Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



A.J. Hoogenbirk

God zoekt het weggedrevene , druk 1, 152 blz.
Een kloek verhaal, dat aan frischheid degelijkheid en leerzaamheid paart en van veel historiekennis getuigt. Het teekent ons den levensloop van een meisje, Geertje, genaamd, dochter van eenen man, die vroeger als korendrager een redelijk bestaan had, doch door zijne liefde tot de pijp en de kan aan lager wal is geraakt. Zij vindt eene liefderijke verzorging in het huis van eeneen koster bij de Doopsgezinden, wiens vrouw tot de Gereformeerde Kerk behoort, lieden, die den Heere in oprechtheid dienen en, in eenvoud levende, eene goede reuke Christi zijn. Geertje heeft het daar na eenige jaren niet meer naar den zin; de menschen zijn haar te "fijn." Door kwade samensprekingen geraakt zij op den verkeerden weg. Doch de Heere houdt over haar de wacht, en brengt haar op zijnen tijd weer in het rechte spoor. Met haren vader, die uit den vreemde teruggekeerd, naar het lichaam zeer verzwakt, maar innerlijk door Gods groote genade geheel veranderd is, komt zij weer bij den koster te Amsterdam, en vindt zijne godvreezende vrouw ernstig ziek, maar in blijde hope op hare aanstaande ontbinding. Daar gaan hare oogen open voor haren waren toestand, en van dien dag af heeft zij geene rust, tot zij vollen vrede vindt in het volbrachte werk van Christus. Ook in hare uitwendige levensomstandigheden komen nog groote veranderingen, en aan het einde van het verhaal zien wij Geertje als de echtgenoote van des kosters eenigen zoon. In dit schoone boek gaan het nuttige en het aangename hand aan hand. Over oude toestanden en gebruiken wordt veel wetenswaardigs medegedeeld. Ook is het met geestige opmerkingen gekruid. Deze vallen echter niet alle even gelukkig uit, bijv.: "De kroeghoudster bleek ook eene houdster van haar woord", (pag. 137), en: "walvisschen niet in onze slooten te vangen", (pag. 139). Onder het verhaal en de historische herinneringen door, geeft de Schrijver schoone opmerkingen en treffende wenken, beide over tijdelijke en eeuwige dingen. De stijl is niet bijzonder vloeiend. Hier en daar zelfs wat stijf en gemaakt. Pag. 1 is daarvan reeds een duidelijk voorbeeld. De Heer H. wake, dat de zucht, om nieuw en frisch te blijven, niet tot "vreemdigheden" voere. Het menigmaal voorkomende "als gezeid" en dergelijke zijn alleen eigenaardig, als men ze niet te dikwijls gebruikt. Ook de punctuatie laat nog al wat te wenschen over. De correctie kon eveneens nauwkeuriger zijn. Het gebruik van het woord "Heer" vinden wij stootend en ontaalkundig. De uitgave is onberispelijk. In elk opzicht mooie plaatjes. En eene aangename, duidelijke letter. De strekking is alleszins uitnemend. Met eene geschiedenis, naar het leven geteekend, worden wij er hier aan herinnerd, dat de Heere zijn eenmaal begonnen werk niet laat varen en dat Hij op vaak ongedachte wijze terug- en terecht brengt, wat scheen verloren te gaan. Voor jongelieden boven de 16 jaar is het een kostelijk boek. Wij bevelen onze jeugd bij den geachten Schrijver aan voor meer dergelijke lectuur.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1901

Open Jachin-boekbeoordelingen.