Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 1, 145 blz.
G. K. C. 0. (Cartonnen band). 13 t. d. t. 75 cent. Wie zou niet de verschijning toejuichen van een zendingsgeschiedenis, die even leerzaam is als interessant, en van goede evangeliseerende strekking? We zijn dankbaar voor dit boek, fraai van uiterlijk en kostelijk van inhoud. Wardjo is het kind van sultan Agoeng, die, als afstammeling van een machtig sultansgeslacht, regeert over een handjevol onderdanen in den Allesischen kraton, de oude sultansstad, waar alles de blijken vertoont van verval en armoede. Doch de oude trots van zijn machtige voorvaderen leeft in den sultan, ondanks al het verval, onverminderd. De Nederlandsche regeering helpt den verarmden heerscher door de grootste moeilijkheden heen. Zijn zoon Wardjo wordt door een auto aangereden, en gewond in het Zendingshuis gebracht. Daar hoort de knaap vertellen van den Heere Jezus en leert hij het Christendom kennen. De eerste indrukken worden door den Geest Gods verdiept. Het sultanskind wordt getroffen door het groote verschil tusschen het sombere, spook-achtige kratonpaleis van zijn vader, waar de geesten wonen en angst en schrik verwekken bij oud en jong in het zendingshuis. In den kraton is steeds de donkere dreiging van onheil. In het zendelingshuis is licht en blijdschap. Het vertellen van den Heere Jezus en het lezen uit den Bijbel worden voor Wardjo tot zegen. Zijn Vader, die vol trots beweert regelrecht van Mohammed af te stammen, bemerkt met schrik en toorn de groote verandering die bij Wardjo heeft plaats gehad. Hij verbiedt hem naar het Zendelings-huis te gaan en ontneemt hem zijn Bijbel. Een opstand tegen het Nederlandsch Gezag brengt den jongen echter weer bij den Zendeling terug. Nadat het oproer bedwongen is, brengt deze hem weer tot zijn vader. "Het zal moeilijk zijn om daar voor den Heere Jezus een plaats te vinden." Doch die plaats is er, zegt de zendeling, als Wardjo den Heiland in het hart meebrengt. Met "Goesti Jesoes" verdwijnt ook het donker van den kraton. De Sultan wordt door het gouvernement gehandhaafd alleen om Wardjo's wil. Twee kernspreuken concentreeren de strekking: "Voor Jezus Christus is geen onderscheid tusschen blank en bruin." (blz. 145). "Lang niet alle Europeanen zijn Christenen en evenmin alle Christenen Europeanen" (blz. 86). Dit boek is door tal van bijzondere tooneeltjes zeer belangwekkend. Het schimmenspel (op pag. 17, 19 en 65 staat schimmelspel!), de vertellingen van Marto, de varkensjacht, de episode van de krokodillen (blz. 15) en als pendant die van het hertje, dat Wardjo overal vergezelt - dit alles zal den lezer stellig interesseeren. Het slot is echter abrupt: wat is er van Wardjo en zijn vader geworden? Het kinderlijk blijmoedig geloofsvertrouwen staat in scherp contrast met den angst en de vrees voor de geesten. We aanvaarden dit mooie boek met erkentelijkheid.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1935

M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 1, 145 blz.
jongensboek; geschikt voor een leeftijd van ± 12-14 jaar; Zendingsgeschiedenis.
