|
|
|
Johanna Ida's geheim , druk 1, 78 blz. | In Hoofdstuk I maken we kennis met de beide hoofdpersonen van 't verhaal, Paul en Ida, weezen, (half)broer en zuster. Paul is werkzaam op een Bank in Londen, waarheen hij na een kort verblijf bij tante in Rotterdam terugkeert, terwijl Ida naar een kostschool gaat. Haar reis daarheen en alle wederwaardigheden, aan een eerste kostschoolperiode verbonden, worden alleraardigst beschreven. De teekening van enkele meisjes in haar onderscheiden karakter, lijkt ons zeer gelukkig. Hoe dan verder een mislukte inbrekerij in de kostschool 't middel werd, dat Ida na allerlei avonturen, de onschuld van haar broer, die op verdenking van diefstal gevangen was gezet, aan 't licht kon brengen, is voor de schrijfster de „clou" van 't verhaal. De ontknooping gaat van een leien dakje: 't Klopt alles als een bus! 't Plaatje op den omslag geeft het groote moment weer: Ida in Londen bij de Directie van de Bank! -- Men krijgt een beetje lust om een paar stekelige opmerkingen te maken, als de film afgedraaid is, maar — het is zoo'n aardig, gezellig boekje, met zulk een goede strekking in verschillende onderdeelen, dat men zich wel tweemaal bedenken zou, eer men zijn spotlust botvierde. Het is een fijn meisjesboekje, voor 11-15 jarigen ongeveer. Toon, taal en stijl zijn zeer goed, evenals de illustraties. | Boekbeoordeling in bijblad van "De Christelijke Familiekring : tijdschrift voor zondagsschool en huisgezin", 1917 |
Johanna Ida's geheim , druk 1, 78 blz. | Twee weeskinderen, broeder en zuster, kinderen van één vader, maar niet van ééne moeder, zijn uit Indië in Holland weergekomen en worden opgevoed bij eene tante. De broeder, die veel ouder is dan zijn zuster, krijgt eene betrekking aan eene bank in Londen. De zuster, Ida, gaat op haar 13e jaar naar de kostschool. Een tijding, dat Paul zich zou schuldig gemaakt hebben aan geldverduistering en deswege in de gevangenis zit, brengt groote ontsteltenis. Eerst wordt het voor Ida verborgen, later komt ze er toevallig achter en bewaart het als een geheim, dat haar voortdurend drukt. Als het eindelijk bekend wordt, vlucht ze de kostschool uit, maar juist deze vlucht wordt dienstbaar gemaakt aan de ontdekking van een paar booswichten, en één ervan is de persoon, die in Londen het misdrijf heeft gepleegd, waarvan haar broeder beschuldigd werd. Zoo komt alles terecht en blijkt het, dat niet tevergeefs op God gehoopt is. De inhoud is zeer boeiend en voortdurend wordt er op gewezen, hoe we met al onze nooden tot den Heere de toevlucht moeten nemen en hoe Hij nimmer beschaamt degenen, die Hem verwachten. De godsvrucht van Paul, de beproeving en heerlijke uitkomst zijn belangwekkend. De echt godvruchtige omgeving bij Ds. Hoogland trekt aan. De trotsche figuur van Edith en het nachtelijke avontuur zijn zeer aardig geschetst. Bovenal trekt aan de echt Christelijke geest, die uit het verhaaltje spreekt. Aandoenlijk is de liefde van Ida tot haar broer. Haar angst en lijden ter wille van hem worden treffend geteekend. De taal is over 't algemeen zuiver. Voor de uitvoering van dit mooie boekje hebben wij niets dan lof. De strekking van het verhaal is, er op te wijzen, dat niet beschaamd wordt degene, die in de wegen des Heeren wandelt en op Hem zijn vertrouwen stelt. "Hoe donker ooit Gods weg moog' wezen, Hij ziet in gunst, op die Hem vreezen". Door Schriftwoord, door psalm en lied wordt die waarheid aangedrongen. In dit verhaaltje komen veel menschen voor, die God vreezen en het jeugdig gemoed op de rechte wijze toespreken. We achten dit een groot voordeel. Met warmte aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1917 Open Jachin-boekbeoordelingen. |
Johanna Ida's geheim , druk 2, 109 blz. | 2 k. p. en 14 t. d. t. f 1.-. (Band 45 ct.). Twee weeskinderen, broeder en zuster, kinderen van één vader, maar niet van één moeder, zijn uit Indië in Holland weergekomen en worden opgevoed hij een tante. De broeder, die veel ouder is dan zijn zuster, krijgt een betrekking aan een bank in Londen. De zuster, Ida, gaat op haar 13e jaar naar de kostschool. De tijding, dat Paul zich zou schuldig gemaakt hebben aan geldverduistering en deswege in de gevangenis zit, brengt groote ontsteltenis. Eerst wordt het voor Ida verborgen, later komt ze er toevallig achter en bewaart het als een geheim, dat haar voortdurend drukt. Als het eindelijk bekend wordt, vlucht ze de kostschool uit, maar juist deze vlucht wordt dienstbaar gemaakt aan de ontdekking van een paar booswichten, en één ervan is de persoon, die in Londen het misdrijf heeft gepleegd, waarvan haar broeder beschuldigd werd. Zoo komt alles terecht en blijkt het, dat niet tevergeefs op God gehoopt is. De inhoud is zeer pakkend en voortdurend wordt er op gewezen, hoe we met al onze nooden tot den Heere de toevlucht moeten nemen en hoe Hij nimmer beschaamt degenen, die op Hem hopen. De godsvrucht van Paul, de beproeving en de uitkomst zijn belangwekkend. De echt godvruchtige omgeving van Ds. Hoogland trekt aan. De trotsche figuur van Edith en het nachtelijke avontuur zijn verdienstelijk geschetst. Bovenal trekt aan de echt Christelijke geest, die uit het verhaaltje spreekt. Aandoenlijk is de liefde van Ida tot haar broer. De taal is over 't algemeen zuiver. Voor de uitvoering van dit mooie boekje hebben wij niets dan lof. De strekking is, er op te wijzen, dat niet beschaamd wordt degene, die in de wegen des Heeren wandelt en op Hem zijn vertrouwen stelt. Door Schriftwoord, door psalm en lied wordt die waarheid aangedrongen. In dit verhaal komen veel menschen voor, die God vreezen en het jeugdig gemoed op de rechte wijze toespreken. We achten dit een groot voordeel. Met warmte aanbevolen. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1926 |