|
|
|
Adri van Witzenburg Het fortuin van Wladimir Petrowitsj, druk 1, 140 blz. | Witzenburg, Adri van Het fortuin van Wladimir Petrowitsj Een verhaal uit de Napoleontische tijd. Men schreef 9 september 1812 en de Franse Armee was op weg naar Moskou.Jean Combier, infanterist, vroeg zich voor de eerste keer af, of hij er wel goed aan had gedaan, zich aan te sluiten bij Napoleons leger. De slag bij Borodino, die meer dan veertigduizend Franse soldaten het leven had gekost, riep sterke twijfels bij hem op. Het Grote Leger leed gebrek, en het zag er naar uit dat dat tot Moskou niet beter zou worden. En wat stond hen daarna te wachten? Zijn vriend Karel Goedewagen, een Hollander, is het met hem eens. Hij is de keizer niet vrijwillig gevolgd; hij werd gedwongen. Jean Combier heeft in een veldslag het leven van Karel gered en vanaf dat moment trokken de mannen samen op. Vol sombere gedachten sjokten de beide mannen over het slagveld, tussen de gewonden en gesneuvelden door. Tot hun aandacht werd getrokken door een man die tegen een halverwege afgeschoten boom rustte. "Als door een onzichtbare macht gedreven liep de Fransman op de donkere gedaante toe." Naderbij gekomen, zagen de beide mannen een gewonde Russische officier. De man had een schot door de longen en was stervende. De soldaten waren wel hard, maar niet onmenselijk; ze gaven hun vijand een slok brandewijn. De man sloeg de ogen op en bewoog de lippen. De Fransman luisterde gespannen naar de laatste woorden van de stervende. Tot zijn verbazing zag Karel dat Jean daarna de zakken van de Rus onderzocht. Dat ging Karel te ver. Was zijn vriend een lijkenpikker geworden? Maar Jean weerde hem af. "Denk je dat Jean Combier een hyena is?" Karel was gerustgesteld, want Jean stopte enkele kostbaarheden weer terug in de zakken. Het ging hem om wat anders. "Met een kreet van vreugde haalde hij een stuk papier tevoorschijn en las met aandacht wat daarop geschreven stond. Tegen zijn vriend zei hij: "Ga mee, mon ami. Het toeval heeft ons iets heel bijzonders in de handen gespeeld." Dat was het dan ook. De stervende Russische officier had Frans gesproken en Jean gevraagd een brief aan zich te nemen. Op de omslag stond:" Te openen door een eerlijk mens. Wladimir Petrowitsj." De soldaten onderzoeken hun geweten. Zijn ze een eerlijk mens? Ze menen te weten van wel, en besluiten de laatste wil van officier Petrowitsj uit te voeren. In Moskou moeten ze een zekere Andrejew Leonid opzoeken. Die zal de eerlijke vinder van de brief een fortuin ter hand stellen. De brief zegt:"Gij moet dit brengen naar de hoofdstad van het land, dat men Holland noemt." Waarna aanwijzingen volgen waar dat bewuste adres in Amsterdam te vinden is. In Moskou zoeken de soldaten de woning van Petrowitsj op. Ze treffen er inderdaad de man Leonid aan, de bediende van de overleden Petrowitsj. Op de een of andere manier is de man, die door de Rus als volkomen betrouwbaar was beschreven, hen niet sympathiek. Leonid licht hen verder in. Tot hun verbazing blijkt het fortuin, waarover in de brief sprake was, te bestaan uit een klein kind! Volgens Leonid de zoon van Petrowitsj. Hij moet naar zijn moeder worden gebracht die om gezondheidsredenen in Amsterdam verblijft. Dat hadden de mannen niet verwacht, maar ze nemen de opdracht aan. Het leger van Napoleon is op de terugtocht; het gaat op huis-aan. Ze verlaten Moskou. Het kind, zijn verzorgster en de bediende Leonid, reizen in een koets. De beide soldaten lopen er als escorte naast, en zonder problemen weet men zo de stad uit te komen. Dan dwingt Leonid de mannen hun uniform te verruilen voor de smerige vodden van een arme moezjik, een Russische boer. Zo zullen ze, beweert