Korte inhoud: Het is de geschiedenis van een Indisch jongetje, de zoon van Sultan Agoeng, genaamd Wardjo. Zijn vader is in rechte linie afstammeling van Mohammed, en van een eens machtige Sultansfamilie. Nu is zijn heerlijkheid verbleekt en hij is op Noord-Java niet veel meer dan een schijn-vorst. Het Nederlandsch Gouvernement heeft er toe bijgedragen, dat zijn heerlijkheid niet geheel ten onder is gegaan. Wardjo moet leeren op de Holland-Indische school buiten de kraton, het inlandsche verblijf van den Sultan. De vacantie brengt hij met zijn ouders door in hun landhuis, op den berg gelegen. Op de helling van den Tjerimai krijgt Wardjo een ongeluk. Hij wordt door een auto aangereden en in het Zendelingshuis van zendeling Looyenga opgenomen. Hier hoort hij de geschiedenis van Goesti Jesoes. Als de Sultan verneemt, dat zijn zoon belangstelling heeft voor het Christendom, is hij boos op den Zendeling en diens vrouw. Hij zint op wraak en laat zich door een hadji opstoken. Er komt opstand onder de bevolking, die echter door het flink optreden van den assistant-resident wordt gebroken. Ook Wardjo toont zich een moedige jongen, door den Zendeling van het hem dreigende gevaar op de hoogte te brengen. Algemeene op- of aanmerkingen: Met bijzondere belangstelling hebben wij de geschiedenis van Wardjo gelezen. In één woord een mooi boek van paedagogische waarde, ook de geestelijke strekking is goed. Er wordt in verhaald, hoe de zoon van den Sultan Agoeng, van het Mohammedanisme tot het Christendom bekeerd wordt. De schrijver heeft heel juist geteekend de vrees en den angst van den Javaan voor de goden en allerlei geesten. Alleen het geloof in den eenig waren God geeft ware rust en vrede. De liefde Gods in Jezus Christus voor zondaren geopenbaard, is het eenig fundament der zaligheid. Het is een mooi stuk Zendingsgeschiedenis.
Conclusie: Warm aanbevolen voor Z.S.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1935

Open Boekbeoordeling.
M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 1, 145 blz.
Wardjo, de zoon uit een oud consulsgeslacht, leeft met zijn vader, moeder, broertje en zusje en de overige familieleden te midden der onderdanen in een kleine stad op Java, in een oud vervallen paleis, de z.g. kraton. Alleraardigst wordt ons deze typisch inlandsche omgeving, waarin Wardjo opgroeit, beschreven. Maar daarnaast komt hij door de school ook in contact met de nuchtere Westersche wereld, waar hij als echt Oostersch jongetje vreemd tegenover staat. Hij komt een tijdlang in het huls van den Nederlandschen zendeling en al gauw voelt Wardjo zich erg tot hem aangetrokken en tot deze nieuwe lichte en blijde omgeving, die zoo in tegenstelling is met de donkere kraton, waar de geesten wonen. Eerst begrijpt hij niet veel van wat hij in het kerkje der Christenen hoort, maar later, na den opstand der Javanen, als Wardjo een jaar lang in het zendellngshuis blijft, begint er een nieuw heerlijk leven voor hem, en leert hij "Goesti Jesoes" te dienen. Leeftijd 10-14 jaar. Boekbeoordeling in Kind en Zondag, 1937
M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 2, 142 blz.
