Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Veka

Het Tyroler kind , druk 1, 54 blz.
Een rijke gravin in Bohemen heeft een 12-jarig dochtertje, dat tengevolge van een val gaan noch staan kan. Om herstelling te zoeken, gaat zij naar een badplaats in Tyrol. Irene (René) komt in aanraking met een blind Tyroler meisje van denzelfden leeftijd. Door den omgang met dit geduldige Tyroler kind wordt het verwende, ontevredene gravinnetje ook wat tevredener met haar lot. Het onderricht der godvreezende gravin leert het blinde Leentje Hem kennen, die gezegd heeft: "Ik ben het licht der wereld." Ook René krijgt den Heiland lief. De meisjes genieten veel van elkanders vriendschap. Boven verwachting is René na een half jaar hersteld. Haar moeder keert met haar naar Bohemen terug, doch zorgt vooraf, dat het blinde meisje wat leeren kan en voor de toekomst verzorgd is. 't Verhaal is heel goed verteld, prettig om te lezen, degelijk en leerzaam. Alleen is het in de twintigste eeuw, die zoo dweept met de majesteit van het kind, niet denkbaar, dat een meisje van twaalf jaar in 't openbaar met een heele verzameling poppen zal spelen. Wie zich niet ergert aan den Duitschen Kerstboom, die ook hier ingeburgerd is, vindt in dit boekje niets, dat hem hindert, maar heel veel, dat hem aantrekt. Deze geschiedenis kan de lezers leeren, geduldig te zijn in 't lijden, dat om der zonde wil den mensch overkomt. Het kan een recht gezicht geven op de oorzaak van het lijden, het doel, waartoe God het toezendt alsook op de wijze, hoe het geduldig kan worden gedragen. Een hoogst belangrijk motief, want voor zeer velen is het moeitevolle leven een lijdensschool. Voorts treedt helder aan het licht, dat een blinde, die Jezus mint, gelukkiger is, dan een ziende, die de wereld liefheeft. Gaarne hadden wij het zondige van Irene's ongeduld beter zien uitkomen, want op een gering of verward zondebegrip kan geen helder begrip van Gods genade volgen. De tegenstelling van zonde en genade moet steeds nadrukkelijk aangegeven worden. Dat zijn de twee hoofdmomenten in een recht Christelijk boek. Het werkje is versierd met drie plaatjes, die mooi zijn en het verhaal goed illustreeren; alleen de huisknecht ziet er in uiterlijk, houding en kleeding teveel als heer uit. Een zoo leerzaam en voor de jeugd zoo aantrekkelijk verhaal bevelen wij gaarne aan.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1907

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Veka

Het Tyroler kind , druk 1, 54 blz.
Het verhaal loopt over twee meisjes: René, dochtertje van eene gravin-weduwe, en Leentje Steiner, dochtertje van eene schoenmakersweduwe, die met wasschen en strijken den kost verdiende. De eerste, René, was door een val verlamd aan de beenen; de tweede, Leentje, tengevolge eener ziekte ongeneeslijk blind. De ontmoeting der beide meisjes heeft plaats te Meran, in Tyrol, waar de gravin voor het herstel van haar dochtertje op raad van doktoren was heengegaan en waar Leentje met haar moeder woonde. Op een heuvel, weinig door wandelaars bezocht, trok zich het blinde meisje dagelijks terug, om mandjes te vlechten en aangezien René ook niet gesteld was op drukke passage en veel menschen, had de huisknecht dit plekje uitgevonden, waar de patiente zonder bespied te worden, rustig zitten kon. De eerste kennismaking gaat spoedig in vriendschap, langzamerhand in warme vriendschap over, ten slotte zijn de beide meisjes onafscheidelijke vriesdinnen. Na een halfjarig verblijf is 't gravinnetje geheel hersteld en vertrekt met hare moeder naar hare woonplaats in Bohemen. 't Afscheid van de arme blinde is zeer hartelijk en wordt eenigszins dragelijk door de belofte der gravin 't volgend jaar weer te komen. De strekking van het verhaal is te laten uitkomen, dat ziekte en tegenspoed het karakter vormen, doordat ze ons nader brengen tot God, die ze als middelen Zijner opvoeding gebruikt - geduld in smart, medegevoel met de lijdende menschheid, zelfverloochening, zijn zoovele eigenschappen, die er door worden aangekweekt. Taal en stijl laten weinig te wenschen over. Het boekje is frisch geschreven, de "godsdienstige gesprekken", die er in voorkomen, zijn niet te lang en zeer kinderlijk, volstrekt niet "om ze over te slaan", zooals vaak dergelijke gedeelten worden gekwalificeerd en - dikwijls niet ten onrechte. Het verhaal is geschikt voor meisjes van 12-15 jaar. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1907
Veka

