|
|
|
Johanna Het kerstgeschenk , druk 2, 24 blz. | Dit verhaal is, wat een kind noemt "mooi." Het draagt kennelijk de sporen van uit het leven gegrepen te zijn. De familie Helmers, bestaande uit vader en moeder en vier kinderen, moet zeer zuinig en met veel overleg leven, om van vaders verdiensten rond te komen. Zoo is het te verklaren, dat moeder, zij 't ook met tegenzin, gebruik blijft maken van eene oude, schier vervelooze en slecht sluitende broodtrommel. Zij spreekt haar ongenoegen daarover uit en de twee jongste, nog schoolgaande, kinderen trekken zich de smart van moeder aan, ontzeggen zich de St. Nicolaascadeau's en koopen in stilte eene nieuwe en mooie trommel en nog eene broodplank bovendien. Zoo wordt moeder op den morgen van den eersten Kerstdag aangenaam verrast en vieren allen met dubbele opgewektheid het Kerstfeest. Deze geschiedenis wordt onderhoudend verteld en, met gepaste opmerkingen en vermaningen afgewisseld, ten einde gebracht. De verhaaltrant is eenvoudig. Leerlingen van acht à negen jaar zullen dit boekje met genoegen lezen. De plaatjes zijn lief; het titelvignet en het plaatje tegenover den titel maken beide eenen aangenamen indruk. Op het eerste ziet men den kleinen Kees en zijn zusje in den winkel de broodtrommel bekijken, ja bewonderen; op het tweede groepeert zich de gansche familie om de trommel, die moeder zooeven ontdekte. Daar dit op Kerstmorgen gebeurde, knoopt de Schrijfster ook het Kerstfeest en zijne beteekenis daaraan vast. Wat de strekking aangaat, doelt dit verhaal vooral op twee deugden: liefde voor de ouders en gebedsijver. De eerste treedt uitnemend schoon aan het licht. Bij de tweede gaat de Schrijfster o.i. de grenzen der eerbiedigheid wel eens te buiten. 't Kan zeker waar gebeurd zijn, dat Keesje bad: "Laat de broodtrommel niet te veel kosten." Het verdient evenwel geene aanbeveling dit in zulk een geschriftje te vermelden. Uitnemend is het echter, de kinderen te doen verstaan, dat het den Heere niet te gering is, zich ook te bemoeien met alledaagsche zaken. En uitnemend ook is de nadrukkelijke opwekking tot het luisteren naar de stem en het opvolgen van den wil des Heeren. Alleen komt het ons voor, dat de kleine Kees daarin op zijnen zeer jeugdigen leeftijd verder gekomen is, dan waarschijnlijk geacht worden kan. 't Is soms of ge eenen grijsaard hoort. Zoo bijv. pag. 11, als hij 't Kerstfeest boven St. Nicolaas stelt. Ook bovenaan pag. 12. Doch vooral in het gesprek op de laatste bladzijde heeft de fantasie der Schrijfster de waarheid, waarop haar verhaal gegrond is, ontsierd. Ondanks deze opmerkingen bevelen wij dit boekje gaarne aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1905 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
Johanna Het kerstgeschenk , druk 3, 24 blz. | Geïll. gekl. omslag. zw. pl. Prijs 10 cents. Dit boekje schetst ons een tafereel uit het familieleven gegrepen. De verhaaltrant is wat stijf. Pag. 1, alinea 4 begint een zin met "voorzeker", terwijl dan nog eens een "voorwaar" volgt. De strekking is, dat het najagen van aardsche schatten van God afvoert, zoo de waarheid Gods daarbij wordt verwaarloosd, doch dat God soms op wondere wijze het kwaad nog ontdekt tot bekeering. De Heere wil daardoor den boer en zijn vrouw leeren, het Koninkrijk Gods te zoeken. Bij de vrouw blijkt deze vrucht echter niet. En bij den man? Goede voornemens. In den Bijbel lezen. Naar de Kerk gaan. f 100 geven aan de armen. Instemming met het gezang der gemeente. Hierin echter komt tevens het oppervlakkige van dit boekje uit. De ware boetvaardigheid en schuldbelijdenis voor God worden gemist. Eveneens de genade der verzoening in Jezus Christus. Daarom moeten wij dit boekje voor onze Zondagsscholen ongeschikt verklaren. De Christelijke geest is zwak en uit litterarisch oogpunt beschouwd, loopt het over het allemanspaadje der middelmatigheid. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911 |
Johanna Het kerstgeschenk , druk 3, 24 blz. | Een verhaal, dat, als 't niet op waarheid gegrond was, haast al te simpel zou zijn. 't Loopt over een nieuwe broodtrommel, die moeder gaarne zou bezitten, maar zelf niet kan bekostigen, en die haar twee jongste kinderen haar als Kerstgeschenk geven. De strijd voor Leentje, die eerst liever een poppenhoed kocht, de vrees der kinderen, dat de prijs te hoog zou zijn, de onvrijmoedigheid van Keesje om in den winkel naar den prijs te vragen, geeft de schrijfster aanleiding om soms nog al vrij breedvoerige opmerkingen van godsdienstigen aard in te vlechten. 't Boekje is, naar onze bescheiden meening, ofschoon niet onkinderlijk, toch ook weer niet kinderlijk genoeg. Eenig bezwaar zou kunnen rijzen tegen de uitdrukking over den Heere Jezus op blz. 14, dat Hij altijd als kind Zijn ouders liefde en gehoorzaamheid betoonde, ook al kostte Hem dat moeite en strijd. Het boekje wil leeren, dat ook kinderen in staat zijn, om aan degeen, die hen omringen, te laten zien, »dat zij den Heere liefhebben en maar Zijn wil wenschen te leven.« De eenvoudigheid van 't verhaal zou 't boekje geschikt doen zijn voor heel jonge kinderen, maar de stijl, die wel goed, maar niet altijd kinderlijk is, zou 't voor kinderen van 10 jaar en ouder geschikt maken. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911 |