|
|
|
E. Hate Frits van den dominee , druk 1, 23 blz. | De hoofdpersoon van dit verhaaltje, dat 4 hoofdstukken elk voorzien van een opschrift, bevat, is Frits, het zoontje van Ds. Berghout te W. Frits is de lieveling van het dorp, en wordt door ieder vertroeteld. De hoofdzonde van Frits is: zijn driftigheid. Op een keer gooit hij een jongen met een stoep een gat in 't hoofd. Zijn vader onderhoudt hem daarover en wijst hem op het woord van den Heere Jezus: "Leert van mij, dat Ik zachtmoedig ben". Frits belooft beterschap. Maar later maakt hij het haast nog erger. Van den dorpsherder heeft hij een lammetje gekregen, waarvan hij veel houdt. Op zekeren dag echter slaat hij in een driftige bui het dier dood, omdat het zijn bloempjes opgegeten heeft. Van verdriet wordt hij zwaar ziek. Van zijn krankheid hersteld, leert hij nu tegen zijn drift bidden en strijden. Later wordt hij de opvolger van zijn vader te W. De strekking: kinderen te wijzen op de jammerlijke gevolgen van driftigheid, hen te vermanen daartegen te strijden en daartoe God om kracht te bidden is uitnemend, maar kan toch moeilijk met den weinig beduidenden inhoud verzoenen. Had de Schrijver naar kinderlijke bevatting de gedachte uitgewerkt: "'t Is, niet alleen dit kwaad, dat roept om straf", en had hij gewezen op het bloed, dat van alle zonden reinigt, de inhoud had zooveel rijker kunnen zijn. Ook had er op gewezen moeten worden, hoe verkeerd het is, kinderen te vertroetelen en in hen geen kwaad te willen zien. Het is te verwonderen, dat Frits, door iedereen bedorven, nog niet erger dingen deed, en dat er van hem nog een degelijk mensch geworden is. De schuld van zijn verkeerde daad ligt voor een groot gedeelte bij zijn omgeving. Dat de vader meent, dat Frits geen kwaad kon doen, pleit niet voor zijn paedagogisch inzicht. Dat de kleine jongen overal zijn slechte daad gaat vertellen, en de menschen voor die zonde waarschuwt, is ook niet natuurlijk, en de bekeering van drift tot zachtmoedigheid gaat wonder snel. De uitdrukking: "er tusschen uit geknepen" (12) is ongepast. Ook behooren vreemde woorden, als: jubileum en proper niet in een kinderboekje. Taal en stijl zijn over 't algemeen goed. Wij vonden echter enkele fouten; blz. 9: dien ouden Scheper (lo naamval); hoofd, in plaats van kop van een schaap (17); één, in plaats van een der dorpelingen (18). Kunnen wij het doodslaan van een dier een moord noemen? bld. (18). Een lief zwart plaatje op den omslag en een tegenover den titel, versieren dit boekje. Het geheel ziet er niet onaardig uit. Ofschoon het, uit godsdienstig oogpunt beschouwd, wel wat oppervlakkig, en hier en daar van overdrijving niet vrij is, kunnen wij het nog wel aanbevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1915 Open Jachin-boekbeoordelingen. |