|
|
|
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 1 | Koos Gisels, een dokterszoontje, mocht op een zomernacht in de vacantie met nog drie vriendjes een tochtje meemaken met zijn ouderen broer, die een motorboot had. Ze zouden op de rivier gaan visschen. In dien nacht bemerkten ze een roeiboot, waarin twee mannen gezeten waren. De boot hield aan op een Rijnaak, klaarblijkelijk met de bedoeling, gestolen goederen op te koopen. Toen den volgenden dag de jongens aan den overkant bij de ruïne gingen spelen, ontmoetten ze daar een paar visschers uit hun stadje, die vermoedelijk het gestolen goed kwamen halen. De jongens spraken met elkander af, aan niemand iets te zeggen, om de visschers niet in ongelegenheid te brengen. Op den duur had Koos daar geen vrede mee, waar hij overwoog, dat ze door stilzwijgen mede schuldig stonden aan diefstal. Na biddend overleg sprak hij er met zijn vriend over en deelde alles mee aan zijn vader, door wiens tusschenkomst de zaak in het reine gebracht werd. De illustrator heeft zich zeer beijverd inzake de plaatjes; er zijn bijzonder mooie onder. Den titel achten we niet gelukkig gekozen: te vaag, te weinig zeggend. 't Zal wel niet veel voorkomen, dat een jongen op den leeftijd van Koos zóó teer van geweten is, als hier het geval blijkt. Maar de strekking is uitnemend: wie weet goed te doen en dit nalaat, dien is het zonde. Alleen het doen van wat de Heere van ons eischt, geeft waren zielevrede. En de strijd tegen de zonde kan niet in eigen kracht gestreden worden, maar alleen in den weg van gebed, pleitende op de verdienste van den Heere Jezus. Dit alles wordt door het aantrekkelijk verhaal suggestief in de aandacht der jonge lezers gebracht. We bevelen het daarom met warmte aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1933 |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 1 | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van 10-14 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Eenige vriendjes mogen met Bert, den broer van Koos, gaan varen in zijn motorboot. Als ze 's avonds gaan en bij een ruïne stil liggen, zien ze, dat mannen uit hun dorp goederen van de schippers koopen en verbergen in de ruïne. Koos vertelt later alles aan zijn vader, omdat hij er geen rust mee heeft. Vader gaat er nu met die mannen over spreken en brengt alles tot een goed einde. Algemeene op- of aanmerkingen: Een boek, waar spanning in zit. De jongens in dit boek vermoeden iets, maar kunnen niets bewijzen. Maar Koos zegt klaar en duidelijk: "Als je iets weet en je houdt je mond, ben je zelf ook schuldig!" Conclusie: Warm aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1933 Open Boekbeoordeling. |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 1 | 4 jongens mogen op 'n avond mee uit varen met enkele visschers. Ze zijn dan getuigen van zoogenaamde "aanroeiers" of rivierdieven, die van voorbijvarende schepen gestolen goederen opkochten. Dat gebeurde vaak door arme visschers. Op 'n dag gaan de 4 jongens naar 'n ruïne, waar ze merken, dat die gestolen goederen bewaard worden. Juist kwamen er een paar van die aanroeiers om die goederen uit de bewaarplaats in de ruïne te halen, maar door de jongens gingen ze zonder iets weg. Koos had alles goed begrepen en had er geen vrede mee, want 't was toch diefstal. Lang heeft hij met 't geheim rondgeloopen, maar eindelijk heeft hij 't aan Vader verteld en deze heeft 't aan den betrokken persoon gezegd. Het gevolg was, dat 't niet meer gebeurde. Een echt jongensverhaal, dat de aandacht gespannen houdt. Een der recensenten merkt op, dat hier en daar (in noot b.v.) de echte schipperstermen verklaard moesten worden. Voor 10 tot 12 jaar. Eenstemmig oordeel: Warm aanbevolen. | Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1933 |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 2, 73 blz. | 11 t. d. t. 30 cent. gecart. 