|
|
|
A. Kappers Helpen maakt blij, druk 1, 32 blz. | G.K.O. 5 t.d.t. 32 blz. Een eenvoudig, boeiend, fijn doorvoeld kinderverhaal. Tommie en Nico, z'n vriendje, twee aardige kereltjes van 6 à 7 jaar spelen samen in de straat. „Kolenbaasje!" Ze hebben 'n „auto", en deze staat bepakt met door hen zelf gevouwen zakken, gevuld met zand en ze bezorgen door heel de buurt kolen! Zoo komen ze ook bij „malle Mie", een oud, vereenzaamd moedertje, dat man en kind verloor en alleen op de wereld achterbleef. Niemand bekommert zich om haar; de kinderen van de straat schelden haar altijd uit voor „malle Mie". Tommie deed dat wel niet meer, na dien éénen keer, toen z'n eigen vader hem er op betrapt had en ernstig bestraft. Maar hij is toch bang voor die oude vrouw. Ze durven bij haar deur het spel niet voortzetten. Háár zullen ze maar overslaan. Maar 't vrouwtje had hen al lang gezien. Ze had met hen meegespeeld. Ze zag haar jongen in die kleuters en ze zou, als ze voor haar deur kwamen, antwoord geven en een „snoepje" als belooning geven. Maar als ze merkt, dat de jongens haarwillen overslaan, doet ze de deur open! De jongens schrikken ervan. Nico vlucht; Tommie valt. „Malle Mie" helpt hem op. Weet hem binnen haar deur te krijgen en vertelt hem van haar jon-gentje en van haar man. Alles laat ze zien. Ook het hobbelpaard, dat zij nog steeds bewaarde. Tommie wil alles weten. Ook of zij nog in dien grooten Bijbel leest en of er plaatjes in staan. Zij had den Bijbel vergeten. Ze wilde er niet in lezen, omdat ze alles verloren had. Maar Tommie brengt haar er weer toe, en nu is haar isolement gebroken. Ze krijgt een vriendje en .... ze vindt haar Bijbel terug! We hebben veel lof voor de wijze, waarop dit alles wordt voorgesteld en uitgewerkt; voor de kleintjes, want de woorden zijn in lettergrepen verdeeld. We maken twee kleine aanmerkingen: de titel drukt niet de hoofdzaak uit, en „een jongen, die van den Heere Jezus wil houden" (blz. 10) is een minder gelukkige uitdrukking. Op Christus, den eenigen Zaligmaker, wordt gewezen — de zonde van het schelden en 't kwaaddenken van anderen wordt in 't juiste licht gesteld. De uitvoering is keurig. Hartelijk aanbevolen! | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |
A. Kappers Helpen maakt blij, druk 1, 32 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 8-10 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Dit boekje is een van de "Zilver-serie". Een arme weduwe wordt als "Malle Marie" door kinderen geschuwd. Wat haar echter zoo "vreemd" doet zijn, vernemen we, als Tommie en zijn moeder met haar in aanraking komt. Algemeene op- of aanmerkingen: Een goed boekje om te lezen: Oordeel en veroordeel niet te spoedig. Nieuwe spelling. Conclusie: aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |
A. Kappers Helpen maakt blij, druk 2, 32 blz. | G.K.O. 5 t.d.t. Een eenvoudig, boeiend, fijn doorvoeld kinderverhaal. Tommie en Nico, z'n vriendje, twee aardige kereltjes van 6 à 7 jaar spelen samen in de straat „Kolenbaasje." Ze hebben „'n auto", en deze staat bepakt met door hen zelf gevouwen zakken, gevuld met zand en ze bezorgen door heel de buurt kolen! Zoo komen ze ook bij „malle Mie", een oud, vereenzaamd moedertje, dat man en kind verloor en alleen op de wereld achterbleef. Niemand bekommert zich om haar; de kinderen van de straat schelden haar altijd uit voor „malle Mie". Tommie doet dat wel niet meer, na dien éénen keer, toen z'n vader hem er op betrapt had en ernstig bestraft. Maar hij is toch bang voor die oude vrouw. Ze durven bij haar deur het spel niet voortzetten. Háár zullen ze maar overslaan. Maar 't vrouwtje heeft hen al lang gezien. Ze heeft met hen meegespeeld. Ze zag haar jongen in die kleuters en ze zou, als ze voor haar deur kwamen, antwoord geven en een „snoepje" als belooning geven. Maar als ze merkt, dat de jongens haar willen overslaan, doet ze de deur open! De jongens schrikken ervan. Nico vlucht; Tommie valt. „Malle Mie" helpt hem op. Weet hem binnen haar deur te krijgen en vertelt hem van haar jongetje en van haar man. Alles laat ze zien. Ook het hobbelpaard, dat zij nog steeds bewaarde. Tommie wil alles weten. Ook of zij nog in dien grooten Bijbel leest en of er plaatjes in staan. Zij had den Bijbel vergeten. Ze wilde er niet in lezen, omdat ze alles verloren had. Maar Tommie brengt haar er weer toe, en nu is haar isolement gebroken. Ze krijgt een vriendje en .... ze vindt haar Bijbel terug! We hebben veel lof voor de wijze, waarop dit alles wordt voorgesteld en uitgewerkt; voor de kleintjes, want de woorden zijn in lettergrepen verdeeld. We maken twee kleine aanmerkingen: de titel drukt niet de hoofdzaak uit, en „een jongen, die van den Heere Jezus wil houden" (blz. 10) is een minder gelukkige uitdrukking. Waarom is die in den herdruk niet verbeterd? Op Christus, den eenigen Zaligmaker, wordt gewezen; de zonde van het schelden en 't kwaaddenken van anderen wordt in 't juiste licht gesteld. De uitvoering is keurig. Hartelijk aanbevolen! | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940 |