|
|
|
Maria Laarman Het huisje op de heide, druk 2, 54 blz. | De schrijfster vertelt ons wel wat uitvoerig, hoe zij met familie gaat logeeren ergens op de Veluwe. Zij komt langs een klein huisje, waar een oude vrouw het Evangelie zit te lezen en dicht daar een versje op. Dan komen haar nichtje en neefje om een verhaaltje vragen en ze vertelt de Kerstgeschiedenis. Den volgenden dag komt ze in gesprek met het oudje ven het eenzame huisje en hoort hoe deze im haar jeugd den Heer heeft keren kennen. Een onweer breekt los en ze blijft dus langer dan haar bedoeling was, met de oude vrouw praten en leest haar eenige psalmen voor. Het slot is een korte stichtelijke nabetrachting. Tien zwarte plaatjes in den tekst, royale druk, matig aanbevolen. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1921 |