Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 1, 24 blz.
Nu, maar eens met een der kortsten begonnen. "Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes werden", zoo had ik gelezen, maar nu zie ik dat er staat bleven, dat is eigenijk jammer, want nu weet je meteen zoo'n beetje het eind. Overigens trok die titel mij aan en 't boekje is gehuld in een gekleurden omslag met een werkelijk lief illustratietje. Het tweede plaatje, dat voor in het boek staat, maakt, ondanks het aardig park-gezicht, toch geen prettigen indruk op mij; ik had het even graag gemist en mijn verbeelding vrij spel gelaten om mij Marie en Antje uit te beelden; zij zien er wat somber en ziekelijk uit. Het verhaal is kort en eenvoudig verteld, niet in boeken-taal, maar echt in de taal, waarvan eenvoudige kinderen gebruik maken. Het ademt een echt christelijken geest; een enkele tekst of psalmvers geeft Marie veel te denken, doch alle overlading met teksten of geijkte christelijke termen is vermeden, Marie is alleen - zij verveelt zich - er is wel genoeg wat zij zou kunnen doen, maar zij mist het rechte plezier daarin. Moeder brengt haar op de gedachte haar versje voor de Zondagschool te leeren, zij kent het spoedig, "brabbelt het prompt op" en .... is weer even landerig en vervelend als zooeven. Toch blijft er een regel hangen "Al wat u ontbreekt" - ontbreekt, dat beteekent wat je noodig hebt en nog niet hebt gekregen, en 't eind van haar gedaohtengang is, dat ze haar handen samen vouwt en vraagt: Lieve Heer, wil U me een vriendinnetje geven, want ik moet altijd maar alleen spelen en dan heb je er niet veel aan, Amen.
Hoe eenvoudig en natuurlijk: is dat; ook dat het gebed niet zoo aanstonds verhoord wordt en ook .... dat ze spoedig zelf 't gebed weer vergeten is en met Jan en Dirk op den weg gaat ravotten. Hoe 't vriendinnetje later toch komt, hoe prettig ze samen spelen totdat.... beider booze willetjes plotseling, ook alweer zoo heel natuurlijk, openbaren; hoe al spoedig het driftig Antje berouw toont, maar hoe dan Marie's kopje stijf blijft, totdat zij ineens zichzelf en eigen grieven vergeet door in te zien, hoe ongelukkig driftkopje is, dat alle las ik met belangstelling.
Eindelijk heet het, als Dirk van school thuis komt: "Heb je Antje nog gezien?"
"Wat kan jou dat schelen, je bent immers toch kwaad op haar?"
"Och .... zie je ....", zei Marietje, naar den grond kijkend op de bloemen van 't zeil, "zie je.... ze was toch wel aardig en .... ik .... 't was mijn schuld eigenlijk. Zij wou wel weer."
"Nou maak het dan weer goed!";
"Dat wil ik ook"
Maar ge moet dat boekje maar eens bestellen en met uwe kinderen lezen, 't Is geschreven door J.L.F. de Liefde en uitgegeven door G.F. Callenbach te Nijkerk. Het is voor uitdeeling heel geschikt, dunkt mij, en gij zult er zelf zeker ook met genoegen kennis mee maken; de prijs is 15 cents
. H. C. GUNNING-DE VRIES.
Boekbeoordeling in Het Kind, 12-5-1906
J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 1, 24 blz.
Twee meisjes van 9 en 10 jaar, Marie en Antje geheeten, worden vriendinnetjes. Om eene kleinigheid krijgen ze ruzie. Antje stuift in drift op, en de vriendschap wordt eensklaps verbroken. Zij heeft echter spoedig berouw, doch nu is Marie te koppig, om zich met haar te verzoenen. Na eene poos krijgt echter ook Marie berouw en worden de meisjes weer vriendinnetjes. Met veel omhaal van woorden wordt hier een weinig beteekenend verhaal gegeven. De inhoud dezer vertelling is wel goed, maar kon en moest rijker wezen. Wij zien, hoe drift en stijf hoofdigheid vriendschapsbanden verbreken, maar wij wenschten, dat meer de nadruk gelegd ware op het zondige van beide ondeugden, vooral van de drift. Dat stijfkopje zelf een boos hart heeft, 't welk door den Heiligen Geest vernieuwd moet worden, zou in dit kader uitnemend gepast hebben. Door zulke graankorrels zou het fraaie halmpje meer zwaarte hebben gekregen. De taal laat nog al wat te wenschen over. De Schrijfster gebruikt woorden, die wij in geen woordenboek konden vinden, b.v. beginnetje (bl. 10), rettelen (bl. 5), grissen (bl. 14), openplooien (bl. 11). Hier en daar is de zin bepaald onduidelijk of onbegrijpelijk. Ook wordt de slot-e van "Heere" geregeld weggelaten. De illustratie van den omslag is eene weelde voor het kinderoog. Het verhaaltje laat zien, hoe het eenvoudig, kinderlijk gebed wordt verhoord. Marietje bidt om een vriendinnetje, daartoe gebracht door het denken over Ps. 81 : 12. Ook maakt het derde gebod indruk op haar, als zij er aan denkt, dat zij haar vriendinnetje heeft hooren vloeken. Het laat alzoo de kracht van Gods Woord zien en den invloed van het onderwijs op de Zondagsschool. Dat is alles goed. Maar dat de Zondagsschool hier weer het een en het al is, is niet goed. De kinderen gaan naar de Zondagsschool, doch ze loopen den geheelen Zondagmorgen te spelen. Het schijnt, of er maar ééne gelegenheid is, waar kinderen uit Gods Woord kunnen hooren, n.l. de Zondagsschool. Tegen zulk eene voorstelling moeten wij met nadruk opkomen. Wie, bij ontstentenis van een pakkend geheel, zich weet te vergenoegen met eenige aardige details, zal met dit boekje vrede hebben. En wij zullen het niet afkeuren, maar met warmte aanbevelen kunnen wij het toch niet.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1904

