|
|
|
Maria Laarman Wat zullen ze er mede doen?, druk 1, 16 blz. | Met geïll. omslag en een gekleurd plaatje. Prijs 121/2 ct. Met St. Nicolaasavond krijgen Huib en Dientje van grootvader ieder een spaarpot met een stuivertje er in. Voortaan mogen ze elke week bij grootvader een stuiver halen. Geruimen tijd daarna breekt moeder de koffiekan. Dientje besluit, van haar opgespaarde stuivertjes een nieuwe te koopen voor moeders verjaardag. Zij verzwijgt echter haar voornemen voor haar broerije Huib, omdat zij alleen de eer wil hebben en van moeder geprezen worden. Haar tante, die ze in het geheim deelen doet, wijst haar op het leelijke en zondige van haar gedrag. Daarop openbaart zij haar geheim ook aan haar broertje, die nu voor moeder een bloempot koopt. Een vrij onbeduidende inhoud, toch heeft de Schrijfster er nog een boekje van 16 bladz. van weten te maken. En zij vertelt nog al onderhoudend. De onderwijzing van tante Leentje op blz. 10 en 11, dat het bij het geven en bij al wat wij doen, aankomt op het hart en dat de daad niet deugt, hoe mooi zij lijkt, als er in het hart niet in de eerste plaats liefde is, zal de strekking aangeven, en die maakt dan ook de waarde van dit verhaaltje uit. Dat kinderen iedere week een stuiver krijgen en daarmee mogen doen, wat ze willen, zonder contrôle, achten we niet zonder bedenking, al komt het hier nogal goed uit. De taal is niet wel verzorgd. Vaak troffen we platte termen aan, als bv.: pakkie, dankie, nee, niks, gouwe (gouden), nou, es, enz. Waarom moeten onze kinderen die leelijke taal uit de boekjes leeren! Ze hooren haar al genoeg om zich heen. Ook worden te veel verkleinwoorden gebruikt. "De Heer Jezus" wordt gebruikt in plaats van "De Heere Jezus". Uit godsdienstig oogpunt is het wat oppervlakkig. Doch wijl het op onderhoudende wijze waarschuwt tegen de zonde van zelfzucht en eerzucht, is het voor de jongste leerlingen nog wel bruikbaar. Matig aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1913 |
Maria Laarman Wat zullen ze er mede doen?, druk 1, 16 blz. | Is dit een Kerstboekje of een St. Nicolaasboekje? Het speelt op St. Nicolaas en op moeders verjaardag, Dientje en Huib krijgen van Grootvader elk een spaarpot en mogen elke week een stuiver halen, om die naar verkiezing te besteden. Dientje spaart, Huib niet. Dientje wil moeder verrassen met een nieuwe koffiekan en dat voor Huib stilhouden, maar tante wijst haar op 't onedele in haar houding en zij handelt verder heel zusterlijk door ook een deel van haar spaarpenningen af te staan, als Huib niet genoeg heeft voor de mooie plant, die hij moeder wil geven. Natuurlijk wordt Huib nu ook een goed spaarder. De strekking van dit werkje is zeer duidelijkk en de toon, waarin 't gesteld is, doet ons vermoeden, dat de schrijfster haar doel bij de kleinen zal bereiken; bij de kleinen, want dit boekje is voor jonge kinderen; voor ouderen heeft het weinig inhoud. Stijl en taal zijn goed, de vertelling is vlot, een enkel versje bij de pakjes voor de kinderen heel aardig. Het Christelijke is er in, ligt er niet op. Het boekje zal wel in den spraak vallen en is dat ook waard. Wij hebben slechts één ernstige bedenking. Al weten we den leeftijd der kinderen niet, ze zijn nog jong, en zulken kinderen reeds elke week de geheel vrije beschikking over een stuiver te geven, komt ons een gevaarlijke proef voor. Dit onzen kinderen als aanlokkelijk voor te stellen, achten wij niet aan te bevelen. Huib heeft dan ook al een gulden besteed aan een priktol, een teekendoos, maar ook: snoepgoed, een pijp drop, een paar centen brokken, enz. Wij vinden dit niet geoorloofd. Behoudens deze opmerking kan dit boekje aanbevolen worden voor kinderen van 7-9 jaar. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1913 |