Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Ida Keller

Het klaverblad van vier, druk 1, 110 blz.
Het klaverblad van vier: Gerda, die een veerboot bedient; Maggie, een verwaarloosd kind; Malle Mijntje, een onnoozele werkster en Meta, 't dochtertje van den rijken heer Van Hoogenhorst. Meta's moeder is een innige Christin geweest. Meta lijkt sprekend op haar en - hoewel nog een kind - dient zij in oprechtheid den Heere. Pa is uitwendig een Christen en gaat op in weldoen om van de menschen gezien te worden. Meta komt te sterven. Haar vader is geknakt. Door het ontmoeten van Gerda, die hem in eenvoudigheid onderwijst, vindt hij het rechte pad. Nu komen Maggie en Mijntje bij Gerda in huis en Hoogenhorst neemt 't onderhoud van de drie meisjes voor zijn rekening. De samenstelling is zeer gecompliceerd. Het verhaal is goed geschreven. Alleen in het begin wat te hoogdravend, b.v. in Gerda's natuurbeschouwing, die bovendien onwaar is. De streken van Bob en de goddelooze praktijken van Kee Knobbel konden best worden gemist. Een uitdrukking, die we niet voor onze rekening zouden nemen, komt voor op blz. 103. Hoogenhorst kleedt Maggie met de jurkjes van Meta en zegt dan: "Wie weet, of Meta nu niet uit den hooge met welgevallen hierop neerblikt". De strekking is goed. Er wordt in dit boekje niet gepreekt. We zien de kracht van het Christelijk geloof. Het openbaart zich allereerst in Meta's moeder, Meta en Gerda. En het is in haar ook anderen ten zegen. De trots en het farizeïsme van den heer v. H. worden gebroken. Toch had meer van schuldbesef sprake kunnen zijn. Wel aan te bevelen, vooral voor de gegoede leerlingen uit hoogere klassen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1917

Open Jachin-boekbeoordelingen.


Ida Keller

Het klaverblad van vier, druk 1, 110 blz.
De hoofdpersoon, de „veervrouw" Gerda, is een lief meisje, die ons tot 't eind sympathiek blijft. „Een zegenende ziel". Zoo zien we haar tegenover haar grootvader, haar broer, een deugniet, tegenover de verwaarloosde Maggie, de halfwijze Mijntje en het lieve rijkelui's kindje Meta, de drie klaverblaadjes, waarbij Gerda dan 't vierde is. Tot een zegen wordt Gerda bovenal voor Meta's vader, den deftigen heer Van Hoogenhorst, dien zij na den dood der lieve kleine Meta zoo goed als van zelfmoord redt, en voor wien zij 't middel wordt tot bekeering. Dit verhaal vol verwikkelingen toont de noodzakelijkheid aan van de bekeering en van het zich geven aan anderen, om Christus' wil. Maar we kunnen het boekje toch niet bewonderen: 't is zoo bioscoopachtig, zoo sensationeel! De omgeving van Kee Knobbel (jammer dat er geen kiekje van dit type genomen is !) in het deftige koopmanshuis zijn wel contrasten! Voor de schrijfster is dat geen bezwaar: ze weet alle figuren aan haar snoer te rijgen .... Een kerkhof b.v., een stormnacht, een paar ontaarde vaders, die hun kinderen bij een oude feeks deponeeren en naar Amerika trekken, enz. ons dunkt, dat is nog eens stoffage! — Mej. Keller vertelt goed : haar beschrijvingen zijn o.i. minder gelukkig, ook doordat ze dan de bombastische spreekwijzen niet voldoende weet te mijden. Keurig zijn de illustraties. Ze lijken niet op photo's, maar 't zijn photo's. Schitterend! Alleen die haard tegenover blz. 80 is wat verdacht ... . Voor meisjes van 12-14 jaar is het wel een goed boek. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1917
Ida Keller

Het klaverblad van vier, druk 2, 125 blz.
G. K. C. 0. 18 t. d. t. f 1.10. (banden 45 cent.). Het klaverblad van vier: Gerda - die een veerboot bedient; Maggie, een verwaarloosd kind; malle Mijntje, een onnoozele werkster en Meta, 't dochtertje van den rijken heer van Hoogenhorst. Meta's moeder is een innige Christin geweest. Meta lijkt sprekend op haar en - hoewel nog een kind - dient zij in oprechtheid den Heere. Pa is uitwending een Christen en gaat op in weldoen om van de menschen gezien te worden. Meta komt te sterven. Haar vader is geknakt. Door het ontmoeten van Gerda, die hem in eenvoudigheid onderwijst, vindt hij het rechte pad. Nu komen Maggie en Mijntje bij Gerda in huis en Hoogenhorst neemt 't onderhoud van de drie meisjes voor zijn rekening. De samenstelling is zeer gecompliceerd. Het verhaal is goed geschreven. Alleen in het begin wat hoogdravend, b.v. in Gerda's natuurbeschouwing, die bovendien onwaar is. De streken van Rob en de goddelooze praktijken van Kee Knobbel konden best worden gemist. De strekking is goed. Er wordt in dit boekje niet gepreekt. We zien de kracht van het Christelijk geloof. Het openbaart zich allereerst in Meta's moeder, Meta en Gerda. En het is in haar ook anderen ten zegen. De trots en het Farizeïsme van den heer v. H. worden gebroken. Toch had meer van schuldbesef sprake kunnen zijn. Wel aan te bevelen, vooral voor de gegoede leerlingen uit hoogere klassen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1927