|
|
|
Cath. Shaw Waar liefde woont ...., druk 1, 144 blz. | G. K. C. O. 1 z. p. De heer Bellard woont met z'n dochter Lucie en tal van bedienden, waaronder de kamenier Anne Selby, in een prachtig huis te Londen. Hoewel rijk, is hij toch niet gelukkig, en van z'n dochter ontvang hij al heel weinig liefde. Heel anders is het in 't gezin van Selby waar nauwelijks genoeg verdiend wordt, om voor den hongerdood bewaard te blijven. Een zuster van Bellard, wier man, Layard door z'n compagnon bedrogen is en in groote moeilijkheden geraakt, wordt hardvochtig afgestooten. Bellard krijgt echter berouw en stuurt een telegram aan z'n zuster, dat zij weer bij hem moet komen. Dan wordt Bellard ernstig ziek. Trouw wordt hij verpleegd door z'n nicht Alice, Juffr. Selby en Lucie, welke laatste nu berouw heeft, dat ze haar vader vroeger zoo weinig liefde heeft betoond. Lucie wordt daarna zelf ziek, en Alice betoont haar Christelijke liefde en barmhartigheid. Een hevige brand, welke het huis van Bellard vernielt, brengt Alice in nauwere betrekkingg met Arthur Beville. Deze vraagt haar ten huwelijk, maar Alice weigert, omdat hij afwijzend staat tegenover den godsdienst. Op een reis in Spanje wordt Arthur tot andere gedachten gebracht. Ook bij Benard en Lucie is er verandering gekomen. En een jaar na Arthurs vertrek komt hij weer met het huwelijksaanzoek tot Alice, die nu toestemt. De strekking van dit boek is beter dan de inhoud, die dóór en dóór Engelsch is. We hebben bezwaar tegen het niet letterlijk citeeren van Bijbel-plaatsen. Ook kunnen we ons niet vereenigen met uitdrukkingen als deze: "Jou moet God wel verhooren, omdat Hij jouw liefde tot Hem kent" (blz. 115). Juffrouw Selby hoorde een stem van den Heere in haar oor: "Neem dat kind en voed het voor Mij op, en Ik zal u uw loon geven" (132). Wel doet dit verhaal uitkomen, hoe rijk de geloovige is, al is hij nog zoo arm; en daar tegenover, hoe arm de wereldling is, al is hij nog zoo rijk. Maar dit neemt niet weg, dat we het noch voor de kinderen, noch voor het onderwijzend personeel geschikt achten. Het is er klaarblijkelijk ook niet voor bestemd. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1935 |