|
|
|
D. Menkens-van der Spiegel Het poppenhuis, druk 1, 48 blz. | G. K. 0. 9 t. d. t. 40 cent. Jenneke, het kind van den arbeider is vriendin van Neeltje, het dochtertje van den boer. Jenneke's broer komt thuis uit Amerika en laat voor Jenneke een poppenhuis maken, dat keurig gemeubileerd wordt. De schoolmeisjes, die anders liever op de boerderij kwamen, gaan nu liever naar het poppenhuis van Jenneke, wat den nijd van Neeltje opwekt. Jenneke wordt op haar beurt naijverig als Neeltje beslag legt op Nelly, het dochtertje van een onderwijzer. Als later Elly zich wat meer met Jenneke bemoeit, vertelt Neeltje allerlei leugens, waarvan ze later groot verdriet heeft en waarover ze veel berouw toont. Ten slotte komt alles goed en zijn ze met haar drieën vriendinnetjes. 't Is een verhaaltje voor kleine meisjes, en die zullen het ook wel met genoegen lezen. Het beschrijft heel natuurlijk pleiziertjes, verwachtingen, ruzietjes enz. van kleine meisjes en geeft daarbij een vermaning tot vergevensgezindheid. Een enkelen keer b.v. bij 't jokken van Neeltje, blz. 36, gaat het wel wat buiten den gedachtenkring van een tweede-klasser. Ook is heel de opzet van het kostbare poppenhuis voor het arbeiderskind wel een beetje gezocht. Dit boekje heeft een voor kleine meisjes buitengewoon aantrekkelijk uiterlijk: de illustratiën van Jeanne Faure blinken uit, vooral die van den omslag. De verteltrant is natuurlijk en veelal is alles ook in overeenstemming met de denkwereld der 7- à 8-jarigen. Ook bij jonge kinderen komen ondeugden als jaloezie, hoogmoed en jokken tot uiting. Het verkeerde er van wordt hier gezien. Ook wordt gewezen op den eisch van vergeven. Evenzeer daarop, dat de zonde moet beleden worden en daarvoor vergeving gezocht worden moet. De belofte van schuldvergeving wordt genoemd op blz. 45: "Ze hebben het hun kindje heelemaal vergeven. De Heer in den hemel ook, want daar heeft ze met een berouwvol hartje om gebeden. En als een kind zóó bidt, vergeeft Hij het altijd". Het schijnt, dat sommigen van meening zijn, dat kleine kinderen den naam Gods als "lieve Heer" moeten noemen. Hoewel wij een boekje daarom niet veroordeelen willen, houden wij ons liever aan de Schriftuurlijke zegswijze. We bevelen dit boekje voor onze Kerstuitdeeling aan. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1929 |