40 cent. Koos Gisels, een dokterszoontje, mocht op een zomernacht in de vacantie met nog drie vriendjes een tochtje meemaken met zijn ouderen broer, die een motorboot had. Ze zouden op de rivier gaan visschen. In dien nacht bemerkten ze een roeiboot, waarin twee mannen gezeten waren. De boot hield aan op een Rijnaak, klaarblijkelijk met de bedoeling, gestolen goederen op te koopen. Toen den volgenden dag de jongens aan den overkant bij de ruïne gingen spelen, ontmoetten ze daar een paar visschers uit hun stadje, die vermoedelijk het gestolen goed kwamen halen. De jongens spraken met elkander af, aan niemand iets te zeggen, om de visschers niet in ongelegenheid te brengen. Op den duur had Koos daar geen vrede mee, waar hij overwoog, dat ze door stilzwijgen mede schuldig stonden aan diefstal. Na biddend overleg sprak hij er met zijn vriend over en deelde alles mee aan zijn vader, door wiens tusschenkomst de zaak in het reine gebracht werd. De illustrator heeft zich zeer beijverd inzake de plaatjes; er zijn bijzonder mooie onder. Den titel achten we niet gelukkig gekozen: te vaag, te weinig zeggend. 't Zal wel niet veel voorkomen, dat een jongen op den leeftijd van Koos zóó teer van geweten is, als hier het geval blijkt. Maar de strekking is uitnemend: wie weet goed te doen en dit nalaat, dien is het zonde. Alleen het doen van wat de Heere van ons eischt, geeft waren zielevrede. En de strijd tegen de zonde kan niet in eigen kracht gestreden worden, maar alleen in den weg van gebed, pleitende op de verdienste van den Heere Jezus. Dit alles wordt door het aantrekkelijk verhaal suggestief in de aandacht der jonge lezers gebracht. We bevelen het daarom met warmte aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1935 |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 2, 73 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-15 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Koos woont, evenals zijn vrienden, in een stadje, waar in de buurt er van zich een ruïne bevindt. Door smokkelaars op de rivier wordt deze als bergplaats gebruikt. Hoe Koos dit ontdekt en hoe een der dieven van zijn slechten weg terugkeer, wordt ons verteld: Door Kees en zijn vrienden is afgesproken te zwijgen en toch is door het spreken van Koos tot zijn vader en zonder politie een zondaar teruggebracht van het kwade pad, waarop hij voor het eerst zijn voeten had gezet. Algemeene op- of aanmerkingen: Het boekje is goed verzorgd. Ook de inhoud kan geprezen worden. Conclusie: Warm aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1935 Open Boekbeoordeling. |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 2, 73 blz. | Reeds vroeger aanbevolen. Leeftijd 9 11 jaar. | Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1936 |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 3, 68 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-14 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: Koos is het zoontje van Dokter Giesels. Hij gaat met drie vriendjes met zijn broer Bert mee in diens motorboot, om 's nachts op de rivier te visschen. Daar zien ze, dat er uit een Rijnaak goederen gestolen worden en in de ruïne bij het stadje opgeborgen worden. Geurt herkent zelfs in een van de twee mannen zijn buurman. De geheimzinnige gebeurtenis houdt allen bezig in de volgende dagen, zij vermoeden allen iets, maar kunnen het niet bewijzen. Toch heeft Koos geen rust te blijven zwijgen, want zwijgen is zonde voor God. Biddend tot God komt hij zoover alles zijn vader te vertellen. Giesels gaat met Jocker praten, een lid van de Kerk, en brengt den man, die zich had laten verleiden, weer op het goede spoor. Algemeene op- of aanmerkingen: Een ongetwijfeld geslaagd jongensboek. De strijd van Koos is echt, we leven er in mee. Conclusie: Warm aanbevolen. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1936 Open Boekbeoordeling. |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 4, 68 blz. | G.K.C.O. (Cart. band). 11 t.d.t. Koos Gisels, een dokterszoontje, mocht op een zomernacht in de va-cantie met nog drie vriendjes een tochtje meemaken met zijn ouderen broer, die een motorboot had. Ze zouden op de rivier gaan visschen. In dien nacht bemerkten ze een roeiboot, waarin twee mannen gezeten waren. De boot hield aan op een Rijnaak, klaarblijkelijk met de bedoeling gestolen goederen op te koopen. Toen de jongens den volgenden dag aan 70 den overkant bij de ruïne gingen spelen, ontmoetten ze daar een paar visschers uit hun stadje, die vermoedelijk het gestolen goed kwamen halen. De jongens spraken met elkander af, aan niemand iets te zeggen om de visschers niet in ongelegenheid te brengen. Op den duur had Koos daar geen vrede mee, waar hij overwoog, dat ze door stilzwijgen mede schuldig stonden aan diefstal. Na biddend overleg sprak hij er met zijn vriend over en deelde alles mee aan zijn vader, door wiens tusschenkomst de zaak in het reine gebracht werd. De illustrator heeft zich zeer beijverd inzake de plaatjes; er zijn bijzonder mooie onder. Den titel achten we niet gelukkig gekozen: te vaag, te weinig zeggend. 