Open Jachin-boekbeoordelingen.


J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 2
Een lief boekje over twee meisjes, die vriendinnetjes waren, maar door ruzie gescheiden werden en lang gescheiden bleven, doordat één der twee, Marie, een stijfkopje was en zich niet weer met het driftkopje, Antje, verzoenen wilde. Toch is 't slot »pais en vree«, en 't proces, dat daaraan voorafging, wordt heel mooi geteekend. Een enkele maal komt de gedachte op, of 't niet wat te mooi is, bijv. als Marie schrikt van de gedachte, dat »al het versch geplante van Antje zou verleppen«, wijl ze voelt, »dat het haar niet zoo erg spijten zou.« (Blz. 12). De strekking van 't verhaal komt duidelijk uit in den laatsten zin: »Dien avond, toen Marie haar gebedje deed, vroeg ze Lieve Heer, wilt U me helpen om niet meer stijfkoppig te zijn?« De stijl is echt-mooi en echt-kinderlijk. Van harte aanbevolen voor meisjes 10 à 12 jaar of nog wat ouder. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1911
J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 3, 32 blz.
Een meisjestwist over bloemen, die voor haar tuintjes bestemd waren, levendig verteld. Stijfkopje wil haar hoofd niet buigen en de minste zijn. Driftkopje vloekt Verschrikkelijk! Dat vindt Stijfkopje ook. Er komt verwijdering, maar op den duur heeft Stijfkopje daar geen vrede mee en ook Driftkopje kost het tranen. De liefde overwint en de twee vriendinnetjes vinden elkaar weer terug. In den kindertoon geschreven en uit het leven gegrepen. Meisjes van 9 tot 11 jaar zullen het met zegen kunnen lezen. De 3e druk zal nog we] door meerdere gevolgd worden. Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1918
J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 4, 32 blz.
G. 0. 1 z. p. 15 cent. Twee buurmeisjes, Marie en Antje, worden vriendinnetjes en krijgen beiden een stukje grond van Marie's vader, om dat tot tuintje in te richten. Er ontstaat tusschen beide meisjes een twist over een mooie bloem, waarop elk recht meent te hebben. Een driftige bui van Antje wordt oorzaak, dat het tot een botsing komt. Zij krijgt evenwel spoedig berouw en zoekt verzoening met Marie, maar deze is koppig en wijst de verzoening af. Toch heeft Marie geen rust. Ten slotte wordt haar hoofdje gebroken en de beide meisjes worden weer vriendinnetjes gelijk vroeger. De strekking, den kinderen er op te wijzen, wat de droeve gevolgen van drift en stijfhoofdigheid zijn, is zeker goed. Doch in het verhaal wordt meer gewezen op de onaangename gevolgen, dan op het zondige voor God; dit is een gebrek. De vertelling is levendig en opgewekt. Dat gewaarschuwd wordt tegen het vloeken is zeer te prijzen. Vreemd doet het echter aan, dat een kind uit een Christelijk gezin den geheelen Zondagmorgen met haar nieuwe kameraadje loopt te spelen (blz. 9). In sommige "Zondagsschoolboekjes" schijnt het voor kinderen geen kerk te wezen. Ook trof het ons, dat de jongens en meisjes op school zoo vaak vloekten (blz. 22). Al zijn deze opmerkingen min of meer bezwarend, daarom leggen wij dit boekje niet terzijde, want de strekking is uitnemend. Aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1925

