Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Johanna

Wat de zon weer deed schijnen, druk 1, 32 blz.
Een knorrige, oude edelman, gebroken onder allerlei slagen, mort over zijn levenslot. Zijn eenig kind van drie jaar verdronk, naar men meende. Een nichtje van 15 jaar logeert van tijd tot tijd bij oom, om hem wat op te vroolijken.. Nichtje ontmoet daar op het dorp eens een reizend tooneelgezelschap en maakt kennis met een jongen tooneelspeler, die zich later ontpopt als de doodgewaande zoon. Hij was nl. niet verdronken, maar gestolen en toen aan den leider van het gezelschap overgedaan. De hereeniging met zijn zoon doet bij den ouden baron »de zon weer schijnen« en brengt den knorrigen oude tot een dankbaar geloofsleven. Het boekje bevalt ons maar matig. Kinderroof en de gebruikelijke sterfbed-bekentenis, met een stichtelijk slot zijn goedkoope argumenten. Waarom moet nichtje zoo lang wachten, eer ze van haar moeder de levensgeschiedenis van oom te hooren krijgt? De schrijfster vertelt het toch reeds aan jeugdige ooren. En moeten we niet voorzichtig zijn, om een tweede moeder te betitelen als »een vreemde vrouw«? Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1918