Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



J.A. Schalekamp

Een spoorwegramp op eersten kerstavond 1891 te Feyenoord, druk 1, 45 blz.
Koba Vermaas, de dochter van een vroeger welvarend, maar door wangedrag tot armoede vervallen metselaar, logeert met het Kerstfeest bij familie te Rotterdam. Zij wordt door 's Heeren hand bewaard, terwijl andere kinderen omkomen, overreden wordend door eenen trein, - als zij van het Kerstfeest huiswaarts koeren. De mededeeling daarvan en haar vrijmoedig kinderlijk woord treffen haren vader, in wiens hart Gods Geest reeds werkzaam is, en worden aan hem vruchtbaar gemaakt. Deze geschiedenis wordt boeiend beschreven. Vooral de bladzijde van de ramp zal spanning brengen in het hart der jeugdige lezers. Taal en stijl moesten ook hier beter verzorgd zijn. Vele taalfouten en vele kranke zinnen troffen wij er in aan. Ook begrijpen wij niet, waarom personen en plaatsen zoo menigvuldig alleen met de beginletters worden aangeduid. Dat klinkt onwelluidend, als het verhaal wordt voorgelezen. En waartoe is het noodig? Het noemen van plaats en naam is te meer een bewijs voor de waarheid der geschiedenis. Komisch vonden wij de samenvoeging: Dominee van B. en ouderling Van Rietveld. Een der recensenten vroeg: "Wat heeft die Ds. gedaan, dat wij zijnen naam niet mogen weten?" Twee mooie plaatjes en een keurige omslag in kleuren en goud maken ook dit boekje voor de jeugd zeer aantrekkelijk. Alleen begrijpen wij niet, waarom het plaatje tegenover blz. 16 staat; de tekst, waarbij het behoort, is toch eerst op blz. 28 te vinden. Het boekje heeft eene gezonde strekking. Een hoofdtrek is, dat God ook het gebed der kinderen wil verhooren, en dat deze, zonder wijsneuzig te worden, de gebreken en zonden der ouders tot den Heere mogen brengen. De bekeering van Vermaas wordt niet methodistisch, doch echt Bijbelsch beschreven. Eenerzijds is dikwijls de vernederende hand Gods het middel, om den zondaar op zijnen heilloozen weg staande te houden; andererzijds brengt des Heeren goedertierenheid vaak tot bekeering. In deze vertelling worden beide vereenigd. Wat wij jammer vinden, is, dat er wat ongezonde mystiek doorloopt. Daartoe behoort Grootmoeders half profetische uitspraak, als Koba naar Rotterdam zal gaan: "Wie weet, wat de Heere nog met je voorheeft?" En waarom moet Vermaas tot nadenken gebracht worden door eenen droom, en dat nog wel eenen droom na dronkenschap? Wij hadden liever vernomen, dat het Woord des Heeren indruk op hem gemaakt had terwijl hij nuchter was. Doch, hoezeer wij dat afkeuren, verhindert het ons niet, dit boekje aan te bevelen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1904

Open Jachin-boekbeoordelingen.