|
|
|
Leny Palm-Boelens Het huisje in het polderland, druk 1, 109 blz. | G.K.C.B. 13 t.d.t. Riek en Miep zijn zusjes, die een aardig huisje bewonen in het polderland. Miep zorgt heel goed voor haar bloemen. Riek voelt telkens weer jaloezie tegen haar zusje, vooral ook omdat haar vriendinnetje Miep een lief kind vindt. Riek komt er toe, haar zusje op een stormachtigen dag alleen te laten, nadat ze eerst Mieps das heeft verstopt. Deze loopt daardoor een zware verkoudheid op. Om haar geweten te sussen, besluit Riek een kerstklok voor haar zusje te koopen. Als er in 't dorp geen naar haar zin te bekomen zijn, gaat ze met de autobus naar de stad. Op den terugweg verdwaalt ze in de sneeuw, 't Is al donker geworden en ten slotte valt ze op den weg neer. Een autobestuurder vindt haar daar, en geeft haar mee aan Cornelis, den knecht van den boer, waar Riek dikwijls gaat spelen. Ze is ziek geworden. Nu belijdt ze haar schuld. Beide zusjes herstellen en alles wordt weer goed. Dit verhaal heeft op de debetzijde, dat het het zeer oude thema behandeld: de gevolgen van verzwegen kwaad. Op de creditzijde, dat de schrijfster het kinderkarakter uitstekend kent en met groote voorliefde over het buitenleven spreekt, waarbij ze niet verzuimt, op Gods grootheid te wijzen. Het heeft ook een goede strekking. Krachtens den opzet accentueert het meer naastenliefde dan liefde tot God. De omslag is zeer geslaagd. We bevelen dit boekje, dat zich kenmerkt door „stemming", aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1941 |