|
|
|
Ida Keller Het weggewaaide kalenderblaadje, druk 1, 77 blz. | Geïll gekl. gecart. omsl. 3 zw. pl. Prijs 40 cent. Een kalenderhlaadje vertelt zijn geschiedenis. Achtereenvolgens kwam het bij een oude dame, die gewoon was, gelezen kalenderblaadjes als predikers het raam uit te zenden; bij een meisje, dat het opraapte, en voor haar blinden grootvader las; bij den vader van het meisje, die met den godsdienst geen rekening hield, in een kroeg op den grond; bij straatvuil, maar door den wind afgezonderd; bij een pleegzuster van het Leger des Heils; bij een gevangene in de cel; na zijn invrijheidstelling gaat het mede naar Australië, nadat het vooraf nog weer in handen van den vroeger ongeloovigen, maar nu bekeerden vader is geweest. Al de personen, met wie het in aanraking geweest was, ondervonden vroeger of later den gezegenden invloed van den tekst, die op het blaadje stond: "Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt!" De bedoeling is, te laten uitkomen, hoe God zich ook van een gering middel als een kalenderblaadje bedienen kan, om daardoor zondaren tot bekeering te brengen. Deze strekking is uitstekend. Ook wordt niet verzuimd, met ernst te wijzen op het zoenoffer van Christus. Hiertegenover staan zeer groote gebreken. Onnatuurlijkheid en gemaakte vroomheid, een al te romantische inkleeding, een preekerige toon zijn in een kinderboek contrabande. Hier vindt ge dit alles vereenigd. Zóó sterk, dat vele kinderen het zelf zullen voelen. 't Is zelfs voor den kindermond te veel gesuikerd. Zulke lectuur brengt het gevaar mee, dat de jeugdige lezers een verkeerd denkbeeld krijgen van de wijze, waarop God in de harten der menschen werkt. Aaneenrijgingen van bekeeringen willen ons in een boekje nooit bevallen. Dat ons oordeel niet gunstiger kan zijn, doet ons te meer leed, daar de taal en stijl goed zijn, terwijl het uiterlijk en de plaatjes niet anders dan geprezen kunnen worden. Terwille der uitnemende strekking durven wij het niet ter zijde leggen. Matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911 |
Ida Keller Het weggewaaide kalenderblaadje, druk 1, 77 blz. | Een dame, die wegens ouderdom en lichaamsgebrek haar woning niet zoo goed meer verlaten kan, heeft de gewoonte, het blaadje van haar kalender uit het raam te werpen in de hoop, dat het in iemands handen moge komen en zoo tot een zegen gesteld worden. In bovenbedoeld verhaal vertelt zulk een kalenderblaadje zelf zijn lotgevallen. Het komt eerst in handen van een meisje, dat met haar blinden grootvader wandelt. Na den dood van het meisje, dat door de lezing van het blaadje tot kennis van den Zaligmaker gekomen is, komt het blaadje aan haar vader, die helaas den verkeerden weg opgaat. Ten gevolge van een vechtpartij in de kroeg komt het blaadje weer op straat terecht. Opgeraapt door een Heilsoldaat, gaat het mee op ziekenbezoek en wordt het eigendom van 'n gevangene, die wegens een doodslag in het tuchthuis zit. Ook dezen wordt het tot een zegen en het gaat straks met hem mee naar Australië, waar hij door bemiddeling van den kommandant van het Heilsleger arbeid vindt. De strekking van het verhaal is blijkbaar, de lezers aan te sporen, in den dienst des Heeren te arbeiden aan de behoudenis van anderen en er op te wijzen, dat daarbij ook kleine middelen door God gezegend worden. Op enkele plaatsen (o.a. blz. 52) komt o.i. uit, dat de schrijfster een voorstandster is van de algemeene verzoening. Daarin zijn we het niet met haar eens. Zeker moet volgens de Schrift de aanbieding van het heil zoo ruim mogelijk geschieden; aan alle kreaturen, zeide de Heiland zelf. Maar het gaat naar onze overtuiging niet aan te zeggen: »gij gaat niet verloren om uwe zonden, maar om uw ongeloof« (blz. 52, regel 7 en 8), Daar achter ligt eene theorie, die wij in strijd achten met Gods Woord. Het doet ons leed, dat wij om deze reden een overigens aanbevelenswaardig boekje moeten afkeuren. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911 |