|
|
|
Johanna Hartje , druk 1, 80 blz. | Dit boekje bevat een zwak en middelmatig verhaal. Het heeft tot strekking: "Laat de kinderkens tot Mij komen". De bedoeling is goed, maar de uitwerking der idee is zeer gezocht en menigmaal onnatuurlijk. Scherpe belijning, diepte of schoone vinding zoekt gij hier te vergeefs. Hoofdpersonen zijn: Corry (of Hartje), dochtertje van een predikant, een zachtaardig meisje, en Kootje Vink, wier vader een dronkaard is. Dit meisje werdt op zekeren dag door Corry geplaagd en bespot. Door moeders bestraffing gevoelt deze daarover veel leed en gaat ze Kootje vergeving vragen, die later, door invloed van Corry's moeder, medegenomen wordt naar de Zondagsschool. Hier leert ze den Heere Jezus kennen. Het arme kind verheugt zich zeer over het aanstaande Kerstfeest. Zij heeft echter een paar dagen later het ongeluk, zich vreeselijk te branden. Hierom vreest zij, dat de Heere Jezus haar niet liefheeft. Zij wordt door Hartjes moeder in huis genomen, liefderijk verpleegd, viert in het gezin van den predikant het Kerstfeest mede en vindt daar naar lichaam en ziel genezing. Druk en uitvoering zijn goed, de plaatjes middelmatig. Het boekje ziet er heel aantrekkelijk uit. Doch aangezien het verhaal erg onbeduidend, en de Christelijke geest oppervlakkig is, en er zoo vele andere, waaronder zeer voortreffelijke, zijn, oordoelen wij, dat dit gevoegelijk kan blijven rusten. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1903 Open Jachin-boekbeoordelingen. |