|
|
|
Elisabeth Grietjes vader, druk 3, 39 blz. | Grietje woont met moeder alleen op een zolderkamertje. Op den dag gaat ze uit met koopwaar: lucifers, schoensmeer, enz. Moeder is een hardvochtige fabrieksarbeidster, die de kleine erbarmelijk mishandelt, als ze geen centen thuisbrengt. Een buurvrouw bemoeit zich er mee, trekt zich het lot van het kind aan. De barbaarsche moeder komt tot inkeer en er breken voor de kleine betere dagen aan. Vader was een geloovig man geweest. Hij had stervend zijn vrouw en kind den Heere opgedragen en zijn gebed wordt eindelijk verhoord. De vrouw wordt bekeerd en is een heel ander mensch geworden. 't Is een lief boekje voor kinderen van 10 tot 12 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1912 |