Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



A.J. Hoogenbirk

Geen blijvende stad, druk 1, 221 blz.
De heer HOOGENBIRK heeft reeds zeer vele boekjes voor de jeugd geschreven. Niet zooveel evenwel, of er blijft reden bestaan, om naar nog meer te verlangen. Het lijvig boekdeel "Geen blijvende stad" kan ten bewijze daarvoor dienen. Het behandelt de belangwekkende geschiedenis van den graaf De Rave en de zijnen, om den geloove uit Frankrijk verdreven en door Nederland naar Denemarken gevlucht; daar tot hooge eere gekomen, doch straks in ongenade gevallen en in ons land wedergekeerd. In dienst getreden van Willem III, vertrekt hij naar Londen, waar hij den Koning-Stadhouder van grooten dienst is en vorstelijk wordt begiftigd. Uit Engeland keert hij weer terug naar Nederland; daar blijft hij nu, tot het einde van zijnen zwerftocht bereikt is en hij ingaat in de ruste, die overblijft voor het volk Gods. Het verloop van het verhaal wettigt zeer duidelijk den titel, die terstond doet verwachten, dat het boek vol leven en afwisseling is. Het brengt u onwillekeurig een der groote Hollandsche schilderstukken voor den geest met hunne talrijke figuren vol kracht en heldenmoed, met hunne bekoorlijke verdeeling van licht en bruin en kunstige groepeering. Vele zaken en personen zijn ook in dit boek in kort bestek bijeengevat. De Graaf en zijn zoon treden het meest op den voorgrond. Wijl hier twee personen om den voorrang dingen, is het o.i. den Schrijver niet gelukt, in dit verhaal den knoop van eene intrigue te leggen. Het tijdperk der historie, dat hier aan de orde komt, bood overvloed van stof voor onderwijzende en stichtende beschouwingen. Er komen bladzijden in dit boek voor, die voor onze jonge menschen van de prettigste tinten zijn overgoten. Bij de schitterende figuur van den Koning-Stadhouder dringt zich bij menig Hollandsche jongen onwillekeurig het Oranje Boven uit het hart naar de lippen. Voorts treffen wij telkens allerlei historische bijzonderheden en veelzeggende opmerkingen aan, zooals wij die van zulk een bij uitstek geoefend auteur mogen verwachten. Allerlei kleine trekjes zijn het, maar die aan het breede tafereel kleur, leven en bekoorlijkheid bijzetten. De stijl is hier en daar een weinig stroef. De correctie moest bij een zoo alleszins uitnemend boek nauwkeuriger zijn. Enkele valsche muntstukjes hielden wij aan: aan de Buitenkant, de emmer (4e n.v.,) in den zelfden plooi, na eenigen dagen, Karel leerden, rouw voor rauw, eer nors voordeel, enz. Afwisselend komen voor: "Heer', "Heere" en "Heere God". Het kloeke boekdeel ziet er keurig uit. Flinke letter. Mooie illustraties. Keurige omslag. De heer C. heeft deze hoofdschotel van zijne tafel inderdaad aanlokkelijk opgediend. De strekking, laat zich niet in een paar woorden samenvatten, maar is alleszins uitnemend. Telkens wekt de Schrijver op, om de eeuwige dingen boven de tijdelijke te stellen, om in elken weg den Heere te kennen, om de vergeving der zonde boven alles begeerlijk te achten, om toch niet met eenen uitwendigen godsdienst tevreden te zijn. Boven al deze treffelijke vermaningen verheft zich als een koepeldak boven de gewone huizen deze gedachte, dat God degenen, die op Hem vertrouwen, nooit begeeft of verlaat. Dit kostelijke boek is ten volle waardig de hoogste plaats in te nemen in de rij van den heer C. Wij bevelen het gaarne en met groote vrijmoedigheid aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1905

Open Jachin-boekbeoordelingen.