J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 5, 32 blz.
Leeftijd 9-11 jaar. Een klein boekje, dat we middelmatig zouden willen noemen. De strekking is goed, maar toch stooten we ons ook hier weer aan 't woordje Heer. Het kan er mee door zeggen we, maar zulke boekjes zijn er in overvloed en wie het allerbeste zoekt, zal dit niet bestellen. Boekbeoordeling van de Ned. Hervormde Zondagsscholenbond op Geref. Grondslag, 1931

Open Boekbeoordeling.
J.L.F. de Liefde

Hoe stijfkopje en driftkopje vriendinnetjes bleven, druk 5, 32 blz.
G.0. 1 z. p. Twee buurmeisjes, Marie en Antje, worden vriendinnetjes en krijgen beiden een stukje grond van Maries vader, om dat tot tuintje in te richten. Er ontstaat tusschen beide meisjes een twist over een mooie bloem, waarop elk recht meent te hebben. Een driftige bui van Antje wordt oorzaak, dat het tot een botsing komt. Zij krijgt evenwel spoedig berouw en zoekt verzoening met Marie, maar deze is koppig en wijst de verzoening af. Toch heeft Marie geen rust. Ten slotte wordt haar hoofdje gebroken en de beide meisjes worden weer vriendinnetjes gelijk vroeger. De strekking, den kinderen er op te wijzen, wat de droeve gevolgen van drift en stijfhoofdigheid zijn, is zeker goed. Doch in het verhaal wordt meer gewezen op de onaangename gevolgen, dan op het zondige voor God; dit is een gebrek. De vertelling is levendig en opgewekt. Dat gewaarschuwd wordt tegen het vloeken, is zeer te prijzen. Vreemd doet het echter aan, dat een kind uit een Christelijk gezin den geheelen Zondagmorgen met haar nieuwe kameraadje loopt te spelen (blz. 9). In Zondagsschoolboekjes schijnt het voor kinderen geen kerk te wezen. Ook trof het ons, dat de jongens en meisjes op school zoo vaak vloekten (blz. 22). Al zijn deze opmerkingen min of meer bezwarend daarom leggen wij dit boekie niet terzijde, want de strekking is uitnemend. Maar waarom worden deze fouten niet eindelijk eens verbeterd, waar toch dit boekje reeds zijn vijfden rondgang gaat doen?

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1931