boekjes en kunnen dit slechts matig aanbevelen. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912 |