|
|
|
Mien Bouwens Eén centje maar, druk 1, 20 blz. | jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-10 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: We worden verplaatst in een werkeloos gezin, waarvan de vader "aan den steun" is. Vader en moeder willen geen schuld maken. Op een Vrijdag wil moeder 1 ons Leidsche kaas koopen voor 6 cent, doch ze heeft maar 5 centen meer over. Daarom koopt ze geen kaas. Rietje, de oudste dochter, gaat 's Zondags daarop met moe naar de kerk. De collecte voor armen en kerk zal gehouden worden. Rietje heeft 2 centen voor elk zakje. Ze wil nu 1 cent achterhouden om later moeder te kunnen helpen als die weer eens om een cent verlegen is. Bij de 3e collecte houdt Rie stilletjes 1 cent achter. Ze is echter niet gerust over haar daad. 's Maandags komt alles uit. Moeder begrijpt haar dochtertje wel, maar moet haar ook waarschuwen nooit meer zoo iets te doen. Moeder weet, dat God ook voor hen zal zorgen in dezen moeilijken tijd. Algemeene op- of aanmerkingen: Een prachtboekje. Hoe beslist doet de schrijfster uitkomen, dat in elk menschenhart de zondige neigingen wonen en dat het vertrouwen op God, ook in donkere dagen, ons alleen voor kwaad bewaren kan. Nieuwe spelling. Conclusie: warm aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |
Mien Bouwens Eén centje maar, druk 1, 20 blz. | G.K.O. 1 z.p. 7 t.d.t. Dit kleine verhaaltje vertelt van een meisje, dat één cent achterhoudt, in plaats van dien in de kerkcollectezak te doen, omdat vader „naar den Steun loopen" moet en moeder herhaaldelijk een cent te kort komt. Ze heeft dit goed bedoeld, maar moeder brengt haar het zondige onder het oog. De mentaliteit is dóór-en-dóór Christelijk. Doch het gegeven is wat onbeduidend, al tracht het actueel te zijn. Sommige der plaatjes van Adri Alindo staan ditmaal niet op de groote hoogte van gewoonlijk. De omslag is daarentegen goed geslaagd. Het verhaal spoort aan tot Godsvertrouwen. Daarom geven we het onze aanbeveling mee. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |
Mien Bouwens Eén centje maar, druk 2, 20 blz. | jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 7-10 jaar. Korte inhoud: We worden verplaatst in een werkeloos gezin, waarvan de vader "aan den steun" is. Vader en moeder willen geen schuld maken. Op een Vrijdag wil moeder 1 ons Leidsche kaas knopen voor 6 cent, doch ze heeft maar 5 centen meer over. Daarom koopt ze geen kaas. Rietje, de oudste dochter, gaat 's Zondags daarop met moe naar de kerk. De collecte voor armen en kerk zal worden gehouden. Rietje heeft 2 centen voor elk zakje. Ze wil nu 1 cent achterhouden om later moeder te kunnen helpen als die weer eens om een cent verlegen is. Bij de 3e collecte houdt Rie stilletjes 1 cent achter. Ze is echter niet gerust over haar daad. 's Maandags komt alles uit. Moeder begrijpt haar dochtertje wel, maar moet haar ook waarschuwen nooit meer zoo iets te doen. Moeder weet, dat God ook voor hen zal zorgen in dezen moeilijken tijd. Algemeene op- of aanmerkingen: Een prachtboekje. Hoe beslist doet de schrijfster uitkomen, dat in elk menschenhart de zondige neigingen wonen en dat het vertrouwen op God, ook in donkere dagen, ons alleen voor kwaad bewaren kan. Nieuwe spelling. Conclusie: warm aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1939 Open Boekbeoordeling. |
Mien Bouwens Eén centje maar, druk 3, 20 blz. | Rietjes Vader "loopt in desteun". Kleine Rie weet wel niet precies wat die Steun nu precies is, maar "Moeder zegt, dat de Steun slecht betaalt." Rietje gaat 's zondags met Moeder naar de kerk, maar Vader "heeft er geen kleren voor." Dat zegt wel iets over de positie van de steuntrekker uit de 'hongerige dertiger jaren.' In de kerk wordt drie keer gecollecteerd. Rietje krijgt er doorgaans drie centen voor. Ze weet ook waar dat geld voor is: "voor de armen, voor de Kerk en ook om zendelingen te kunnen sturen naar de Heidenen en die te spreken over den Heere Jezus. "Maar vrijdag heeft Moeder gehuild en Vader gevraagd of hij nog een cent had. Ze wilde een ons Leidse kaas halen voor zes cent, maar kwam een cent te kort. Vader had geen cent meer. En Moeder huilde... Moeder vertrouwde haar dochtertje toe: "Als je 's morgens van voor zessen af aan aan de slag bent, dan word je om een uur of twaalf zo flauw, als er niets hartigs inkomt. "Een centje...! Dat een enkele cent zo belangrijk kan zijn. Als Moeder vrijdag nog een centje had kunnen vinden, dan zou ze niet zo flauw zijn geworden en niet gehuild hebben. Daaraan denkt de kleine meid als ze zondags weer in de kerk zitten. De collectanten gaan rond en Moeder geeft Rietje deze keer zelfs zes centen. Voor iedere zak twee "omdat de Kerk en de diaconie tekort komen," zei Moeder. Maar als de heren met de collectezak bij Rietje en haar Moeder komen, buigt de lange stok aan de zak al lelijk door; de zak is dik en rond, zoveel geld is er opgehaald en er komt nog steeds meer bij. Rietje vraagt zich met kinderlijke logica af of de diakenen die uit de mond gespaarde, extra centen nu wel zo hard nodig hebben. Ze besluit een cent van de zes achter te houden om Moeder later te kunnen verrassen als Moeder weer krap zit en moet huilen. Rietje heeft een gevoelig hartje. Maar het geweten knaagt! In haar avondgebedje heeft ze gebeden om "vergeving van al haar zonden." Ze droomt van boze collectanten. Dan slaat het noodlot toe: Moeder vindt in Rietjes mantelzak de achtergehouden cent. Haar kind is een dief! "Ook een kind is van nature zondig en tot slechte daden geneigd." Rietje, ondervraagd, geeft meteen grif toe: "Ik heb het voor U gedaan, als U weer eens een centje te kort zou komen voor een ons kaas. "Het kind heeft het goed bedoeld, maar verkeerd gehandeld. "We moeten nooit proberen er met de Kerk en met de dienst des Heeren met een koopje af te komen. "De volgende week moet Rietje als boetedoening een extra cent in de collectezak doen en "den Heere bidden haar van verkeerde daden te weerhouden." De Kerk en de Heere bestelen mag nooit. Dat dienen brave zondagsschoolgangertjeszich al vroeg in de oortjes te knopen. | Met een kwartje de wererld rond, Toos M. Saal-Zuurveen, 1999, 1968 |