|
|
|
|
| Anne van Golen Eenzame strijd, druk 1, 108 blz. | "Ik kan er niet meer omheen. Ik ben achttien jaar en ik weet me geen raad. Sinds de lagere school heb ik een vriend, Harry. Jaar in, jaar uit trokken we samen op, ook op de HAVO. Maar nu heeft hij sinds een paar weken een vriendinnetje. En ik durf bijna niet te zeggen tot welke ontdekking ik gekomen ben..." "Ik heb me voorgenomen om zo nu en dan wat op te schrijven, want dat lucht me ontzettend op. Ik zou namelijk niet weten met wie ik over zulke dingen kan praten. Gelukkig weten mijn ouders hier niets van." Hans ontdekt, als hij volwassen is, dat hij 'anders' is, hij is homofiel. Met deze ontdekking begint een moeilijke worsteling. Hans koestert oprechte gevoelens van liefde voor Andre, een collega. Andre is ook homofiel en wil graag een relatie. Hij is niet christelijk. Hans verlangt enorm naar een relatie met Andre, maar ervaart anderzijds dat zijn seksualiteit als een muur tussen God en hem instaat. Het lezen in de Bijbel gaat hem slecht af en het bidden valt hem steeds moeilijker. Soms zou hij het liefst zijn homoseksualiteit willen veranderen in heteroseksualiteit, maar op andere momenten vraagt hij zich weer af hoe zijn oprechte liefde voor Andre, nu zo slecht en zondig kan zijn. En als God hem alleen al vanwege zijn geaardheid afwijst, heeft het dan nog zin om Hem te willen dienen? Een homofiel is toch eigenlijk al verloren...? De dagboekfragmenten van Hans beschrijven heel raak de gevoelens en gedachten die typerend zijn voor een christen-homofiel. Hans moet constateren dat hij zijn homofiele geaardheid als een kruis heel zijn leven bij zich zal dragen en dat hij het alleen kan redden als God hem vasthoudt. | Omschrijving inhoud in boek |