Het Tyroler kind , druk 1, 54 blz.
Ik noem ook nog een 5den druk van "de Bijbelcolporteur in Oostenrijk," door J.C. Luiting, en het mooie "De kleine Zendeling," van D. Alcock, een verhaal van twee knapen uit de landpalen van Tyrus en Sidon, gevangenen van een vorst van Abyssinie. Zeker een niet alledaagsch of afgezaagd onderwerp. Dit is ook 't geval met "Arie's preek", door Nora. Dit begint heel aardig met "kerkje spelen" op 't strand. Ik ben echter in mjjn leven nooit kinderen tegen gekomen, die bij elke gelegenheid, waar het te pas komt, tot de groote menschen zeggen : "God is liefde!" maar ik ken ook lang niet al de kinderen die op de wereld zijn; 't kan dus best zijn dat er zulke kleinen als Arie bestaan. Het eerste hoofdstuk is zeer goed. "Grootmoeders jongen" uit het Engelsch door Quirina bevalt me beter. Kan het, dat een kind zoo op eens als een blad van den boom verandert? De gedachte in dat boekje neergelegd en dat spreken van nicht Barbara en van den kleinen held is allerliefst. "Het Tyroler kind," door Veka, las ik met groot genoegen. Het lieve titelplaatje geeft reeds hoop op iets goeds en die hoop wordt niet beschaamd. De uitbeelding der gravin zoo rijk gekleed, bevalt me toch maar matig in dat opgeschikt toilet en de twee meisjes bij blz. 32 doen mij even denken aan ronde poppengezichtjes. "Slecht beloond," door H.J. Staverman; al is 't geen nieuwe uitgave, zoo noem ik dit werkje, dat mij toevallig in handen kwam, toch gaarne. Er wordt in verteld van Robert Pulton, den uitvinder der stoombooten. "De Apostel van het Hoorden," door J. Verhagen Jr. beschrijft het leven en werken van "Anschar." Goed, voor niet al te jonge kinderen. A.J. Hoogenbirk geeft ons deze keer: "Twee Overwinnaars" een degelijk werkje, zooals we dat van den schrijver gewend zijn, uit den tijd van de vervolging der Puriteinen en "De Twee Broeders"; beide zijn keurige uitgaven, maar ik vrees dat ik voor dit laatste en de volgende meer lijvige boekdeelen geen tijd zal hebben ze te lezen en te beoordeelen voor Kersttijd; daarom wil ik ze hier alleen noemen: "Negen dagen Koningin" naar 't Engelsch door Rhona. "De Geuzenadmiraal van Zeeland" door A. van der Flier. "Bastiaan de Rotterdamsche Straatjongen" door M. van der Staal. Een tweede druk is verschenen van "Hun Afscheid," door Elisabeth, een allerliefste schets, zoo los geschreven; bekoorlijk om 't eenvoudig, natuurlijk spreken der kinderen en der arme lieden in hun eigen taaltje, en om den blik dien we krijgen in 't hart der lieve kinderen die hier meesterlijk worden geteekend, op de manier van Hesba Stretton. Ook de illustraties van W.S. (zeker Wilm Steelink?) zijn zeer goed.en keurig werkje voor kinderen van 10 à 12 jaar. 't Verhaal boeit van de eerste tot de laatste bladzijde. 't Geheel is uitstekend verteld. Hierin treedt natuurlijke vroomheid naar voren. Geen preekerige kindertjes, oefenaars in den dop. Er gloeit een vlam van de Liefde Gods op de hoofden der personen, die worden voorgesteld. Ook de taal en de stijl zijn goed verzorgd. Op blz. 10 is echter aan "opofferen" een verkeerde beteekenis gegeven. 't Boekje verdient warme aanbeveling.Boekbeoordeling in Het Kind, 21-12-1907
Veka

Het Tyroler kind , druk 2, 54 blz.
Zie Boekbeoordeeling van Jachin 1907 bij verschijnen van druk 1.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1914

Open Jachin-boekbeoordelingen.