|
|
|
Johanna Wat den toorn stilde , druk 1, 40 blz. | Wie Johanna is, weet ik niet; maar wel dat zij mooi vertellen kan, of "navertellen" zooals zij het noemt. Uit Meta's geschiedenis en die van haar vader, maar ook uit het leven van zijn "patron" en diens zoon blijkt wat liefde vermag. Onmogelijk is het ons, dit verhaal kort en goed weer te geven, omdat het kort en goed gegeven is. 't Is een leerzaam verhaal, dat door kinderen van tien of twaalf jarigen leeftijd met graagte zal worden gelezen en dat ongetwijfeld zegen zal uitwerken. Prijs f 0.20. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1906 |
Johanna Wat den toorn stilde , druk 2, 40 blz. | Meta, het dochtertje van den vrijwillig werkeloozen (stakenden) fabrieksarbeider Wissels, wordt, terugkeerende van hare Zondagsschoolonderwijzeres, bij wie ze Kerstliederen zong, getroffen in de oogen door de zweep van den arrenden zoon des fabrikants, Albert. Wissels is buiten zich zelven van woede en dreigt den vader en den zoon met schrikkelijke wraakneming. Eene poging om deze bedreiging te volvoeren, mislukt: Albert gaat niet zingen op het Weldadigheidsconcert, maar begeeft zich naar het lijdende meisje, dat blind scheen te zullen worden, maar .... de oogen behoudt. Voor haar zingt hij; naar haar luistert hij; uit haren mond hoort hij en hooren ook de beide ouders het Kerstevangelie. Daar wordt vrede gesloten en de broze geest van wraak en wrok en ontevredenheid op de vlucht gejaagd. Blijder, dan tevoren, vieren de twee familiƫn Kerstfeest en weldra wordt onder gunstige en vriendelijke verhoudingen het werk in de fabriek hervat. De uitdrukking: "Misschien zingt ge nog veel mooier," enz. is in den mond van de Zondagsschooljuffrouw misplaatst. Deze spreekt immers ernstig en liefderijk en kan en mag niet verwachten, dat A., na 't hooren van wat hij, zij 't ook onopzettelijk, misdreef, nog tot zingen genegen zou zijn. Dit strijdt met eene goede psychologie. Ook is de rethoriek van den kleinen Albert wat onnatuurlijk. Het uiterlijk van dit boekje is goed verzorgd. Flinke letter. Wat de illustraties betreft, moeten wij opmerken, dat Albert op het plaatje niet op een knaap van 15 jaren lijkt. De inhoud dezer geschiedenis staat in verband met onzen tijd: stakingen zijn immers aan de orde van den dag! Dit te pas brengen van de sociale kwestie in de lectuur voor de jeugd heeft zeker zijne goede zijde, als de Auteur het maar doet met juiste verdeeling der licht- en schaduwpartijen. Een der recensenten oordeelde, dat in dit verhaal te eenzijdig een gunstig licht valt op den patroon. Eerste eisch is, als de Schrijver meent op dit terrein zich te moeten begeven, dat de stukken op het bord zuiver gezet worden. De strekking is goed, hoewel wij ons niet ontveinzen kunnen, dat de juiste beteekenis van de zonde tegen God wat te ver naar den achtergrond gedrongen, en, daarmede in verband, de bekeering niet vrij van oppervlakkigheid is. Als eene schoone guirlande, die het onstuimig tafereel van den toorn vriendelijk omkranst en verzacht, komt in dit verhaal de Kerstgeschiedenis voor. Duidelijk treedt hier ook in het licht, dat Gods wegen niet zijn als onze wegen. Noch Meta, noch Albert konden ten uitvoer brengen, wat zij zich hadden voorgesteld. Evenwel was het einde voor beiden gezegend. De gemaakte opmerkingen verhinderen ons echter niet, dit boeiende verhaal aan te bevelen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiƫn van "Jachin", 1914 Open Jachin-boekbeoordelingen. |