Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Joh.E. Kuiper

Het groote plan, druk 1, 190 blz.
Het groote Plan.
Door Johanna E. Kuiper.
Geill. door Hans Borrebach.
Alkmaar Gebr. Kluitman Uitgevers.
Meisjesboek van 10-14 jaar.
In prachtband f 1.75 (Holl. prijs)
Johanna Kuiper heeft hier een buitengewoon goed meisjesboek geschreven.
Het gegeven is origineel en verrukkelijk. Het groote plan is het plan van vier kleinkinderen uit drie gezinnen, om tien gulden te verdienen, teneinde daarvoor de luidspreker te kunnen koopen voor Grootmoeders distributie-radio. Grootmoeder heeft wel de rijksdaalder elke maand voor de distributie, maar de tien gulden voor den luidspreker begroot haar.
Half Mei maken de kinderen hun plan. Begin September is grootmoeder jarig- in 3/2 maand moet de tien gulden verdiend zijn.
Vol ijver en vooral vol goeden wil gaan de kinderen aan het werk. Ze stichten een club : de Riekelpietwil, naar hun voornamen.
Een ramp is het, als ook hier niet de vrede bewaard kan worden en ze zich, gelukkig voor korten tijd, splitsen in de Riekels en de Pietels. Doch de vrede keert terug en ze hebben een bondgenoot van buiten moeten aannemen : Arthur. Want wat is verdienen moeilijk ! Ze leeren in vollen omvang de waarde van het geld. Hun eerste plan is : een lapje grond huren. De Amsterdammertjes, want dat zijn ze, trekken naar Buiksloot. Heerlijk is hun wedervaren daar geteekend. Een oud vrouwtje wil hun graag haar tuintje verhuren voor de helft van de opbrengst. Ze woont in een dijkwoninkje en wil de kinderen haar tuintje laten zien, dat onder aan den dijk ligt. Daartoe verdwijnt ze in een luik in den vloer, langs een ladder en roept argeloos de kinderen mee. En dan vinden ze de zaak heel verdacht. Maar voor grootmoeder trotseeren ze alles. - Eén blijft achter- één fluistert : "Als we gillen, ga dan hulp halen." "En toen beleefden ze een verrassing, als het meisje uit het sprookje, dat door een booze stiefmoeder gedwongen werd in een put te springen en beneden niet in vuile, donkere modder, maar in een tuin terecht kwam."
De tuin levert zoo waar iets op van het benoodigde geld. Maar met hoeveel zwoegen ! Een "Poesenhotel", ingericht in het schuurtje van het oude vrouwtje moet ook zijn revenuen afwerpen, en vraagt ook weer veel werk.
Als de Pietels zich afgescheiden hebben, komen die op stoutmoediger gedachten. De schuit van tante Jantje, het oude vrouwtje, is indertijd gezonken en er is een jampotje met gouden tientjes in. Daarnaar duiken ze. Als ze de spaarpot vinden, zal tante Jantje, die hen toch al zoo helpt, hen toch wel beloonen. Prachtig is het avontuur met al het oud-roest, dat de kinderen vinden, inplaats het jampotje, en dat ze dan verkoopen willen. Hoe weet Johanna Kuiper zoo iets te vertellen : de zorgen en het verdriet van de kinderen en onder alles door dat heerlijke gevoel van saamhoorigheid en de pret om alles. De tien gulden en zelfs nog wat meer, komt erzoowaar. Een geïmproviseerde circusvoorstelling, allergeestigst beschreven, wordt de sluitpost van de begrooting. Johanna Kuiper kan zulke gevoelige dingen zeggen, terwij1 ze vertelt. "Hoor eens naar Piet : "Wat fijn toch, dat we geen ruzie meer hebben.
In zijn hart dacht hij, dat ze nu, nadat ze alles samen klaar hadden gespeeld, nooit meer ruzie zouden kunnen maken. Wat ging je veel van elkaar houden, als je samen iets deed en samen iets gedaan kreeg. (Blz. 168)
Hans Borrebach maakte aardige plaatjes en zette op den band het tuintje met de hardwerkende kinderen. Uw kroost zal heel veel plezier van dit boek beleven.
S. LUGTEN-REYS.
Boekbeoordeling in De Bandoengse Huisvrouw, 1935