't Zal wel niet veel voorkomen, dat een jongen op den leeftijd van Koos zóó teer van geweten is, als hier het geval blijkt. Maar de strekking is uitnemend: wie weet goed te doen en dit nalaat, dien is het zonde. Alleen het doen van wat de Heere van ons eischt, geeft waren zielevrede. En de strijd tegen de zonde kan niet in eigen kracht gestreden worden, maar alleen in den weg van gebed, pleitende op de verdienste van den Heere Jezus. Dit alles wordt door het aantrekkelijk verhaal suggestief in de aandacht der jonge lezers gebracht. We bevelen het daarom met warmte aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1938 |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 4, 68 blz. | jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 10-14 jaar; algemeene strekking. Korte inhoud: In de Boekbeoordeeling 1936, blz. 38, staat van dit boek, dat nu al de vierde druk beleeft, het volgende geschreven: Koos is het zoontje van dokter Giesels. Hij gaat met drie vriendjes met zijn broer Bert mee in diens motorboot om 's nachts op de rivier te visschen. Daar zien zij, dat er uit een Rijnaak goederen gestolen worden en in de ruïne bij het stadje opgeborgen worden. Geurt herkent zelfs in één van de twee mannen zijn buurman. De geheimzinnige gebeurtenis houdt allen bezig in de volgende dagen; zij vermoeden allen iets, maar kunnen het niet bewijzen. Toch heeft Koos geen rust te blijven zwijgen, want zwijgen is zonde voor God. Biddend tot God komt hij zoover alles, aan zijn vader te vertellen. Giesels gaat met Jocker praten, een lid van de Kerk, en brengt den man, die zich had laten verleiden, weer op het rechte spoor. Algemeene op- of aanmerkingen: Een ongetwijfeld geslaagd jongensboek. De strijd van Koos is echt, we leven er in mee. Nieuwe spelling. Conclusie: warm aanbevolen voor Z.S. | Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1938 Open Boekbeoordeling. |
H. te Merwe Wat Koos ontdekte, druk 5, 70 blz. | G.K.C.O. (Cart. band). 11 t.d.t. Koos Gisels, een dokterszoontje, mocht op een zomernacht in de vacantie met nog drie vriendjes een tochtje meemaken met zijn ouderen broer, die een motorboot had. Ze zouden op de rivier gaan visschen. In dien nacht bemerkten ze een roeiboot, waarin twee mannen gezeten waren. De boot hield aan op een Rijnaak, klaarblijkelijk met de bedoeling, gestolen goederen op te koopen. Toen de jongens den volgenden dag aan den overkant bij de ruïne gingen spelen, ontmoetten ze daar een paar visschers uit hun stadje, die vermoedelijk het gestolen goed kwamen halen. De jongens spraken met elkander af, aan niemand iets te zeggen om de visschers niet in ongelegenheid te brengen. Op den duur had Koos daar geen vrede mee, waar hij overwoog, dat ze door stilzwijgen mede schuldig stonden aan diefstal. Na biddend overleg sprak hij er met zijn vriend over en deelde alles mee aan zijn vader, door wiens tusschenkomst de zaak in het reine gebracht werd. De illustrator heeft zich zeer beijverd inzake de plaatjes; er zijn bijzonder mooie onder. Den titel achten we niet gelukkig gekozen: te vaag, te weinig zeggend. 't Zal wel niet veel voorkomen, dat een jongen op den leeftijd van Koos zóó teer van geweten is, als hier het geval blijkt. Maar de strekking is uitnemend: wie weet goed te doen en dit nalaat, dien is het zonde. Alleen het doen van wat de Heere van ons eischt, geeft waren zielevrede. En de strijd tegen de zonde kan niet in eigen kracht gestreden worden, maar alleen in den weg van gebed, pleitende op de verdienste van den Heere Jezus. Dit alles wordt door het aantrekkelijk verhaal suggestief onder de aandacht der jonge lezers gebracht. We bevelen het daarom met warmte aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940 |