|
|
|
J.M. Westerbrink-Wirtz Flauwerd, druk 1, 77 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Jaap en zijn jonger broertje Hans zijn de zoontjes van een dokter. Hans is niet sterk en vaak ziek. Ze plagen Jaap en z'n vriend Klaas, Geert weer en dan krijgt de doove schoenmaker een ongeluk. Hij wordt door een auto aangereden en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Jaap verbergt eerst zijn kwaad, maar als Hans erg ziek is en bovendien een andere jongen de schuld dreigt te krijgen, bekent Jaap alles aan vader en moeder en gaat in het ziekenhuis manke Geert om vergeving vragen. Algemeene op- of aanmerkingen: 't Is een vlot geschreven verhaal met een heel goede strekking. Het had wat spannender kunnen zijn. Taal en stijl in orde. Ook de uiterlijke verzorging is zeer mooi. Het Christelijk element is wel wat oppervlakkig. Nieuwe spelling. Conclusie: aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1939 Open Boekbeoordeling. |
J.M. Westerbrink-Wirtz Flauwerd, druk 2, 77 blz. | G.K.C.B. 12 t.d.t. Hans mag op een middag met zijn broertje Jaap bij Klaas op de boerderij gaan spelen. Vaak wordt hij door Jaap voor „flauwerd" uitgemaakt. Jaap durft veel meer, en ook nu plaagt hij onderweg manken Geert. Hans weet zich medeplichtig en is daar ongelukkig over. Enkele dagen later wordt Hans ernstig ziek. Op denzelfden dag gooien Jaap en Klaas Geert met sneeuwballen en zijn zoo de oorzaak, dat hij door een auto wordt aangereden. Na moeilijke dagen vol strijd komt Jaap er eindelijk toe, zijn schuld te bekennen. Hans heeft al eerder aan moeder opgebiecht. Gelukkig herstellen Hans en Geert beiden. De strekking van het boekje is te roemen. Jaaps geweten wordt hem ten slotte te sterk en hij komt tot inkeer. Duidelijk wordt op de noodzakelijkheid van schuld belijden gewezen. Hier is diepe ernst. Over de kwajongensstreken wordt niet breed uitgehaald — óók een goed ding in dit boekje. De ontknooping kan helaas niet geheel bevredigen. Vaders vermaan (74), had óók en vooral op iets anders moeten wijzen. Het overtuigend werk van den Heiligen Geest in jongensharten wordt goed aangegeven, maar te zeer missen wij in die fijne ontledingen dit, dat het 't werk is van den Geest Gods. Ook is er een manco aan Evangelieinhoud. Daar loopt 't wel op uit, doch die paar laatste zinnetjes op de laatste bladzijde zijn te zwak en te weinig uitgewerkt. De plaatjes zijn (we klaagden daarover bij deze illustratrice al jaren) te weinig geacheveerd, te ruw. Om de vele goede kwaliteiten naar den inhoud bevelen we dit verhaal aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941 |