Leonid, minder last hebben van ongewenste vragen. De soldaten zien er de redelijkheid wel van in, al zijn ze er niet blij mee als bedelaars verder te moeten. Wat daarna gebeurt, grenst aan het ongelooflijke. De koets met Leonid, de verzorgster en het kind, gaat er ineens van door, en verdwijnt uit het gezicht. Waarom heeft Leonid het kind van zijn meester gekidnapt, terwijl hij het eerst vrijwillig meegaf? De mannen staan voor een raadsel. Ze besluiten de achtervolging in te zetten. In een verlaten huis, waar ze schuilen voor het slechte weer, lopen ze evenwel in de val die Leonid had opgezet. Ze worden neergeslagen en gevangen genomen. Ze krijgen eten en drinken en zelfs dekens. Omkomen van gebrek en kou zullen ze dus niet, maar dat Leonid een schurk is, is duidelijk. Ontsnappen lijkt onmogelijk, maar gelukkig blijkt hun cipier gevoelig voor de klank van geld. Hij is omkoopbaar en laat de mannen vrij. In een naburig vertrek vinden ze, tot hun verbazing, de verzorgster van het kind, diep in slaap, en naast haar in een bedje, het kind. De mannen aarzelen geen ogenblik. Geruisloos nemen ze het kind op en sluipen met het fortuin van Petrowitsj' de deur uit. Hun verrassing is nog groter als ze buiten een slee aantreffen, bespannen met hun eigen paarden. Een stem fluistert: "Vite!" Ze stappen in en de slee gaat er van door met onbekende bestemming. In het huis klinkt een luide schreeuw. "Katschinka mist het kind," zegt de geheimzinnige sledebestuurder laconiek in zuiver Frans.Hij ontpopt zich als een pelsjager, Fransman van geboorte, en een vriend van Petrowitsj. Bij de inval van Moskou was Leonid bij hem gekomen met het verhaal dat hij de schatten van zijn gesneuvelde meester in veiligheid moest brengen. Francois, zoals de man beet, was eerst te goeder trouw, maar kwam allengs achter de waarheid. Het is een vreemde geschiedenis, maar nog vreemder wordt het als blijkt dat het kind helemaal niet van Petrowitsj is! Het is de zoon van Leonid zelf. Een man die er niet voor terugdeinsde eigen bloed in te zetten voor een gemene zaak. Alleen zo kon hij de Franse soldaten op het verkeerde been zetten en zichzelf verrijken met de schatten van zijn meester. Uiteindelijk bleek de stem van het vaderhart toch sterker. Het was ook niet de bedoeling dat de soldaten er met het kind vandoor zouden gaan. Met een witte vlag komt hij de mannen achterna. Hij wil zijn zoon terug, in ruil voor een cassette met edelstenen. De transactie gaat door.Toch had de hele geschiedenis nog een goede kant. Juist omdat de soldaten dachten dat het om het kind van de Russische officier ging, hadden ze er alles voor over gehad de vermeende moeder in Amsterdam haar zoon terug te brengen. "Voor geld of juwelen zouden ze er wellicht niet zo gauw toe gekomen zijn hun keizer te verlaten. Na een lange terugweg, bereiken de mannen uiteindelijk Holland. In Amsterdam weten ze de weduwe van Wladimir Petrowitsj te vinden en stellen haar in het bezit van de juwelen. Daar vernemen ze ook dat de werkelijke zoon van Petrowitsj al die tijd al veilig bij zijn moeder was. De vrouw is hen uiterst dankbaar. Ze worden vorstelijk beloond. "Arm kwamen ze binnen, rijk gingen ze weg." Hun reis was niet tevergeefs geweest.Karel weet dat zijn ouders in het noorden al naar de verloren zoon uitkijken. Alleen Jean heeft niemand die op hem wacht. Maar Karel heeft al beslist: "waar plaats is voor mij, zal ook plaats voor jou zijn. "Het fortuin van Wladimir Petrowitsj, no. 80 uit de bekende Kwartjesboeken-serie is een boeiend en vlot geschreven verhaal. Voor vijfentwintig cent was men er zeker niet aan bekocht... | Met een kwartje de wererld rond, Toos M. Saal-Zuurveen, 1999, 1957-58 |