|
|
|
L. Haarbeck Grete van den dominee , druk 1, 158 blz. | Geïll gekl. gecart. omsl. en 15 illustraties tusschen den tekst. Prijs 60 cent. Te Kenzingen, in Duitschland, woonde Dominee Albrecht met de zijnen. De dominee had een schatrijken broer, Frits genaamd, in Engeland woonachtig, die in zijn jeugd bedorven was, doch later naar Amerika ging en een zeer vermogend man werd. Op reis naar Europa leden ze schipbreuk, waarbij hun dochtertje te water raakte. Ze waanden hun kind dood en bleven in Boppard wonen. Grete, een der dochtertjes van den dominee, lieftallig in schijn, doch zeer zelfzuchtig van aard, logeerde daar in het deftige huis en werd er totaal bedorven door oom en tante, die later tijdelijk weer naar Engeland terug gingen en Grete weer bij zich hielden. Deze legde haar zelfzuchtigen aard niet af. Nog erger werd dit, toen de ouders hun dood gewaand kind terugvonden. De afgunst van Grete werd nu buitensporig. Later kwam ze tot in inkeer en berouw. Oom Frits vestigde zich met vrouw en kind te Kenzingen en de beide nichtjes bleven haar leven lang de beste vriendinnen. De uitgave is zeer net, en keurig geïllustreerd met plaatjes tusschen den tekst. Het cartonnen omslag is een sieraad. In verband daarmede is het boekje voor 60 cents niet duur. De Schrijfster weet den rechten toon te treffen en kinderlijk onderhoudend, soms zelfs boeiend te vertellen. Ook de karakterteekening is juist. Er zijn van die Gretes, die haar eigen en anderer leven vergallen. Het verhaal is verdeeld in acht hoofdstukken met opschrift. Uit- en inwendig laat de vorm zoo goed als niets te wenschen over. Slechts een enkele maal merken wij de vreemde herkomst. (B.v. blz. 122, maar van Mevrouw Edith (haar voornaam) gesproken wordt. Op dezelfde blz. heet ze eerst Mevr. Albrecht en later Mevr. Edith.) Van den inhoud kunnen we echter niet veel goeds zeggen. 't Is alles te mooi of te leelijk. Grete is uiterst egoistisch en Ellen bijna onmogelijk lieftallig. Grete moet leeren zichzelf te verloochenen en niet in de eerste plaats aan zichzelf, doch aan anderen te denken. De strekking van het verhaal ligt in de vraag van haar oom uitgedrukt (bl. 153): "Zeg me nu eens, wie in 't vervolg de hoofdpersoon is, jij of je medemenschen. Wat in 't vervolg hoofdzaak is, wat jij wilt, of wat je medemenschen willen?" Wel een nuttige les. Doch het voornaamste missen wij in dit boek. Den naam van Christus treft gij er niet in aan. De verandering van Grete komt niet voort uit vernieuwing des harten; zonde wordt afgekeurd om haar leelijkheid, niet omdat ze ongerechtigheid is. Grete vraagt wel den menschen, niet God om vergeving. Van de noodzakelijkheid van wedergeboorte en der vernieuwing door den Heiligen Geest vernemen wij geen woord. Hoogstens wordt een enkele maal van "lieve God" en "lieve Heer" gesproken en op de laatste bladzijde zegt de Kerstboom nog even, dat er een Zaligmaker is, maar van een Heiland, die van de macht der zonde verlossen kan en wil, is geen sprake. Dit verhaal kan nauwlijks Christelijk genoemd worden, of 't zou puur modern moeten zijn. 't Mist ten eenen male den Bijbelschen geest. Op Zondagscholen van den Protestantenbond, zelfs op die der Roomschen, zou men het boekje gerust kunnen uitreiken, en niemand zou er zich aan stooten 't Is van oud-liberalen geest. Een verhaal, dat in geen enkel opzicht voldoet aan de billijke eischen, die we aan een werkje voor onze kinderen mogen stellen, kan en mag door ons niet aanbevolen worden. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911 |
L. Haarbeck Grete van den dominee , druk 1, 158 blz. | Een vlot vertelde geschiedenis, natuurlijk, in de kindertaal gehouden. De schrijver kent de kinderziel, voelt de kinderhumor en weet allerleukste tafereeltjes te schetsen; denk b.v. aan Otto, die dominee wil worden en alvast z'n voorste haren kort knipt; aan 't spelletje met Noach's ark; de geschiedenis van 't muisje en van Giri de geit; 't ei in vaders hoed. Kinderen zullen prettig lachen bij 't lezen doch ook diep geroerd worden door 't tragische, dat in 't leven treedt door groote zonden. De hoofdfiguur, de ijdele Grete is uitstekend geteekend. 't Boekje is vertaald, doch men merkt 't niet onder 't lezen. De stijl is eenvoudig en natuurlijk. Een enkel vlekje als op blz. 61, waar gesproken wordt van een greintje hooger en de vreemde zin op blz. 67: »'t Was niets anders dan haar geweten, dat haar aanklaagde om haar jaloerschheid, de kleine, geschilderde Ellen«, zijn in een 2den druk te verhelpen. De toevalligheden als 't weervinden van Ellen, worden als zoodanig door de kinderen niet gevoeld. 't Boekje is geschikt voor kinderen van 10-12 jaar. 't Kan warm aanbevolen worden! | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911 |