|
|
|
Quirina Een kleine held , druk 1, 40 blz. | Dirk Wolters, oudste zoontje van een weduwe, gedreven door de begeerte zijne moeder te helpen in de voorziening van de behoeften van 't zware gezin, zocht werk; hij vindt het doch 't blijkt voor zijn krachten te zwaar; moedig strijdt hij. Door een gelukkige samenloop van omstandigheden komt hij bij een dame, die hem en de zijnen helpt. Het geloof, als kracht ook in den levensstrijd komt er wel wat stiefmoederlijk af. Als 't goed afloopt, wordt er gedankt, maar van een roepen om hulp,van een vast zijn in vertrouwen is schier geen sprake. Taal en stijl zijn goed. 't Boekje is geschikt voor jongens van 10 á 11 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907 |
Quirina Een kleine held , druk 1, 40 blz. | De kleine held, van wien dit boekje verhaalt, is Dirk Wolters, het twaalfjarige zoontje van een weduwe, die na den dood van haar man met zes kleine kinderen is achtergebleven. Zijn heldenmoed bestaat daarin, dat hij allerlei pogingen in 't werk stelt, om iets voor zijn arme moeder te verdienen. Eerst komt hij als loopjongen bij een gierige groentevrouw; daarna bij een tandarts, bij wien hij meer kan verdienen. Die dienst is hem echter te druk en gaat zijn krachten te boven. Toch tracht hij zich goed te houden voor zijn moeder en ook voor zijn heer uit vrees van weggezonden te worden. Zoolang hij kan, houdt hij het vol. Maar ten slotte moet hij 't opgeven. Hij wordt ernstig ziek door overspanning. Doch nu ontfermt een rijke oude dame zich over hem, die hem in haar dienst neemt en de zorg voor zijn moeder en haar gezin op zich neemt. Veel bijzonders geeft dit verhaaltje, dat het meest geschikt is voor jongere kinderen, niet. Het wil ons doen zien, wat zelfs een kleine, flinke jongen vermag. Het prijst bij zijn lezers liefde tot en eerbied voor de ouders aan, en vermaant hen, dat zij alles in 's Heeren handen zullen stellen, die 't op zijn tijd wel maken zal. De stijl dezer vertelling is vloeiend en de taal meestal goed. De vorm van dit boekje verdient allen lof. Het ziet er bepaald lief en aantrekkelijk uit. De plaatjes zijn mooi. De druk is helder. 't Is in één woord keurig uitgevoerd, juist zooals wij het voor onze kinderen verlangen. Het godsdienstig element in dit verhaal is zwak, zelfs oppervlakkig. Het zou reeds veel gewonnen hebben, als er ook in gesproken was van zonde en genade, en dit in verband met het borgtochtelijk lijden van Christus. Wel hooren we van Jezus, maar niet van Hem als den Middelaar. Ook krijgen we telkens een gebed van den knaap als "Heer! asjeblieft, laat mij niet naar het gasthuis gaan." (blz. 28). Of "O Heer! laat ik niet ziek worden, asjeblieft", maar we konden van den 12-jarigen knaap meer hooren. Dat "asjeblieft" dient zeker om het kinderlijk te doen zijn. Toch meenen wij, dat dit ook wel op andere wijze kan bereikt worden. De Schrijfster gebruikt ook Heer voor Heere. Op blz. 37 staat: "Moeder!" zei Dirk, "als er niet in den Bijbel stond, dat de engelen vleugelen hebben" enz. Geeft dit geen verkeerden indruk? Want al lezen we van de vleugelen der serafs b.v. Jes. 6, toch dienen knapen van 12 jaar te weten, dat engelen geesten zijn, die waar ze in menschelijke gedaante verschenen, geen vleugels hadden. Die verkeerde voorstellingen, dikwijls door plaatjes verwekt, moeten niet versterkt, maar bestreden worden. De strekking gaat evenwel niet tegen de Schrift in; integendeel, in dit verhaal wordt juist naar den Bijbel verwezen. Daarom willen we dit boekje niet afkeuren. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1907 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
Quirina Een kleine held , druk 1, 40 blz. | Noemde ik zooeven reeds Samoea en Ronto, het is slechts een uit vele, want het was een lijvig pak dat de heer Callenbach mij als zijne nieuwe uitgaven toezond, en op 't eerste gezicht dacht ik: de uitgevers geven zich toch wel moeite. Wat zien die boeken er smakelijk uit. Bijzondere aanbeveling verdient: "Van iets heel prettigs", door Aletta Hoog. Echt kinderlijk, eenvoudig, frisch, geeft het ons een aardig kijkje in Noorwegen. Het behandelt iets nieuws en is een groote aanwinst voor Zondagschool en kinderkamer. Ook dit boekje hadden we gaarne wat langer gewenscht, het spijt ons als we aan de laatste bladzijde gekomen zijn. "Een Kleine Held", door Quirina. Zeer goed, uit het kinderleven gegrepen. We zijn blij, dat het den hartelijken jongen, die zooveel voor de zijnen over heeft, meeloopt in de wereld. Al weten we wel, dat het niet altijd zoo gaat, we geven dien kost onzen jongen kinderen toch liever dan die van b.v. "Levi de boekenjood" door Wilhelmina Riem Vis. Ook wel goed geschreven en lief geschilderd dat Joodsche gezin, waar ze zooveel voor elkaar over hebben, maar de slagen komen er wel wat heel hard in neer vallen. Van de zelfde schrijfster is ook "Anneke en Benita". Het titelblad en het tafereeltje in de kinderkamer beloven veel, ook de beide eerste bladzijden, zoo echt kinderlijk; maar dan wordt daar ineens alles bedorven door een jokkende kinderjuffrouw, die daarna bekeerd wordt en een jokkende dienstbode. "De Schat van den visscher", van de zelfde is ook een schat voor ons. Hoe levendig is hier de beschrijving van het leven op 't eiland Marken, We genieten er van en we houden van dien eerlijken flinken Arie met zijn kinderlijk geloof. Was na zoo vroolijken aanhef en degelijken voortgang de schrijfster wat verlegen met het eind? Wij meenen van ja, althans dat gedeelte, waar de vader van den vondeling op de proppen komt en zijn aardsche schatten meebrengt valt sterk af bij het andere. Overigens is een warme aanbeveling hier m.i. op haar plaats. Betsy geeft ons "Vischje en Hengelaar". Een uitmuntend kinderboekje. Hoe goed moet de schrijfster met kinderen kunnen omgaan, waar zij ook hier weer den "meester" zoo hartelijk tot den kleinen zondaar laat spreken. Ik verkies dit verre boven haar "Verkeerd en toch goed," dat dan ook zeker niet anders dan voor ouderen bedoeld is evenals "God zorgt voor de Zijnen," door Hesba Stretton waaruit weldadige rust, eenvoud en liefelijkheid ons, vooral in de eerste bladzijden, toestroomt. We zouden ook wel in zulk een allerliefst huisje willen wonen en vergeten een oogenblik het woelige leven om ons heen. De eenige aanmerking die ik heb is deze: of 't wel zeer opvoedkundig is hier een jong heer te doen optreden, die weldoet uit dankbaarheid omdat hij zoo gelukkig getrouwd is, terwijl de schrijfster ons even van te voren meedeelt, dat dit huwelijk is "zeer tegen den zin van zijn vader. | Boekbeoordeling in Het Kind, 7-12-1907 |