G.K.C.O. (Cartonnen band). 13 t.d.t. 50 cent. Wie zou niet de verschijning toejuichen van een zendingsgeschiedenis, die even leerzaam is als interessant, en van goede evangeliseerende strekking? We zijn dankbaar voor dit boek, fraai van uiterlijk en kostelijk van inhoud. Wardjo is het kind van sultan Agoeng, die, als afstammeling van een machtig sultansgeslacht, regeert over een handjevol onderdanen in den Allesischen kraton, de oude sultansstad, waar alles de blijken vertoont van verval en armoede. Doch de oude trots van zijn machtige voorvaderen leeft in den sultan, ondanks al het verval, onverminderd. De Nederlandsche regeering helpt den verarmden heerscher door de grootste moeilijkheden heen. Zijn zoon Wardjo wordt door een auto aangereden, en gewond in het Zendingshuis gebracht. Daar hoort de knaap vertellen van den Heere Jezus en leert hij het Christendom kennen. De eerste indrukken worden door den Geest Gods verdiept. Het sultanskind wordt getroffen door het groote verschil tusschen het sombere, spookachtige kratonpaleis van zijn vader, waar de geesten wonen en angst en schrik verwekken bij oud en jong in het zendingshuis. In den kraton is steeds de donkere dreiging van onheil. In het zendelingshuis is licht en blijdschap. Het vertellen van den Heere Jezus en het lezen uit den Bijbel worden voor Wardjo tot zegen. Zijn vader, die vol trots beweert regelrecht van Mohammed af te stammen, bemerkt met schrik en toorn de groote verandering die bij Wardjo heeft plaats gehad. Hij verbiedt hem naar het zendelingshuis te gaan en ontneemt hem zijn Bijbel. Een opstand tegen het Nederlandsch Gezag brengt den jongen echter weer bij den Zendeling terug. Nadat het oproer bedwongen is, brengt deze hem weer tot zijn vader. "Het zal moeilijk zijn om daar voor den Heere Jezus een plaats te vinden." Doch die plaats is er, zegt de zendeling, als Wardjo den Heiland in het hart meebrengt. Met "Goesti Jesoes" verdwijnt ook het donker ..............alleen om Wardjo's wil. Twee kernspreuken construeeren de strekking: "Voor Jezus Christus is geen onderscheid tusschen blank en bruin." (blz. 145). "Lang niet alle Europeanen zijn Christenen en evenmin alle Christenen Europeanen". (blz. 86). Dit boek is door tal van bijzondere tooneeltjes zeer belangwekkend. Het schimmenspel (op pag. 17, 19 en 65 staat schimmelspel !). de vertellingen van Marto, de varkensjacht, de episode van de krokodillen (blz. 15) en als pendant die van het hertje, dat Wardjo overal vergezelt - dit alles zal den lezer stellig interesseeren. Het slot is echter abrupt: wat er is van Wardjo en zijn vader geworden ? Het kinderlijk blijmoedig geloofsvertrouwen staat in scherp contrast met den angst en de vrees voor de goede geesten. We aanvaarden dit mooie boek met erkentelijkheid.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1937

M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 2, 142 blz.
jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 13 jaar; Zendingsgeschiedenis.
Korte inhoud: Wardjo is het kind van Sultan Agoeng, die afstammeling is van een machtig Sultansgeslacht. Sultan Agoeng wordt door de Nederlandsche Regeering geholpen. Dit krenkt zijn trots, doch hij moet dat verdragen. Sultan Agoeng, Mohammedaan in merg en bloed, moet zich beheerschen, doch hij doet het met moeite. Hij treedt vaak dubbelzinnig op. Dit blijkt in een voorbereiden opstand door Abdoelrachman. De opstand mislukt, dank zij de waarschuwing van Wardjo aan het Zendingshuis. Wardjo komt order den invloed der Zending. Hij leert Jezus Christus kennen, tenminste hiervan hoort hij, als hij eens gewond in het Zendingshuis komt. Wardjo leert inzien, dat de geest van den kraton somber is en schrik verwekt. Het vertellen van den Heere Jezus en het lezen uit den Bijbel worden Wardjo tot zegen. Hij ontworstelt zich aan de macht van den Islam. Algemeene op- of aanmerkingen: Van zonde en schuld wordt niet gerept. Het boek laat ons wel goed zien, de moeilijkheden van Zending en Nederlandsch bestuur, daarom zeer leerzaam. Ook Inlandsche toestanden worden beschreven. Het slot is niet bevredigend. Wat is er van Wardjo geworden?
Conclusie: Warm aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1937

Open Boekbeoordeling.
M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 3, 142 blz.
jongens- en meisjesboek; geschikt voor een leeftijd van ± 13 jaar; Zendingsgeschiedenis.
