|
|
|
Johanna Breevoort Hein, de kleine meubelmaker, druk 1, 51 blz. | Heins vader was meubelmaker geweest; van hem had hij aardig leeren knutselen. Doch Vader was gestorven en Moeder bleef in armoedige omstandigheden met drie kinderen achter, waarvan Hein de oudste was, die nu bedacht, zijn kleine meubeltjes langs de huizen te gaan verkoopen. Op een dier tochten vond hij een mooie parapluie met zilveren knop, klaarblijkelijk toebehoorende aan een der meisjes van een hem bekende school. Op aandringen zijner moeder werd de parapluie teruggebracht; hij kwam daardoor in aanraking met de familie van het meisje; haar vader (een meubelfabrikant) zorgde nu voor zijn opleiding. Zijn moeder moest haar ander zoontje missen, doch werd getroost door de vreugde, die ze aan Hein beleefde. Hij werd een flink meubelmaker, die zijn moeder met God en met eere onderhouden heeft. Het verhaal is verdeeld in 8 hoofdstukken met opschrift. De plaatjes zijn goed uitgevoerd. Wat taal en stijl betreft, moesten we hier en daar een streepje zetten. Op blz. 11 reg. 13 v.o. moet voor Han: Hein gelezen worden. Op blz. 18 lezen wij : "Alzoo zegt de Heere: Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert hen niet, want God zorgt voor u." Citaten, vooral uit de Schrift, moeten letterlijk aangehaald worden, wat hier niet geschied is. Blz. 20: Zoo hield Hein zich afzijdig van die straatbengels. Is het gecursiveerde woord Nederlandsch? Op blz. 43, 44 en 46 komt voor: te werk komen, een uitdrukking, die misschien in Rotterdam gangbaar is, doch in onze ooren vreemd klinkt. Blz. 43: M'nheer trok zijn portemonnaie uit en gaf Hein een kwartje en een paar boterhammen. We vroegen ons af, of die boterhammen ook in de portemonnaie zaten. Blz. 44: "Dan helpt toch al ons helpen niets", is niet mooi gezegd. Blz. 45: Ouë meid en Ouë jongen worden hier vreemd dicht bij elkander gebruikt. Blz. 46: Vertelt moet vertel zijn. Op den vorm valt nog al wat af te dingen. De vertelling zelf is overigens natuurlijk en vlot. Heins gedrag tegenover de straatjongens, die stelen willen, is een voorbeeld, dat trekt om eerlijk te zijn, ook al blijkt uit de geschiedenis met de parapluie, dat het niet altoos zonder strijd gaat. En voorts duiden de beide spreuken, die Hein altijd in eere gehouden heeft, de strekking van het boekje aan: "De vlijtige hand, die zal God zegenen" (waarbij wij nog de opmerking maken, dat het woordje die overtollig is) en: "Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en al het andere (lees : al deze dingen) zal (lees : zullen) u toegeworpen worden." Ondanks de gebreken in den vorm, kunnen wij dit verhaal om zijn goede strekking hartelijk aanbevelen. Onze jongens zullen het met klimmende belangstelling lezen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1916 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
Johanna Breevoort Hein, de kleine meubelmaker, druk 2, 56 blz. | 2 z. p. 30 cent. Heins vader was meubelmaker geweest; van hem had hij aardig leeren knutselen. Doch vader was gestorven en Moeder bleef in armoedige omstandigheden met drie kinderen achter, waarvan Hein de oudste was; hij beproefde zijn kleine meubeltjes langs de huizen te verkoopen. Op een dier tochten vond hij een mooie parapluie met zilveren knop, klaarblijkelijk toebehoorende aan een der meisjes van een hem bekende school. Op aandringen zijner moeder werd de parapluie teruggebracht; hij kwam daardoor in aanraking met oe familie van het meisje; haar vader (een meubelfabrikant) zorgde nu voor zijn opleiding. Zijn moeder moest haar ander zoontje missen, doch werd getroost door de vreugde, die ze aan Hein beleefde. Hij werd een flink meubelmaker, die zijn moeder met God en met eere onderhouden heeft. Het verhaal is verdeeld in 8 hoofdstukken met opschrift. De plaatjes zijn goed uitgevoerd. Met voldoening constateerden wij, dat van onze opmerkingen bij den vorigen druk zorgvuldig nota genomen is. De verteltrant is vlot, de vorm verzorgd. Heins gedrag tegenover de straatjongens, die stelen willen, is een voorbeeld, dat wekt om eerlijk te zijn, ook al blijkt uit de geschiedenis met de parapluie, dat het niet altoos zonder strijd gaat. En voorts duiden de beide spreuken, die Hein altijd in eere gehouden heeft, de strekking van het boekje aan: "De vlijtige hand zal God zegenen" en "Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden." Onze jongens zullen het met klimmende belangstelling lezen. Wij bevelen het hartelijk en met genoegen aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1932 |
Johanna Breevoort Hein, de kleine meubelmaker, druk 2, 56 blz. | Leeftijd 10 jaar. Hein is met Han en hun zusje het kroost der weduwe Jansen. Haar man, eenmaal een bekwaam meubelmaker, is ruim cnn jaar geleden gestorven. Met hard werken kan zij slechts een karig stuk brood verdienen. Daarbij is de tweede, haar zoontje Han, een zwak ventje. Hein zoekt nu, door kleine meubeltjes te maken, moeder te steunen. Deze meubeltjes verkoopt hij langs de huizen. Alles wacht hem op straat: verleiding, beschimping, enz. Hij mag echter door Gods genade staande blijven. Eens vindt hij een parapluie met zilveren knop. Dit voorval brengt hem in aanraking met Mijnheer van Zanten, een groot imeubelfabrikant. Deze zorgt verder voor 't gezin: voor Hein als vakman, voor moeder, Han en kleine zus. Han komt te sterven, doch hij kan sterven. Dit troost de weduwe. Op bladz. 52 (onderaan) staat iets, waarmee wij het niet eens zijn. De oude Harm zegt: "Uw kind is toch gedoopt!", alsof dit de grond der zaligheid is. Bladz. 53 geeft wel iets anders te hooren, n.l. waar Han met tranen in de oogen Ps. 25 : 2 en 3 las (zijn lievelingsverzen). Overigens aanbevolen! | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1932 Open Boekbeoordeling. |