Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



G. van der Meulen

Freerk, druk 1, 108 blz.
jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-14 jaar; algemeene strekking.
Korte inhoud: Freerk woont met zijn ouders en zijn zusje Catrientje in een oude woonark. Langzamerhand tot armoede vervallen, moeten zij nu met wat "handel" en bedelen in hun onderhoud voorzien. Om het voortdurende geplaag van hun "buurman" Tanne verlaten ze de stad en komen terecht bij een dorpje. Freerk zwerft nu met zijn "handel" in de buurt rond. Hij wordt al gauw gehaald om te getuigen in het onderzoek naar een inbraak in een villa. Hij valt uit een boom en wordt zwaar gewond in het ziekenhuis opgenomen, waar hij meer dan een jaar ligt. De zuster leert hem bidden en vertelt hem veel uit den Bijbel. Als hij weer thuiskomt is alles veranderd. De oude dominee van het dorp is vaak in de oude schuit bij Freerks zieke moeder geweest. Hij is in dit, eigenlijk heidensche, gezin, evangeliseerend opgetreden en vond daarbij open ooren. Hij zorgde er voor, dat de woonark verwisseld werd met een eenvoudig huisje met een paar akkertjes, waar vader door hard werken de kost kan verdienen. Moeder sterft met het "Onze Vader" op de lippen. Vader en kinderen "in vrede en licht", als een Christelijk gezin bij elkaar. Algemeene op- of aanmerkingen: Een aantrekkelijk, boeiend geschreven verhaal. Duidelijk komt hierin uit, wat daadwerkelijke Christelijke naastenliefde vermag. Een groot bezwaar is echter, dat van zonde en berouw geen sprake is. Daarom, ondanks de goede eigenschappen, hoogstens matig aanbevolen. Nieuwe spelling.
Conclusie: matig aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938

Open Boekbeoordeling.
G. van der Meulen

Freerk, druk 1, 108 blz.
G.K.C.O. 2 z.p. Freerk en zijn zusje Catrientje zijn zwervertjes uit een woonschuit. Vader geheel aan lager wal geraakt, moeder doodziek. Ouders en kinderen leven als heidenen, bedelen hun kostje bij elkaar en weten van God noch gebod. Ze hebben veel last van een goddeloozen scharenslijper, vluchten daarom 's nachts van hem weg naar een verafgelegen dorpje. Door een vriendelijke, vrome boerin, die weet wat het zeggen wil, hongerigen voeden en naakten kleeden, hooren ze voor 't eerst van bidden. — Bij het onderzoek naar een diefstal op den Rozenhof, door Tamme, den scharenslijper, die door Freerk is gezien, moet deze getuigen; hij krijgt daarbij een ernstig ongeluk, dat hem aan den rand van den dood en een jaarlang in 't ziekenhuis brengt. Door den ouden dominee van het dorp en de zuster in 't ziekenhuis leeren de kinderen en de ouders God en Zijn dienst kennen. Ze komen in een klein huisje aan den wal wonen; moeder sterft, maar vader en de kinderen kunnen nu hun brood verdienen. De omslagteekening is niet onaardig; de plaatjes zijn echter inferieur. Het verhaal is over het geheel in somberen toon gehouden, al maakt de uitkomst veel goed. Het hoofdstuk over den scharensliep hadden we graag gemist. Dit verhaal heeft zeer goede eigenschappen. 't Is een aanschouwelijke prediking van de roeping tot Christelijke barmhartigheid en tot Evangelisatie. Maar 't Evangelie der verzoening staat in het geheel te weinig in 't centrum. Er wordt wel op gezinspeeld, maar het wordt niet geaccentueerd. 't Blijft in 't „algemeene" hangen. De geschiedenis van 't crucifix doet wat onwaarschijnlijk aan; de gebeurtenissen zijn hier en daar wat gekunsteld. Wij achten het boekje voor kinderen te somber en zelfs voor de oudste leerlingen van de Zondagsschool hier en daar veel te wijs. Als het heele boek op het peil stond van hoofdstuk II, zouden we een zeer hartelijke aanbeveling kunnen geven. Thans moeten we met de notitie „wel bruikbaar, maar niet zonder reserve" volstaan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938