Korte inhoud: Wardjo is het kind van Sultan Agoeng, die afstammeling is van een machtig Sultansgeslacht. Sultan Agoeng wordt door de Nederlandsche regeering geholpen. Dit krenkt zijn trots, doch hij moet dat verdragen. Sultan Agoeng, Mohammedaan in merg en bloed, moet zich beheerschen, doch hij doet het met moeite. Hij treedt vaak dubbelzinnig op. Dit blijkt in een voorbereiden opstand door Abdoelrachman. De opstand mislukt, dank zij de waarschuwing van Wardjo aan het Zendingshuis. Wardjo komt onder den invloed der Zending. Hij leert Jezus Christus kennen, tenminste hiervan hoort hij, als hij eens gewond in het Zendingshuis komt. Wardjo leert inzien, dat de geest van den kraton somber is en schrik verwekt. Het vertellen van den Heere Jezus en het lezen uit den Bijbel worden Wardjo tot zegen. Hij ontworstelt zich aan de macht van den Islam. Hoofdstuk 12 verhaalt ons dan zijn studie aan een H.B.S., zijn welgeslaagd eindexamen en zijn terugkeer naar zijn Mohammedaanschen vader. Algemeene op- of aanmerkingen: Van zonde en schuld wordt niet gerept. Het boek laat ons wel goed zien de moeilijkheden van Zending en Nederlandsch bestuur, daarom zeer leerzaam. Ook Inlandsche toestanden worden beschreven.
Conclusie: warm aanbevolen.
Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1939

Open Boekbeoordeling.
M. van der Hilst

Het sultanskind, druk 4, 142 blz.
G.K.C.O. (Cart. band). 13 t.d.t. Wie zou niet toejuichen een zendingsgeschiedenis, die even leerzaam is als interessant, en van goede evangeliseerende strekking? We zijn dankbaar voor dit boek, fraai van uiterlijk en kostelijk van inhoud. Wardjo is het kind van sultan Agoeng. Wardjo wordt door een auto aangereden en gewond in het Zendingshuis gebracht. Daar hoort de knaap vertellen van den Heere Jezus en leert hij het Christendom kennen. De eerste indrukken worden door den Geest Gods verdiept. Het sultans-kind wordt getroffen door het groote verschil tusschen het sombere, spookachtige kratonpaleis van zijn vader, waar de geesten wonen en angst en schrik verwekken bij oud en jong, en het zendingshuis. In den kraton is steeds de donkere dreiging van onheil. In het zendingshuis is licht en blijdschap. Het vertellen van den Heere Jezus en het lezen van den Bijbel worden voor Wardjo tot zegen. Zijn vader, die vol trots beweert regelrecht van Mohammed af te stammen, bemerkt met schrik en toorn de groote verandering, die bij Wardjo heeft plaats gehad. Hij verbiedt hem naar het Zendingshuis te gaan en ontneemt hem zijn Bijbel. Een opstand tegen het Nederlandsch Gezag brengt den jongen echter weer bij den Zendeling terug. Nadat het oproer bedwongen is, brengt deze hem weer tot zijn vader. "Het zal moeilijk zijn om daar voor den Heere Jezus een plaats te vinden." Doch die plaats is er, zegt de zendeling, als Wardjo den Heiland in het hart meebrengt. Met „Goesti Jesoes" verdwijnt ook het donker van den kraton. De Sultan wordt door het gouvernement gehandhaafd alleen om Wardjo's wil. Twee kernspreuken concentreeren de strekking: „Voor Jezus Christus is geen onderscheid tusschen blank en bruin." „Lang niet alle Europeanen zijn Christenen en evenmin alle Christenen Europeanen". Dit boek is door tal van bijzondere tooneeltjes zeer belangwekkend. Het schimmenspel, de vertellingen van Marto, de varkensjacht, de episode van de krokodillen (blz. 14) en als pendant, die van het hertje, dat Wardjo overal vergezelt — dit alles zal den lezer stellig interesseeren. Het kinderlijk blijmoedig geloofsvertrouwen staat in scherp contrast met den angst en de vrees voor de geesten. We aanvaarden dit mooie boek met veel erkentelijkheid.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1940