Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Jan van Groningen

Een zonnige zomer in Zuidland, druk 1, 110 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-14 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Rudolf Klaver moet voor zijn gezondheid een half jaar in Zuidland doorbrengen bij zijn tante. Hij voelt zich boven de dorpskinderen verheven en dat brengt menig conflict met de schoolmakkers. Maar tante mag vol blijdschap ervaren, dat er toenadering komt tusschen de jongens. En dan komt een ongeluk, dat geluk aanbrengt. Rudolf hoort het in zijn omgang met de jongens en in zijn dankbaarheid voor zijn redder, welk een verandering ten goede in hem is gekomen: Zoo kan hij aan 't eind zeggen: Dat het zoo heerlijk zou zijn in Zuidland, dat had ik nooit gedacht. Algemeene op- of aanmerkingen: Nieuwe spelling.
Conclusie: warm aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.
Jan van Groningen

Een zonnige zomer in Zuidland, druk 1, 110 blz.
G.K.C.O. (Cart. band). 11 t.d.t. Rudolf Klaver, een stadsjongen, brengt door familieomstandigheden een zomer door bij zijn tante in Zuidland, een boerendorp in Groningen. Hij voelt zich eerst vreemd op school en bij den omgang met de dorpsjongens. Uit de hoogte ziet hij op die boerenkinderen neer en dezen vinden hem een opschepper. Langzamerhand went het echter. Allerlei avonturen beleven de jongens en al meer groeien ze naar elkander toe. De vader van een der dorpsjongens, een eenvoudige boer, wordt ernstig ziek. De dorpsdokter weet niet goed wat het is. Dan gaan Rudolf en een van de andere jongens per fiets naar Groningen om daar een bekend homoeopaat te raadplegen. Deze komt naar Zuidland en onder zijn behandeling herstelt de zieke. De jongens komen op het land helpen en hebben zoo een mooien middag. Rudolf kan bij het weggaan zeggen: „Zeg Douwe, dat het zoo heerlijk zou zijn in Zuidland, dat had ik nooit gedacht." Het boek brengt ons in aanraking met een stelletje echte gezonde jongens. Ze hebben hun gebreken, maar ook hun mooie eigenschappen. Heel goed wordt geteekend, hoe de stadsjongen zich leert aanpassen bij de dorpsjongens. Ze gaan elkander begrijpen en waardeeren. Het verhaal speelt in een Christelijk milieu. De belijdenis wordt hier beleefd. Moeder Kielstra is een vrome vrouw, evenals vrouw Bulthuis, de tante van Rudolf. Ze laten niet na, de jongens te wijzen op de vreeze des Heeren. Dat de Geest Gods werken moet in het hart, om karakterzonden te overwinnen, komt behoorlijk naar voren. Jammer, dat de passage op pag. 33/34, waar een jongen kritiek oefent op vaders gebed, dit mooie boekje ontsiert. De phantasie speelde den ijverigen auteur soms even parten, nl. toen hij in Groningerland Paasch-vuren meende te vinden en in een polder een zandweg. Overigens bevelen we dit goed uitgevoerde en plezierig gestoffeerde boek aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938

Jan van Groningen

Een zonnige zomer in Zuidland, druk 1, 110 blz.
G.K.C.B. 11 t.d.t. Rudolf Klaver, een stadsjongen, brengt door familieomstandigheden een zomer door bij zijn tante in Zuidland, een boerendorp in Groningen. Hij voelt zich eerst vreemd op school en bij de omgang met de dorpsjongens. Uit de hoogte ziet hij op die boerenkinderen neer en dezen vinden hem een opschepper. Langzamerhand went hij echter. Allerlei avonturen beleven de jongens en al meer groeien ze naar elkander toe. De vader van een der dorpsjongens, een eenvoudige boer, wordt ernstig ziek. De dorpsdokter weet niet goed wat het is. Dan gaan Rudolf en een van de andere jongens per fiets naar Groningen om daar een bekend homoeopaat te raadplegen. Deze komt naar Zuidland en onder zijn behandeling herstelt de zieke. De jongens komen op het land helpen en hebben zo een mooie middag. Rudolf kan bij het weggaan zeggen: „Zeg Douwe, dat het zo heerlijk zou zijn in Zuidland, dat had ik nooit gedacht." Het boek brengt ons in aanraking met een stelletje echte gezonde jongens. Ze hebben hun gebreken, maar ook hun mooie eigenschappen. Heel goed wordt getekend, hoe de stadsjongen zich leert aanpassen bij de dorpsjongens. Ze gaan elkander begrijpen en waarderen. Het verhaal speelt in een Christelijk milieu. De belijdenis wordt hier beleefd. Moeder Kielstra is een vrome vrouw, evenals vrouw Bulthuis, de tante van Rudolf. Ze laten niet na, de jongens te wijzen op de vreze des Heren. Dat Gods Geest werken moet in het hart, om karakterzonden te overwinnen, komt behoorlijk naar voren. We bevelen dit goed uitgevoerde en plezierig gestoffeerde boek aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1949

Jan van Groningen

Een zonnige zomer in Zuidland, druk 2, 105 blz.
Prijs f 1,15; gebonden; geïll.; jongensboek. 10-14 jaar.
Inhoud: Rudolf Klaver moet voor zijn gezondheid een half jaar in Zuidland doorbrengen bij zijn tante. Hij voelt zich boven de dorpskinderen verheven en dat brengt menig conflict met de schoolmakkers. Maar tante mag vol blijdschap ervaren, dat de toenadering komt tussen de jongens. En dan komt een ongeluk, dat geluk aanbrengt. Rudolf hoort het in zijn omgang net de jongens en in zijn dankbaarheid voor zijn redder, blijkt welk een verandering ten goede in hem is gekomen. Zo kan hij aan het eind zeggen: "Dat het zo heerlijk zou zijn in Zuidland, dat had ik nooit gedacht."
Eindoordeel: warm aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1949

Open Boekbeoordeling.
Jan van Groningen

Een zonnige zomer in Zuidland, druk 3, 104 blz.
prijs f 1,35; gecartonneerd; geïll.; jongens- en meisjesboek, leeftijd 8-12 jaar.
Inhoud: Rudolf Klaver, wiens moeder gestorven is, komt vanuit de stad in het dorp Zuidland. Kan door eigen verwaandheid niet met de jongens opschieten, hetgeen hem toch in feite dwars zit. Toch wint hij 't vertrouwen van enkele jongens, o.a. Douwe Kielstra, wiens vader hard ploeteren moet om 't hoofd boven water te houden. Rudolf neemt 't op voor een ongelukkig vrouwtje en sluit vriendschap met de jongens, heeft een benauwd avontuur in een hooischuur, doch wordt gered. Zijn goed karakter komt uit als hij voorstelt een dokter uit de stad te halen, die Douwes vader beter moet maken. Strekking: Een moederloze jongen moet strijden tegen zijn fouten. Heeft een tante, die hem er op wijst, dat 't niet in eigen kracht gaat te strijden tegen fouten.
Conclusie: Een prettig jongensboek, waar de ernst niet ontbreekt, waarin gewezen wordt op Pasen, met afwijzing van de oude Paasgebruiken, die buiten het Paasfeest staan.
Eindoordeel: warm aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1951

Open Boekbeoordeling.